Kunstenaarskolonie Worpswede

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Barkenhoff werd het middelpunt van de Worpsweder Kunstbeweging.

De kunstenaarskolonie Worpswede is een in 1889 opgerichte leef- en werkgemeenschap van kunstenaars in de gemeente Worpswede in Nedersaksen, gelegen in het voormalige moerasgebied Teufelsmoor, 18 kilometer ten noordoosten van Bremen. Worpswede werd daardoor tot een thuishaven van belangrijke kunstenaars van het Duitse impressionisme en expressionisme.

De vlucht uit de stadse omgeving van de kunstenaars, kwam naast de interesse voor licht en landelijke motieven en markante landschappen ook voort uit heimwee naar de plattelandsdroom om eenvoudig en dicht bij de natuur te leven.

Bezoekers kunnen er tegenwoordig tentoonstellingen en galeries bekijken en workshops bijwonen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In 1889 vestigden zich hier de kunstenaars Fritz Mackensen, Hans am Ende en Otto Modersohn en richtten een kunstenaarskolonie op. In 1893 sloot Fritz Overbeck, in 1894 Heinrich Vogeler en Carl Vinnen uit Beverstedt zich bij de groep aan. Paula Becker, die 1901 met Otto Modersohn zou trouwen, kwam in 1898 bij de groep om schilderles bij Fritz Mackensen te nemen.

In 1895 verkreeg Heinrich Vogeler de Barkenhoff, die hij in Jugendstil-stijl verbouwde. De Barkenhoff werd het middelpunt van de Worpsweder kunstenaarsbeweging. Het landleven en het Noord-Duitse landschap inspireerden ook schrijvers als Rainer Maria Rilke, zijn latere vrouw de beeldhouwster Clara Westhoff en Manfred Hausmann.

De kunstenaarskolonie trok in de periode 1924-1933 ook pioniers van de antroposofie en de biologisch-dynamische landbouw aan.

Onder de sterke invloed van Fritz Mackensen veranderde in 1933 het politieke klimaat binnen de kunstenaarskolonie radicaal. Voordien, vooral kort na de Eerste Wereldoorlog, overheerste het socialisme en zelfs het communisme. De Barkenhoff was een tijd lang een zetel van de Duitse tak van de Internationale Rode Hulp.

Maar de door talrijke kunstenaars te Worpswede bedreven landschapsschilderkunst paste goed in de nazi-ideologie, waar de "völkische" traditie, waaronder het verheerlijken van de folklore van het platteland, deel van uitmaakte.

Mackensen was een fel nationaalsocialist en ook de eerste vrouw van Heinrich Vogeler, de schilderes en tapijtweefster Martha Vogeler, die in 1920 van haar in haar ogen te fel communistisch geworden man scheidde en zich vestigde in de vakwerkboerderij Haus im Schluh, sloot zich in 1937 bij de NSDAP aan en was in de Hitler-tijd zeer populair. Linkse kunstenaars keerden Worpswede daarop massaal de rug toe.

Zeker Fritz Mackensen was een zeer belangrijke aanhanger van het nazi-regiem. Onder andere richtte hij in Bremen een nazi-gezinde kunstacademie op, de Nordische Kunsthochschule. Ook was hij op hoge leeftijd nog als propaganda-officier voor de SS in het bezette Frankrijk actief en kreeg van Hitler zelf hoge onderscheidingen. Echter wordt dit[1] ter wille van voortgang van de bezoekersstroom niet vermeld.[bron?]

Na de Tweede Wereldoorlog duurde het dan ook enige tijd, voordat een volgende generatie kunstenaars, vrij van nazi-smetten, de kunstenaarskolonie nieuw leven wisten in te blazen. Maar nieuwe inzichten en nieuwe bestuurders zijn hierin geslaagd, gezien de huidige bloei van Worpswede.

Persoonlijkheden[bewerken | brontekst bewerken]

Schilderij Voorjaar in Worpswede, 1900, van Hans am Ende
Worpsweder landschap, ca. 1900, van Paula Modersohn-Becker
Worpswede: Bonze des Humors van Bernhard Hoetger, 1914 als kopie van een kleinplastiek (1912) ontstaan

Eerste generatie Worpsweder kunstenaars[bewerken | brontekst bewerken]

Tweede generatie kunstenaars[bewerken | brontekst bewerken]

Huidige kunstenaars in Worpswede[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Wellicht ontleend aan een boek uit 2010 van de hand van Moritz Rinke: Der Mann, der durch das Jahrhundert fiel, Roman, Köln: Kiepenheuer & Witsch Verlag 2010, ISBN 978-3-462-04190-3