Lijst van landvoogden van de Habsburgse Nederlanden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Landvoogden van de Nederlanden)

Dit is een lijst van landvoogden van de Habsburgse Nederlanden, ook wel gouverneurs-generaal genoemd.[a] De landvoogd(es) of gouverneur-generaal was de hoogste regeringsfunctionaris en vertegenwoordigde de Habsburgse landsheer of landsvrouwe als deze afwezig was op het grondgebied van de Lage Landen.[b] De landvoogd of landvoogdes resideerde te Brussel.[2]

De rol van de gouverneurs-generaal veranderde in de loop van de tijd aanzienlijk: aanvankelijk waren ze opvoeders en adviseurs van keizer Karel V, die op het Paleis van Coudenberg woonde. De landvoogden hadden de rol van generaal tijdens de 80-jarige oorlog tussen het Koninkrijk Spanje en de Nederlandse Republiek. Vaak was de gouverneur-generaal een naaste verwant van de Oostenrijkse of Spaanse vorsten. Op andere momenten vervulden Spaanse of Duitse edellieden de rol.

Gedurende de Tachtigjarige Oorlog (circa 1568–1648) ontstond geleidelijk aan in de noordelijke provincies de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, zodat de landvoogd(es) uiteindelijk in de praktijk alleen nog de Zuidelijke Nederlanden bestuurde. Deze situatie werd geformaliseerd met de Vrede van Münster in 1648, waarbij de onafhankelijkheid van de Republiek werd erkend.

Habsburgse Nederlanden (1482–1700)[bewerken | brontekst bewerken]

Afbeelding Naam Begin aanstelling Einde aanstelling Relatie met de vorst Benoemd door
Engelbert II van Nassau

(1451–1504) algemeen stadhouder der Nederlanden

1485 1486
Engelbert II van Nassau

(1451–1504)

opnieuw, algemeen stadhouder der Nederlanden

1501 1504 /

Maximilian I voor Philip de Schone

Willem II van Croÿ

(1458–1521)

algemeen stadhouder der Nederlanden

1504 1507 / Maximilian I voor Karel V
Margaretha van Oostenrijk

(1480–1530)

regentes


Van 1515-1517 tijdelijk opnieuw Willem II van Croÿ

1507 1 december 1530

(overlijden)

Tante van Karel V
Karel V werd graaf van Bourgondié in 1506, Koning van Spanje en Sicilië in 1516, Aarstbisschop van Oostenrijk en Keizer van het Helige Roomse Rijk in 1519 toen Maximilian overleed
Maria van Hongarije

(1505-1558)

eerste officiële landvoogdes

januari 1531 oktober 1555 Zuster van Karel V

Charles V

Emanuel Filibert van Savoye

(1528–1580)

1555 1559 neef van Filip

Karel V voor zijn zoon Filips.

In 1556 werd Filips de koning van Spanje als Filips II, daarmee kwamen de Habsburgse Nederlanden onder de controle van Spanje.
Margaret van Parma

(1522–1586)

1559 1567 Halfzuster

Filips II of Spanje

Fernando Álvarez de Toledo, Hertog van Alva

(1507–1582)

1567 1573 /
Luis de Requesens y Zúñiga

(1528–1576)

1573 5 maart 1576

(overlijden)

/
Juan van Oostenrijk

(1547–1578)

1576 1 oktober 1578

(overlijden)

Halfbroer
Alexander Farnese, Hertog van Parma

(1545–1592)

1578 3 december 1592

(overlijden)

Halve neef
Peter Ernst I van Mansfeld

(1517–1604)

1592 1594 /
Ernst van Oostenrijk

(1553–1595)

1594 20 februari 1595

(overlijden)

Neef
Pedro Henriquez de Acevedo

(1525–1610)

1595 1596 /
Albrecht van Oostenrijk

(1559–1621)

1596 1598 Neef
In 1598 stond Filips II het grondgebied van de Habsburgse Nederlanden af aan zijn dochter, Isabella en aan zijn neef Albrecht, die het jaar daarop met elkaar trouwden. Zij regeerden samen tot zijn dood, toen het grondgebied overging in handen van hun neef, Filips IV. Isabella bleef de Nederlanden regeren tot haar overlijden.
Isabella van Spanje

(1566–1633)

1621 1 december 1633

(overlijden)

Tante

Philip IV of Spain

Francisco de Moncada

(1586-1635)

ad interim

1633 1634
Ferdinand van Oostenrijk

(1609/1610–1641)

1633 9 november 1641

(overlijden)

Broer
Francisco de Melo

(1597–1651)

1641 1644 /
Manuel de Moura

(1590–1651)

1644 1647 /
Leopold Willem van Oostenrijk

(1614–1662)

1647 1656 Neef
Juan II van Oostenrijk

(1629–1679)

1656 1659 Zoon
Luis de Benavides Carrillo

(1608–1668)

1659 1664 /
Francisco de Moura

(1610–1675)

1664 1668 /

Karel II van Spanje

Íñigo Melchor de Velasco

(1608–1668)

1668 1670 /
Juan Domingo de Zuñiga y Fonseca

(1640–1716)

1670 1675 /
Carlos de Gurrea

(1634–1692)

1675 1677 /
Alexander Farnese

(1635–1689)

1678 1682 Achterneef
Ottone Enrico del Caretto

(1629–1685)

1682 1685 /
Francisco Antonio de Agurto

(1640–1702)

1685 1692 /
Maximiliaan II Emanuel van Beieren

(1662–1726)

1692 1706 Aangetrouwde Neef
Oom Filips V van Spanje
Isidoro de la Cueva y Benavides

(1652–1723)

waarnemend

1701 1704 Tijdens de afwezigheid van Maximiliaan II
Na de Spaanse Successieoorlog (1701-1713) werd Keizer Karel VI van het Heilge Roomse rijk de heerser van de Oostenrijkse Nederlanden, het zuidelijk deel van de Lage Landen. Voor de Noordelijke Nederlanden, zie hieronder.
Eugenius van Savoye

(1663–1736)

1716 1724 Verre achterneef Keizer Karel VI
Wirich von Daun

(1669–1741)

februari 1725 oktober 1725 /
Maria Elisabeth van Oostenrijk

(1680–1741)

1725 26 augustus 1741

(overlijden)

Zuster
Tante Maria Theresa van Oostenrijk
Friedrich August von Harrach-Rohrau

(1696–1749)

1741 1744 /
Maria Anna van Oostenrijk

(1718–1744)

1744 16 december 1744

(overlijden)

Zuster
Karel van Lotharingen

(1712–1780)

4 juli 1780

(overlijden)

Zwager
Maria Christina van Oostenrijk

(1742–1798)

samen met Albert Casimir van Saksen-Teschen

(1738–1822)

1781 1793 Zuster en zwager Keizer Jozef II
Leopold II, Holy Roman Emperor
Tante en oom

Keizer Frans II

Karel van Oostenrijk-Teschen

(1771–1847)

1793 1794 Broer

Daarna bezetten de Franse revolutionairen de Lage Landen tot 1815. De keizer erkende formeel het verlies van deze gebieden door het Verdrag van Lunéville van 1801. Op het Congres van Wenen in 1815 werden de Lage Landen herenigd in een personele unie onder het Huis Oranje-Nassau. In 1830 riep België zijn onafhankelijkheid uit.

Noordelijk Nederlanden, aangesteld door de opstandige Staten-Generaal[bewerken | brontekst bewerken]

Tot 1576 bestond er binnen de Nederlanden de simpele situatie van gebieden die in handen waren van de opstandelingen en gebieden die in handen waren van de vooroorlogse machthebber. Vanaf dat jaar bestond er echter buiten de door opstandelingen gecontroleerde gebieden een staat van duidelijke machteloosheid van de koning, die uitsluitend in Luxemburg afwezig was. Invloedrijke personen lieten beslissingen ten uitvoer brengen die haaks op 's konings wil stonden. Ze sloten vrede met de opstandelingen en beide tot verzoening gekomen partijen richtten daarbij de Unie van Brussel op. De officiële landvoogd, Juan van Oostenrijk, deed eerst nog voorzichtige verzoeningspogingen, maar ging zes maanden later over tot de Inname van de Naamse citadel, waarmee de oorlog weer werd voortgezet. Hierop besloot een partij van ontevreden edelen, aangevoerd door de radicaal-katholieke hertog van Aarschot, Don Juan als afgezet te verklaren en de volgende persoon aan te stellen als landvoogd:

Landvoogd Matthias zou na de scheuring van de Unie van Brussel in de Unie van Atrecht (Spaansgezind) en de Unie van Utrecht (Staatsgezind) slechts landvoogd blijven voor die laatste. Ondertussen was Oranje aan het onderhandelen met de Franse kroonprins Frans van Anjou (reeds op 13 augustus 1578 officieel erkend als "Beschermer der Nederlanden tegen de Spaanse tirannie") om de soevereiniteit over de Nederlanden te aanvaarden uit handen van de Staten-Generaal, wat deze uiteindelijk deed op 19 september 1580 met het Verdrag van Plessis-les-Tours.[3] De nieuwe landsheer Anjou sloot op 23 januari 1581 te Bordeaux een overeenkomst met de Staten-Generaal.[4] Voor landvoogd Matthias was dit het teken dat hij overbodig was geworden; hij nam in 1581 ontslag als landvoogd, verliet de Nederlanden en keerde terug naar Oostenrijk.[4][5][c]

Hun bestuurlijke pogingen mislukten. In 1588 besloot de Staten-Generaal het verder zonder landvoogd te stellen. De door de Staatsen opgerichte Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd pas in 1648 door de Spaanse koning erkend in het Verdrag van Münster.V

Details over de Oostenrijkse Tijd (1714–1793)[bewerken | brontekst bewerken]

Met de Vrede van Utrecht werden de Zuidelijke Nederlanden aan de Rooms-Duitse keizer toegewezen, die tevens de aartshertog van Oostenrijk was en lid was van het huis Habsburg. De Republiek der Noordelijke Nederlanden mocht evenwel regimenten houden in de steden van de Zuidelijke Nederlanden, de tractaatsteden.

1713-1740 Keizer Karel VI

1716-1724: gevolmachtigd minister Hercule Louis Turinetti, markies van Prié
1725: gevolmachtigd minister Wirich von Daun
1726-1732: gevolmachtigd minister Giulio Visconti Borromeo Arese
1732-1743: gevolmachtigd minister Friedrich August von Harrach-Rohrau

1740-1780: keizerin Maria Theresia

1743-1744: gouverneur-generaal ad interim Karel, graaf van Königsegg-Erps en Rottenfels, Aulendorff en Staufen, markies van Boischot
1744-1746: intermaris, vervolgens gevolmachtigd minister Wenceslas graaf van Kaunitz-Rittberg

1745: Franse bezetting; Ulrich van Löwendal voorlopig gouverneur-generaal

1746-1747: militair bevelhebber, maarschalk Karel van Batthyany
1747-1749: bewind aan de tijdelijke Jointe
1749-1753: gevolmachtigd minister a.i. Antoniotto Botta Adorno
1753-1770: gevolmachtigd minister a.i. Karel van Cobenzl
1770-1783: gevolmachtigd minister a.i. Georg van Starhemberg

1780-1790: Jozef II, zoon van keizerin Maria Theresia

1783-1787: gevolmachtigd minister Lodewijk van Barbiano en Belgiojoso
1787: militair bevelhebber Jozef van Murray
1787-1789: gevolmachtigd minister Ferdinand van Trauttmansdorff
1789: vicekanselier der Nederlanden Frans van Cobenzl

Van 11 januari tot 10 december 1790: Verenigde Nederlandse Staten gevolgd door de Eerste Oostenrijkse Restauratie

1790-1792: keizer Leopold II, zoon van keizerin Maria Theresia en broer van Jozef II; in de periode van de Eerste Oostenrijkse Restauratie waren er geen landvoogden.

1790-1791: gevolmachtigd minister: Florimond van Mercy-Argenteau
1791-1794: gevolmachtigd minister: Franz Georg von Metternich-Winneburg

1792-1794: keizer Frans II, zoon van Leopold II
nieuwe Franse bezetting tussen nov. 1792 en maart 1793; Franse legers verdreven met de Tweede Slag bij Neerwinden, gevolgd door de Tweede Oostenrijkse Restauratie

Hierna werden de Zuidelijke Nederlanden voor de derde keer in die eeuw bezet door Frankrijk. Dit markeert het begin van de Franse tijd in België (1794-1815). De Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik werden als negen verenigde departementen formeel tot een deel van Frankrijk gemaakt. Sindsdien heeft de titel van landvoogd nooit meer in de Nederlanden bestaan.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]