Kerckhoff

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De familie Kerckhoff is een Vlaams geslacht van orgelbouwers. Het is vooral Emile die bekend wordt als bouwer, hij gaat in de leer op jonge leeftijd als zijn vader overlijdt.[1]

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Rogier-Joseph Kerckhoff (1816-1873)[bewerken | brontekst bewerken]

Stamvader, leerde de stiel bij de Familie Loret hij werd geboren in Nederland in 1816 en overleden te Schaarbeek in 1873; hij kreeg 8 kinderen, de bekendste is Jean-Emile Kerckhoff, die zijn vader opvolgt.

Jean-Emile Kerckhoff (1859-1921)[bewerken | brontekst bewerken]

Jean-Emile (Laken 01-03-1859-Schaarbeek 17-04-1921), vervolmaakte zich bij Pierre Schyven, te Brussel en vestigde zich in Schaarbeek in een herenhuis met groot atelier, waarvan de inboedel in 1970 aan het Instrumentenmuseum te Brussel geschonken is. Hij fabriceerde zijn eigen pijpwerk en was ook te vinden voor de mechanische vooruitgang van de tractuur.

Emile-Henri Kerckhoff (1887-1956)[bewerken | brontekst bewerken]

Als zoon van Jean Emile, wordt hij zowat verplicht om de traditie voort te zetten; hij wordt o.a. naar het buitenland gestuurd om zijn kennis in de orgelbouw te perfectioneren, zijn missie wordt onderbroken door de oorlog. Gemobiliseerd, bereikt hij Frankrijk waar hij Debierre van Nantes en andere orgelbouwers uit het Noorden zal ontmoeten. Na de oorlog neemt hij het atelier van zijn vader over. Hij zal harmoniums en meerdere instrumenten vervaardigen voor kerken, bioscopen (3 in Luik) en het theater van de Brusselse Galerijen. Als orgelbouwer is hij niet zo productief als zijn vader.

Opus[bewerken | brontekst bewerken]

Zonder jaartal: