Hans van Assumburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Kees van ginneken)
Hans van Assumburg
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Volledige naam Cornelis Johannes Maria Fens
Pseudoniem(en) Hans van Assumburg, Kees van Ginneken, Hans van Zuydveen, Karin de Leeuw en Liesbeth van Hierden
Geboren 2 november 1921
Geboorteplaats Breda
Overleden 21 december 1975
Overlijdensplaats Amsterdam
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep schrijver en journalist
Werk
Uitgeverij De Lanteern, Westers, Callenbach
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Hans van Assumburg (Breda, 2 november 1921Amsterdam, 21 december 1975), pseudoniem van Cornelis Johannes Maria Fens, was een Nederlands schrijver en journalist.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Hans van Assumburg was het meest bekende pseudoniem van deze schrijver en journalist. Niet alle medewerkers van uitgeverijen wisten dat dit niet zijn echte naam was. Een van de redenen voor zijn pseudoniem was dat Van Assumburg verwarring wilde voorkomen met de recensent Kees Fens, een volle neef van hem. Naast de naam "Hans van Assumburg" schreef hij ook onder namen als Kees van Ginneken, Hans van Zuydveen, Karin de Leeuw en Liesbeth van Hierden. Onder zijn eigen naam zijn er geen publicaties van hem bekend. Van Assumburgs boeken kunnen worden onderverdeeld in

  • romans en novellen; onder meer de volgende genres:
    • damesromans
    • spionage
    • romans spelend in Amsterdamse milieus
    • streekromans over het christelijke en katholieke platteland. Van Assumburg had een grote kennis van het katholieke geloof, maar was niet praktiserend.
  • jeugdboeken
  • informatieve boeken (waaronder enkele over een van zijn hobby's, de hengelsport). Voor deze laatste categorie verzorgde hij soms ook zelf de foto's Van Assumburg was een verwoed amateurfotograaf.

Autobiografische elementen in zijn boeken zijn het feit dat de hoofdfiguur in een aantal gevallen een freelance schrijver/journalist is, en de verhuizingen van personen of gezinnen van en naar de grote stad. In veel gevallen speelt het verhaal zich afwisselend af in een (fictief?) dorp nabij Breda en in Amsterdam.

Als journalist werkte hij onder andere voor de Zandvoortse Courant (zie externe link). Voor De Lach, waaraan hij ook enige tijd als redacteur verbonden is geweest, schreef hij in de jaren zestig onder meer een column "Kloris en Roosje, een cafégesprek aan de bar" en een interview met Fred Kaps. In het katholieke damesblad Beatrijs schreef hij begin jaren zestig enkele korte verhalen. Veel van zijn boeken zijn uitgegeven door De Lanteern in Utrecht en later door uitgeverij Westers in diezelfde plaats. Ook werden enkele van zijn boeken aanvankelijk gepubliceerd als vervolgverhaal in het maandblad Sales, een uitgave van de Oblaten van de Heilige Franciscus van Sales.

Van Assumburg vertaalde ook boeken vanuit het Engels.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Onder het pseudoniem Hans van Assumburg[bewerken | brontekst bewerken]

Romans[bewerken | brontekst bewerken]

  • Tournée
  • Mensen op drift
  • De tweede vrouw
  • Ontastbaar gebied
  • Verwaarloosd geluk

Informatief[bewerken | brontekst bewerken]

  • De naald in de groef
  • Kijk op vissen
  • Waar de klepel hangt
  • Met schering en inslag

Onder het pseudoniem Kees van Ginneken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Balans in de nacht
  • De eenzame weg
  • Geef ons een huis
  • Niet te vergeefs
  • De redding van Werner Kutscher
  • Chez Nanette
  • Gevecht met de schaduw
  • De andere toekomst
  • Dorp in onrust
  • Dubbelspion (samen met Carl Lans)

Onder het pseudoniem Hans van Zuydveen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Opleiding voor de dood
  • Hij wist er alles van
  • Onaantastbaar gebied
  • Toernooi
  • De ondergang van de Mississippi
  • Carnaval (over het Carnaval in Oeteldonk )
  • Oase
  • De doden begraven zichzelf
  • Noodlanding

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

In het boek "Kijk op vissen" bestaat het voorwoord uit een briefwisseling tussen Hans van Assumburg en zijn alter ego Hans van Zuydveen

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]