Landvorm

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Duinen zijn eolische landvormen.

Een landvorm of reliëfvorm of terreinvorm is een duidelijk waarneembare vorm van het aardoppervlak. Het is een geomorfologische eenheid die zich onderscheidt van andere landschapselementen door zijn uiterlijke kenmerken en zijn positie binnen het landschap.

Landvormen worden in de geomorfologie beschreven op grond van hun ontstaanswijze. Hierbij zijn de volgende factoren van belang: het moedergesteente, de geomorfologische processen die de vorm hebben gecreëerd, incl. de processen die nu actief zijn en de fase van de ontwikkeling.

Enkele voorbeelden van landvormen[bewerken | brontekst bewerken]

Door glaciale of glaciofluviale processen ontstane landvormen.

Landvormen voornamelijk ontstaan door:

  1. Stromend water:
  2. Stromend water en getijdenwerking:
  3. Wind:
  4. Landijs en/of smeltwater:
  5. Permafrost:
  6. Oplossen van kalksteen (Karst):
  7. Sterke invloed van het moedergesteente,
    met daarbij invloeden als
    tektoniek, erosie en/of vulkanisme:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Landforms van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.