Klieren van Zeis
Klieren van Zeis | ||||
---|---|---|---|---|
glanduluae sebaceae ciliares | ||||
Synoniemen | ||||
Latijn | Glandulae sebaceae palpebrarum | |||
|
De klieren van Zeis of glanduluae sebaceae ciliares[1] zijn talgklieren die uitmonden in de haarfollikels van de oogleden. Ze zijn vernoemd naar de Duitse oogarts Eduard Zeis (1807-1868).
Een etterige ontsteking van deze kliertjes wordt hordeolum externum genoemd. Een hordeolum internum is echter een ontsteking van de klieren van Meibom.
Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]
Het bijvoeglijk naamwoord sebaceae in glandulae sebaceae palpebrarum betekent letterlijk uit talg bestaand/gemaakt[2][3] in plaats van het bedoelde woord talgbereidend.[2][3] Een begrip als glandulae sebaceae laat zich dan ook vertalen als uit talg gemaakte klieren[2] in plaats van het bedoelde begrip talgbereidende klieren.[2] Als alternatief wordt dan ook glandulae sebiparae[2][4][5] gebruikt, aangezien sebiparae wel talgbereidend betekent.[3]
Literatuurverwijzingen[bewerken | brontekst bewerken]
- ↑ Federative International Committee on Anatomical Terminology (FICAT) (2005). Terminologia Histologica. International terms for human cytology and histology. Philadelphia/Baltimore/New York/London/Buenos Aires/Hong Kong/Sydney/Tokyo: Wolter Kluwers-Lippincott Williams & Wilkins.
- ↑ a b c d e Hyrtl, J. (1880). Onomatologia Anatomica. Geschichte und Kritik der anatomischen Sprache der Gegenwart. Wien: Wilhelm Braumüller. K.K. Hof- und Unversitätsbuchhändler.
- ↑ a b c Triepel, H. (1910). Die anatomischen Namen. Ihre Ableitung und Aussprache. Mit einem Anhang: Biographische Notizen.(Dritte Auflage). Wiesbaden: Verlag J.F. Bergmann.
- ↑ Kossman, R. (1895). Die gynäcologische Anatomie und ihre zu Basel festgestellte Nomenclatur. Monatsschrift für Geburtshülfe und Gynaekologie, 2 (6), 447-472.
- ↑ Triepel, H. (1910). Nomina Anatomica. Mit Unterstützung von Fachphilologen. Wiesbaden: Verlag J.F. Bergmann.