Kreis Nordfriesland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nordfriesland
Kreis in Duitsland Vlag van Duitsland
Wapen
Kaart
Situering
Deelstaat Vlag van de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein Sleeswijk-Holstein
Coördinaten 54°34'48"NB, 9°0'0"OL
Algemeen
Oppervlakte 2.083,53 km²
Inwoners
(31-12-2020[1])
167.147
(82 inw./km²)
Gemeenten 133
Bestuurscentrum Husum
Politiek
Landraad Dieter Harrsen (WG NF)
Overig
Kreissleutel 01 0 54
Nummerplaat NF
NUTS-code DEF07
Website www.nordfriesland.de
Detailkaart
Locatie
Locatie van de Kreis in de deelstaat
Portaal  Portaalicoon   Duitsland

Nordfriesland (Deens: Nordfrisland, Noord-Fries: Nordfraschlönj / Nordfriislon) is een Kreis in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. Nordfriesland ligt tegen de grens van Denemarken. De Kreis telt 167.147 inwoners (31 december 2020)[1] op een oppervlakte van 2.048,61 km². De Kreisstadt van Nordfriesland is Husum (Noord-Fries: Hüsem). Het noordelijke punt van het eiland Sylt is het meest noordelijke punt van Duitsland.

Geografie[bewerken | brontekst bewerken]

Hallig Hooge

Nordfriesland grenst in het noorden aan de Deense gemeenten Tønder en Aabenraa. In het oosten grenst het aan de Landkreis Schleswig-Flensburg en in het zuiden aan Dithmarschen. In het westen ligt de Noordzee, waarbij de eilanden Sylt, Amrum en Föhr de grens vormen tussen Noordzee en Waddenzee.

In de Waddenzee liggen de tien Halligen, onbedijkte eilanden, deels bewoond op terpen, en het eiland Pellworm. In het zuiden liggen de schiereilanden Nordstrand en Eiderstedt. De Waddenzee maakt deel uit van het Nationaal park Sleeswijk-Holsteiner Waddenzee.

Het eiland Helgoland hoort historisch tot de regio Nordfriesland, maar is bestuurlijk ingedeeld bij de Kreis Pinneberg.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Nordfriesland als politieke eenheid bestaat pas sinds een bestuurlijke herindeling in Sleeswijk-Holstein in 1970. De geschiedenis van de regio gaat veel verder terug, en is voor een groot deel verbonden met de geschiedenis van het Hertogdom Sleeswijk en de band van het hertogdom met het Deense Koninkrijk.

Prehistorie[bewerken | brontekst bewerken]

Zowel op Sylt als op het vasteland zijn archeologische vondsten gedaan die wijzen op bewoning in het Neolithicum. Waarschijnlijk is Sylt in deze periode door de stijgende zeespiegel losgeraakt van het vasteland. Uit de Bronstijd dateren grafvondsten die wijzen op een aanzienlijke welstand, wellicht samenhangend met de handel in barnsteen.

In de tijd van de Grote Volksverhuizing is de streek waarschijnlijk grotendeels ontvolkt. Aangenomen wordt dat de toenmalige bevolking samen met de naburige Angelen richting Groot-Brittannië is vertrokken.

Friezen[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel er vrijwel geen bronnen zijn wordt aangenomen dat Nordfriesland vanaf ongeveer 700 in twee golven is bevolkt door Friezen die over zee, vanuit het huidige Nederland kwamen. De eerste kolonisten zouden zich vooral op de eilanden hebben gevestigd. In de tweede golf, die gedateerd wordt rond 1100, zou ook het vasteland zijn gekoloniseerd. De eerste schriftelijke vermelding van Friezen in deze streek is in de Saxo Grammaticus uit het einde van de twaalfde eeuw. De Friezen vechten mee in de strijd van tegenkoning Knut tegen koning Sven II van Denemarken. Waar de Friezen met name de streek langs de Waddenzee gingen bevolken vestigden zich op de landinwaarts gelegen geestgronden ook Juten en Denen.

De Friezen verkregen in de loop der tijden een aanzienlijke mate van autonomie binnen het rijk van de Deense koning. Toen koning Waldemar II in 1241 in geheel Jutland, met inbegrip van het huidige Sleeswijk de Jyske Lov invoerde, bleven de door Friezen bewoonde Harden en de Utlande hun eigen Friese recht houden. De oudste bewaarde bron van het eigen recht van de Noord-Friezen is de Siebenhardenbeliebung uit 1426.

Nederlandse kolonisten[bewerken | brontekst bewerken]

Friedrichstadt

Een nieuwe groep kolonisten uit het huidige Nederland trok in de jaren tussen de Reformatie en het einde van de Dertigjarige Oorlog naar Nordfriesland. Deze groep was niet specifiek Fries, maar bestond uit groepen die niet tot de gevestigde kerk in de Republiek behoorden zoals mennonieten, katholieken en remonstranten. De laatste groep trok met name naar de nieuw gestichte stad Friedrichstadt, waar het Nederlands tot ver in de achttiende eeuw bestuurstaal was.

Talen[bewerken | brontekst bewerken]

Nordfriesland is momenteel nog steeds een veeltalig gebied met vier officiële talen: Duits, Noord-Fries (Friisk of Frasch), Deens en Nedersaksisch. Het Nedersaksisch geldt als streektaal, het Noord-Fries en Deens gelden als minderheidstalen. Het tot in de 19e eeuw dominante Noord-Fries wordt nu nog door zo'n 10.000 mensen gesproken, in negen verschillende dialecten. Verder wordt er in Nordfriesland ook nog Juts gesproken. In het verleden werd er in Friedrichstadt daarnaast ook nog Nederlands gesproken.

De Noord-Friese naam is Nordfraschlönj of kortweg Fraschlönj, de Deense naam is Nordfrisland en de Nedersaksische is No(o)rdfreesland.

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

Nordfriesland vormt voor de Bondsdagverkiezingen samen met het noordelijke deel van het aangrenzende Dithmarschen Wahlkreis 2. Het district geldt als CDU-bolwerk. Sinds 1965 is de zetel bij 13 verkiezingen slechts 2 keer naar de SPD gegaan, en verder steeds naar de CDU.

Voor de verkiezingen van de Landdag van Sleeswijk-Holstein was de Landkreis tot 2012 verdeeld in drie districten, maar bij de herindeling in 2012 verloor Nordfriesland een district. De districten in Nordfriesland waren en zijn redelijk veilige CDU-zetels.

Het bestuur van de Landkreis, de Kreistag, is voor het laatst gekozen in 2013. De Kreistag wordt gekozen voor 5 jaar. De Kreistag heeft in principe 45 leden. Door zogenaamde Überhangmandate heeft de huidige Kreistag echter 52 zetels. De verdeling over de partijen is:

Steden en gemeenten[bewerken | brontekst bewerken]

Overzichtskaart van ligging steden en gemeenten

Nordfriesland is verdeeld in 133 gemeenten (2012). Veel van die gemeenten zijn te klein om zelf alle bestuurstaken te verrichten. De kleinste gemeente van Duitsland, Gröde, een hallig met 8 inwoners, ligt in Nordfriesland. De kleinere gemeenten werken in Nordfriesland, net als in de rest van Sleeswijk-Holstein, samen in Amten. Slechts vijf gemeenten zijn van voldoende formaat om zelfstandig alle gemeentelijke taken uit te voren. Overigens kent Sleeswijk-Holstein ook nog een tussenvorm, de zogenaamde Verwaltungsgemeinschaft. Hierin werken Amten en gemeenten samen door een deel van elkaars taken door de ander te laten uitvoeren. In Nordfriesland hebben onder meer het Amt Nordsee-Treene en de gemeente Friedrichstadt zo'n samenwerking. Hieronder volgt een overzicht van alle gemeenten in de Landkreis.

Zelfstandige gemeenten, niet ingedeeld in een Amt

  1. Friedrichstadt
  2. Husum
  3. Reußenköge
  4. Sylt
  5. Tönning

Ämter met de gemeenten (* = zetel bestuur)

  1. Kirchspiel Garding
  2. Garding*
  3. Grothusenkoog
  4. Katharinenheerd
  5. Kotzenbüll
  6. Norderfriedrichskoog
  7. Oldenswort
  8. Osterhever
  9. Poppenbüll
  10. Sankt Peter-Ording
  11. Tating
  12. Tetenbüll
  13. Tümlauer-Koog
  14. Vollerwiek
  15. Welt
  16. Westerhever
  1. Alkersum
  2. Borgsum
  3. Dunsum
  4. Midlum
  5. Nebel
  6. Nieblum
  7. Norddorf auf Amrum
  8. Oevenum
  9. Oldsum
  10. Süderende
  11. Utersum
  12. Witsum
  13. Wittdün auf Amrum
  14. Wrixum
  15. Wyk auf Föhr*
  1. Hörnum
  2. Kampen
  3. List
  4. Wenningstedt-Braderup
  1. Ahrenshöft
  2. Almdorf
  3. Bargum
  4. Bohmstedt
  5. Bordelum
  6. Bredstedt*
  7. Breklum
  8. Drelsdorf
  9. Goldebek
  10. Goldelund
  11. Högel
  12. Joldelund
  13. Kolkerheide
  14. Langenhorn
  15. Lütjenholm
  16. Ockholm
  17. Sönnebüll
  18. Struckum
  19. Vollstedt
  1. Arlewatt
  2. Drage
  3. Elisabeth-Sophien-Koog
  4. Fresendelf
  5. Hattstedt
  6. Hattstedtermarsch
  7. Horstedt
  8. Hude
  9. Koldenbüttel
  10. Mildstedt*
  11. Nordstrand
  12. Oldersbek
  13. Olderup
  14. Ostenfeld (Husum)
  15. Ramstedt
  16. Rantrum
  17. Schwabstedt
  18. Seeth
  19. Simonsberg
  20. Süderhöft
  21. Südermarsch
  22. Uelvesbüll
  23. Winnert
  24. Wisch
  25. Wittbek
  26. Witzwort
  27. Wobbenbüll
  1. Gröde
  2. Hooge
  3. Langeneß
  4. Pellworm
  1. Achtrup
  2. Aventoft
  3. Bosbüll
  4. Braderup
  5. Bramstedtlund
  6. Dagebüll
  7. Ellhöft
  8. Emmelsbüll-Horsbüll
  9. Enge-Sande
  10. Friedrich-Wilhelm-Lübke-Koog
  11. Galmsbüll
  12. Holm
  13. Humptrup
  14. Karlum
  15. Klanxbüll
  16. Klixbüll
  17. Ladelund
  18. Leck
  19. Lexgaard
  20. Neukirchen
  21. Niebüll*
  22. Risum-Lindholm
  23. Rodenäs
  24. Sprakebüll
  25. Stadum
  26. Stedesand
  27. Süderlügum
  28. Tinningstedt
  29. Uphusum
  30. Westre
  1. Ahrenviöl
  2. Ahrenviölfeld
  3. Behrendorf
  4. Bondelum
  5. Haselund
  6. Immenstedt
  7. Löwenstedt
  8. Norstedt
  9. Oster-Ohrstedt
  10. Schwesing
  11. Sollwitt
  12. Viöl*
  13. Wester-Ohrstedt

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Kreis Nordfriesland op Wikimedia Commons.