Levend hoogveen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Levend hoogveen is een natuurdoeltype en komt alleen voor op de hogere zandgronden. De vegetatie bestaat voornamelijk uit grasachtigen, mossen en dwergstruiken. Het natuurdoeltype vergt een waterregime dat loopt van open water tot nat en vergt een ondiepe grondwaterstand. In sommige gevallen komt het grondwater tot aan het maaiveld. De vegetatie wordt voornamelijk gevoed door regenwater en grondwater. Het natuurdoeltype komt voornamelijk voor op het bodemtype initiale rauwveengronden. De bodem is oligotroof en heeft een zure tot matig zure pH-waarde. De aanwezigheid van macrofauna is belangrijk voor het in stand houden van het natuurdoeltype. Om in stand te blijven heeft levend hoogveen een oppervlakte van minstens 0,5 ha nodig.

Plantengemeenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen het natuurdoeltype levend hoogveen kunnen meerdere plantengemeenschappen voorkomen. Deze plantengemeenschappen hoeven niet allemaal voor te komen om het natuurdoeltype te bereiken.

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam
Associatie van kleinste egelskop Sparganietum minimi
Galigaan-associatie Cladietum marisci
Associatie van moerasstruisgras en zompzegge Carici curtae-Agrostietum caninae
Waterveenmos-associatie Sphagnetum cuspidato-obesi
Associatie van veenmos en snavelbies Sphagno-Rhynchosporetum
Veenbloembies-associatie Caricetum limosae
Associatie van Draadzegge en Veenpluis Eriophoro-Caricetum lasiocarpae
Rompgemeenschap met waterveenmos van de klasse der hoogveenslenken
Rompgemeenschap met snavelzegge van de klasse der hoogveenslenken
Rompgemeenschap met veenpluis en veenmos van de klasse der hoogveenslenken
Associatie van gewone dophei en veenmos Erico-Sphagnetum magellanici
Rompgemeenschap met eenarig wollegras van de klasse der hoogveenbulten en natte heiden

Subtypen[bewerken | brontekst bewerken]

Levend hoogveen kan onderverdeeld worden in twee subtypen die overeenkomen met habitattypen uit de habitatrichtlijn. Het subtype hoogveenven komt overeen met het habitattype dystrofe natuurlijke poelen en meren. Het subtype levend hoogveen komt overeen met het habitattype actief hoogveen wanneer het hoogveen niet beschadigd is door menselijke activiteit. Indien er wel schade is aangericht komt het overeen met het habitattype aangetast hoogveen waar natuurlijke regeneratie nog mogelijk is. De subtypen verschillen vooral qua abiotiek van elkaar en dan voornamelijk qua waterhuishouding.