Boswitje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Leptidea sinapis)
Boswitje
Boswitje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Pieridae (Witjes)
Geslacht:Leptidea
Soort
Leptidea sinapis
(Linnaeus, 1758)
Boswitje
Boswitje
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Boswitje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Het boswitje (Leptidea sinapis) is een kleine tere dagvlinder met een zeer dun lijfje, uit de familie Pieridae (witjes).

Boswitjes[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn drie soorten boswitjes die dusdanig op elkaar lijken dat ze in het veld niet tot nauwelijks zijn te onderscheiden. Dat zijn het boswitje (Leptidea sinapis), het cryptisch boswitje (L. juvernica) en het verborgen boswitje (L. reali). In 1988 werd L. reali afgesplitst van L.sinapis. In 2011 werd L. juvernica afgesplitst van L. reali.[1] Er zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van hybriden[2].

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Voorvleugellengte: circa 20 mm. Het boswitje is een fragiele vlinder met smalle, ovale vleugels; de vleugels zijn aan de uiteinden sterk afgerond. Bij het mannetje is de vlek in de voorvleugelpunt donkergrijs tot zwart, bij de vrouwtjes lichtgrijs tot wit[3].

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Het boswitje komt in grote delen van Europa voor, waaronder Nederland en België, maar ook in Centraal-Azië. In Nederland is het boswitje een uiterst zeldzame standvlinder die sinds 1993 een voorkomt in enkele groeves in Zuid-Limburg. In België komt de soort vooral voor in het zuiden. In Nederland en België geeft het boswitje de voorkeur aan warme, open plaatsen in bossen, brede bospaden, zonnige bosranden en struwelen in lage of ruige bloemrijke graslanden en kalkgraslanden en groeven. In Zuid- en Oost-Europa is de soort te vinden in allerlei typen graslanden in en bij bossen.[4]

Vliegtijd[bewerken | brontekst bewerken]

Eind april tot begin juni en eind juni tot half augustus in twee generaties.

Levenscyclus[bewerken | brontekst bewerken]

De rups is aanwezig tussen half mei en half juli en begin augustus tot half september, maar wordt slechts zelden gezien. De soort overwintert als pop tegen een stengel.

Waardplanten[bewerken | brontekst bewerken]

De waardplant van de rupsen is vooral gewone rolklaver, met veldlathyrus en andere vlinderbloemigen als alternatieven.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]