Kees van Dongen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de Nederlandse motorcoureur, zie Cees van Dongen
Kees van Dongen
Kees van Dongen in 1938
Persoonsgegevens
Volledige naam Cornelis Theodorus Maria van Dongen
Geboren 26 januari 1877
Overleden 28 mei 1968
Geboorteland Nederland
Nationaliteit Nederlandse, Frans (vanaf 1929)
Beroep(en) schilder
Oriënterende gegevens
Stijl(en) Fauvisme
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Op andere Wikimedia-projecten

Kees van Dongen in 1923
Kees van Dongen-tentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen in 1967
Handtekening
Willem Verbon: reliëf ter ere van Van Dongen in Rotterdam-Delfshaven (1986)

Cornelis Theodorus Maria (Kees) van Dongen (Rotterdam-Delfshaven, 26 januari 1877Monte Carlo, 28 mei 1968) was een in Nederland geboren kunstschilder, die een groot deel van zijn leven in Frankrijk heeft gewoond. Met zijn werk was hij een van de belangrijkste Nederlandse vertegenwoordigers van het fauvisme.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Van Dongen bracht zijn jeugd in Rotterdam door. Al vroeg werd zijn tekentalent ontdekt, maar geld om hem te laten studeren was er niet. Hij moest vanaf zijn veertiende zelf de kost verdienen. Hij volgde wel avondlessen aan de Rotterdamse "Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen" - de tegenwoordige Willem de Kooning Academie - van 1892 tot 1897, maar die bevielen hem niet. Hij betrok in Rotterdam een kamer boven het atelier van de schilder Martinus Schildt.

In 1897 vertrok hij naar Parijs, waar hij in zijn onderhoud voorzag als huisschilder en als illustrator voor satirische tijdschriften. Tussen 1898 en 1899 keerde hij tijdelijk terug en vestigde zich in een atelier aan de Batavierenstraat te Rotterdam. Hierna vestigde hij zich opnieuw in Parijs en op 11 juni 1901 trouwde Van Dongen met Augusta Preitinger, die hij nog kende van de Rotterdamse Academie. Ze kregen een dochter. In 1906 verhuisde het jonge gezin naar de 'Bateau-Lavoir' op rue Ravignan 13, waar het de vriendenkring rond Pablo Picasso en diens toenmalige vriendin Fernande Olivier leerde kennen. In 1921 scheidden Van Dongen en Preitinger. In 1953 trouwde hij met Marie-Claire Huguen, met wie hij een zoon kreeg. Het heeft Van Dongen niet aan maatschappelijke waardering ontbroken: in 1926 werd hem het Franse Legioen van Eer toegekend en in 1927 de Belgische Kroonorde.

In 1929 werden twee van zijn werken getoond in het Palais du Luxembourg. In hetzelfde jaar verkreeg hij het Franse staatsburgerschap.[1] Toen hij in 1968 in Monte Carlo overleed was hij 91 jaar oud.

Artistieke ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Hij begon zijn werk te exposeren in Parijs, onder andere op de geruchtmakende tentoonstelling van 1905 in de Salon d'Automne met onder anderen Henri Matisse. De heldere kleuren waarvan deze groep kunstenaars zich bediende, leverde hun de bijnaam Les Fauves ('Wilde Beesten') op. Van Dongen was ook korte tijd lid van de Duitse expressionistische groep Die Brücke.

Van de Fauves waren Van Dongen zelf, Henri Matisse, André Derain, Maurice de Vlaminck en Albert Marquet de leidende figuren. Kenmerkend voor zijn werk zijn de primitief aandoende vormen en de felle, ongemengde kleuren.

Van Dongen staat bekend om zijn vele schilderingen van het vrouwelijk naakt. Voor hem was de vrouw 'het mooiste landschap': de vrouw was zijn 'muze'. Later in zijn loopbaan (na 1918) legde hij zich vooral toe op het schilderen van portretten van de Parijse 'society'. Een van zijn bekendste modellen was Brigitte Bardot. Zijn sociale en commerciële activiteiten gingen, zo oordelen de meeste deskundigen, ten koste van het artistieke niveau dat hij in zijn jonge jaren had gehaald.

Veilingrecords[bewerken | brontekst bewerken]

In februari 2008 werd het doek Ouled Naïl voor een recordprijs van 7,5 mln. euro verkocht bij Christie's in Londen.[2]

La Gitane (De Zigeunerin) bracht op 1 februari 2010 ruim 8 miljoen euro op tijdens een veiling bij Christie's in Londen.[3] Les escarpins mauves (De paarse pumps) bracht 2,3 miljoen euro op.

Werken (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • Guus en Dolly, moeder en kind, 1904, olieverf op doek, 73 × 92 cm, privébezit
  • Le moulin de la Galette (La Matchiche), 1904, olieverf op doek, 65,5 × 54,4 cm, Musée d'art moderne de Troyes in Troyes[4]
  • Paarden, 1904, olieverf op doek, 46 × 55 cm, privébezit
  • Torso, 1905, olieverf op doek, 92 × 81 cm, privébezit
  • Portret van Fernando Olivier, 1905, olieverf op doek, 100 × 81 cm, privébezit
  • Anita met het groene hart, 1905, olieverf op doek, 100 × 81 cm, verzameling Placido Arango in Madrid
  • Anita - De mooie Fatima en haar groep, 1905-1907, olieverf op doek, 100 × 81 cm, verzameling Tabachnick, Canada
  • De kouseband, 1906, olieverf op doek, 73 × 92 cm, privébezit
  • Bois de Boulogne, circa 1906, olieverf op doek, 65 × 54 cm, privébezit
  • In het Bois de Boulogne, 1906, olieverf op doek, 92 × 60 cm, privébezit
  • Vrouw met grote hoed (Femme au grand chapeau), 1906, olieverf op doek, 100 × 81,2 cm, verzameling Tabachnick, Canada
  • Vrouw met hoed (Femme au chapeau), 1906, olieverf op doek, 92 × 73 cm, particuliere verzameling Samir Traboulsi
  • Vrouw met groen collier, 1906, olieverf op doek, 65,5 × 46 cm, Galerie H. Odermatt, Ph. Cazeau
  • De Huzaar (Liverpool Light House), 1907, olieverf op doek, 100 × 81 cm, Fridart Stichting
  • De Indische Danseres, 1907, olieverf op doek, 100 × 81 cm, privébezit Lausanne
  • Portret van Kahnweiler, 1907, olieverf op doek, 65 × 54 cm, Musée du Petit Palais in Genève
  • De rode danseres, 1907, olieverf op doek, 99,9 × 81 cm, Hermitage in Sint-Petersburg[5]
  • The spotted chimera, 1907, olieverf op linnen, 201 × 293,3 cm, Nouveau Musée National de Monaco in Monaco[6]
  • De worstelaarsters, (Les Lutteuses of Lutteuses de Tabarin), 1907-1908. olieverf op doek, 105,5 × 164 cm, Nouveau Musée National de Monaco in Monaco
  • Portret van een cabaret zangeres, circa 1908, olieverf op linnen, 54 × 44 cm, privébezit[7]
  • Modjesko, Soprano Singer, 1908 olieverf op doek, 100 × 81 cm, Museum of Modern Art in New York[8]
  • Vrouw met zwarte hoed, 1908, 100 × 81,5 cm, olieverf op doek, Hermitage in Sint-Petersburg[9]
  • Meisje met grote hoed (Girl with a big hat), 1908, olieverf op doek, 97 × 79 cm, particuliere verzameling
  • Anita als Oosterse danseres, 1908, olieverf op doek, 195 × 114 cm, privébezit Lausanne
  • De vrouw met de zwarte handschoenen (Lady with black gloves), 1908, olieverf op doek, 73 × 91 cm, Poesjkinmuseum in Moskou
  • Mika naakt op een divan, 1908, olieverf op doek, 54 × 65 cm, privébezit Lausanne
  • Fatimah Ismael uit Luxor, 1908, olieverf op doek, 55,5 × 46 cm, particuliere verzameling Monte Carlo
  • Recuerdo da Toledo, 1908, olieverf op doek, 101 × 101 cm, privébezit Lausanne
  • Kop van een zigeunerin, 1908, olieverf op doek, 55 × 46 cm, particuliere verzameling
  • Twee vrouwen aan de piano, circa 1908, olieverf op doek, 92 × 73 cm, particuliere verzameling
  • Interieur met gele deur, 1910, olieverf op doek, 100 × 65 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • De paarse kouseband (La jarretière violette), 1910, olieverf op doek, 97 × 36,9 cm, verzameling Tabachnick, Canada
  • Guus in blauw (Guus en bleu), 1910, olieverf op doek, 130 × 97 cm, privébezit Lausanne
  • Oude clown, 1910, olieverf op doek, 66 × 55 cm, Stedelijk Museum Amsterdam in Amsterdam
  • Portret van Guus Preitinger, 1910, olieverf op doek, 146 × 114 cm, Van Goghmuseum[10]
  • Vinger aan de wang, (Le doigt sur la joue), 1910, olieverf op doek, 65 × 54 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam[11]
  • Portret van Guus tegen rode achtergrond, 1910, olieverf op doek, 146 × 114 cm, Mr & Mrs Jeffrey J. Steiner in Londen
  • De sjaal uit Manilla, 1910-1911, olieverf op doek, 100 × 81 cm, particuliere verzameling
  • El Manton, Andalucia, 1910-1911, olieverf op doek, 173,5 × 103,5 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Portret van Ana, circa 1911, olieverf op doek, Museum Ludwig in Keulen
  • Lucie en haar partner, 1911, 130 × 96,6 cm, Hermitage in Sint-Petersburg[12]
  • Het pad der deugd (La sentier de la vertu), 1913, olieverf op doek, 130 × 97 cm, privébezit Lausanne
  • De Spaanse sirene, circa 1912, olieverf op doek, 97 × 130 cm, privébezit Lausanne
  • Spaanse danseres, 1912, olieverf op doek, 150 × 93 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • Schilderij of de Spaanse sjaal, 1913, olieverf op doek, 195 × 130 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • Portret Antoni Cierplikowski, 1927 Amusement, 1914, olieverf op doek, 100 × 82 cm, Musée de Grenoble, Grenoble
  • Schaal met bloemen (Vasque fleurie), 1915-1917, olieverf op doek, 100 × 81 cm, Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs
  • De rust (La Quiétude), 1918, olieverf op doek, 114 × 146 cm, privébezit Lausanne
  • Le Coquelicot (The Corn Poppy), circa 1919, 54,4 × 45,5 cm, Museum of Fine Arts, Houston[13]
  • Portret van Charles Rappoport, circa 1920, olieverf op doek, 173 × 98 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Meisjesportret, circa 1920, olieverf op doek, 55 × 46 cm, Kunstmuseum Den Haag in Den Haag
  • De gondelier van Venetië, 1921, olieverf op doek, 92 × 73 cm, privébezit Lausanne
  • La Nuit ou La Lune Découpée,1922, Palais Princier, Monaco
  • Tango of Tango van de aartsengel, 1922-1935, olieverf op doek, 196 × 197 cm, Nouveau Musée National de Monaco[14]
  • Porte Dauphine, 1924-1925, olieverf op doek, 100 × 81 cm, privébezit Lausanne
  • De Sfinx, 1925, olieverf op doek, 146 × 113 cm, olieverf op doek, Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs
  • Jasmy Alvin, 1925, olieverf op doek, 195 × 131 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • Dolly Sisters, 1925, olieverf op doek, 92 × 73 cm, particuliere verzameling Neuilly
  • Portret van Antoni Cierplikowski, 1927, Nationaal Museum van Warschau, Polen
  • De actrice Paulette Pax, 1928, olieverf op doek, 230 × 110 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • De vrouw op de canapé (La femme au canape), 1930, olieverf op linnen, 89,2 × 116,8 cm, Musée des beaux-arts de Montréal, Montreal (Canada)
  • De Gravin de Noailles 1931, olieverf op doek, 197 × 132 cm, Stedelijk Museum in Amsterdam

Tentoonstellingen (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1905: Gemeenschappelijke tentoonstelling in de Salon d'Automne, waar het begrip fauvisme werd geïntroduceerd
  • Kees van Dongen in 1967 in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • De onbekende Van Dongen : vroege en fauvistische tekeningen 1895-1912, van 2 november 1996 t/m 5 januari 1997 in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Kees van Dongen (1877-1968): Elegante lijnen, van 7 december 2002 t/m 27 april 2003 in de Kunsthal Rotterdam in Rotterdam[15]
  • Kees Van Dongen (1877-1968) Retrospective, van 25 juni t/m 7 september 2008 in Monaco
  • Van Dongen Painting the Town Fauve, van 22 januari t/m 19 april 2009 in het Musée des beaux-arts de Montréal in Montreal[16]
  • Matisse tot Malevich Pioniers van de moderne kunst uit de Hermitage van 6 maart t/m 17 september 2010 in het Hermitage Amsterdam in Amsterdam[17] met onder andere de werken Vrouw met zwarte hoed en Lucie en haar partner.
  • 18.09.2010 – 23.01.2011: tentoonstelling De grote ogen van Kees van Dongen[18] in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Van Dongen, Fauve, Anarchist and Socialite van 25 maart t/m 27 juni 2011 in het Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs[19]
  • Tentoonstelling 'Kees van Dongen' in Singer Laren van 17 januari t/m 7 mei 2023. Tentoonstellingscatalogus: Anita Hopmans, 'Kees van Dongen - De weg naar succes', Zwolle, Waanders, 2023

Werk in openbare collecties[bewerken | brontekst bewerken]

Een selectie van musea waar werk van Van Dongen wordt tentoongesteld:

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen en referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Kees van Dongen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.