Lijst van Deense rampen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een lijst met rampen op Deens grondgebied. In deze lijst zijn alleen gebeurtenissen opgenomen waarbij vijf of meer doden zijn gevallen waarbij geen verwantschap tussen de doden bestond en gebeurtenissen waarbij er sprake is van een zeer groot effectgebied. Ook rampen op het grondgebied van de onder Denemarken vallende Faeröereilanden en Groenland zijn in deze lijst opgenomen.

Voor 1700[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1595
    • 1 april – Tijdens een zware noordoosterstorm wordt de vissersvloot van de Faeröereilanden zwaar getroffen. Tussen de 200 en 300 vissers komen hierbij om het leven.[1]
  • 1689

18e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1728
    • 20 - 23 oktober (60 uur) – De brand van Kopenhagen in 1728. Dit is de grootste brand uit de geschiedenis van de stad en verwoestte 28% van de oppervlakte van de stad. 1600 gebouwen werden verwoest, 15.000 van de 70.000 inwoners werden dakloos.[3]
  • 1752
    • 9 december – Tijdens een zware storm stranden 7 schepen op de Jutse kust. Ten minste 32 mensen komen hierbij om het leven.[4]
  • 1770
    • 11 oktober - De walvisvaarder Wisselvalligheid raakt in de Groenlandse wateren ingesloten door het drijfijs. De 286 opvarenden zijn gedwongen over de ijsschotsen naar Groenland te lopen. Medio december weet slechts de helft van de bemanning na een barre tocht aan te komen bij de Deense vestiging op West-Groenland.[5]
  • 1774
  • 1794
    • 26 februari – Zeer grote brand in de Christiansborg, het Deense parlement. Het gebouw brandt volledig af, circa 100 mensen waaronder veel reddingswerkers komen om het leven.[7]

19e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1805
    • 30 april - Deens zeilschip op weg van Odense naar Kopenhagen zeilt in zwaar weer tegen een Engelse Brik. 5 mensen verdrinken.[8]
  • 1807
  • 1808
    • 6 december - Nabij de kerk van Mårup in Noord-Jutland strandt het Britse fregat HMS Crescent. Meer dan 200 opvarenden verdrinken.
  • 1812
    • 18 januari – Vergaan van de Britse oorlogsschepen George en Defence. Het eerste schip had 762 personen aan boord, waarvan 10 mensen de ramp overleefden. De Defence had 550 personen aan boord, waarvan er 6 de ramp overleefden. Alles bijeen zijn bij deze ramp 1296 personen om het leven gekomen.[10]
  • 1813
    • 27 april – Ondergang van het Zweedse schip Birger Jarl. Bij kalm weer gaat het schip lekken en dit kan niet meer worden gestopt. Bij deze ramp vallen circa 160 mensenlevens te betreuren.[11]
  • 1820
    • 9 mei – Bij een plotseling opstekende hevige storm aan de noordkust van Jutland worden vissers op zee verrast. Uiteindelijk verdrinken meer dan 50 vissers.[12]
  • 1861
    • 20 november - Het Nederlandse schip Burgemeester Huydekoper vergaat in het Kattegat, waarbij 14 opvarenden om het leven komen.[13]
  • 1868
  • 1872
  • 1876
  • 1885
    • 4 december - Het SS Hecla van de KNSM, op weg van Stettin naar Amsterdam, strandt tijdens een zware storm op de Deense kust, waarbij het schip doormidden breekt. 11 bemanningsleden verdrinken.[17]
  • 1896
    • 7 oktober – Het stoombarkschip Castor verdwijnt spoorloos na vertrek uit Julianehåb (Qaqortoq) met 20 opvarenden aan boord. In eerste instantie werd gedacht dat het schip overwinterde in Groenland. Pas het volgende jaar werd duidelijk dat het schip met man en muis was vergaan.[18]
  • 1897
    • 11 juli – Treinramp nabij de plaats Gentofte. 40 doden en 39 zwaargewonden.[19]
    • 15 oktober – De Zweedse schoener Arvid vergaat aan de Deense kust. Kapitein Ledmann en vier bemanningsleden komen om het leven.[20]
  • 1899

20e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

1900-1909[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1907
    • 24 februari – Op de westkust van Jutland strandt een Noorse driemaster. Reddingsdiensten kunnen niets uitrichten. 18 opvarenden verdrinken.[24]

1910-1919[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1913
  • 1914
  • 1915
    • 6 november – De schoener Emilie (3 master) zinkt door zeemijn op reis van Foyer naar Odense. 6 doden.[29]
  • 1916
  • 1917
    • 15 april – De Noorse schoener Astrea zinkt door zeemijn op de Noordzee. 6 doden.[30]
    • 12 december – Het baggerschip Frederiksholm zinkt door zeemijn op reis van København naar Samsø. 8 doden.[30]
  • 1918
    • 2 juli – "Het nieuwe vrachtschip ss. 'Zeeburg' (1918) van de Nederlandsche Scheepvaart-Maatschappij 'Transatlanta' te Rotterdam onder kapitein M.K. Bennik, op weg van Göthenburg naar Amsterdam met erts en hout, wordt kort na vertrek uit Göthenburg vermist. Vermoedelijk moet het schip met man en muis zijn vergaan als gevolg van het lopen op een zeemijn. De twaalf bemanningsleden komen hierbij om het leven."[31]
    • 26 juli – Het vissersschip Karen vertrekt uit de haven van Esbjerg, niet teruggekeerd. 5 doden. (Kapitein: J. H. Samsing; Vissers: P. Nielsen; A. P. Christensen; F. B. Hansen; M. P. Andersen.)[30]
    • 25 september – Voor de oostkust van Jutland vergaat de Zweedse Gunhild. 17 doden.[32]
    • 14 december – De torpedoboot Sveardfisken loopt in de Storebælt op een Duitse mijn. Acht opvarenden komen door de explosie om het leven.[33]
  • 1919
    • 2 februari – Het SS Carmen zinkt door zeemijn op het Skagerrak. 17 doden.[30]
    • 8 oktober – Het vissersvaartuig Kirstine Marie zinkt door zeemijn op de Noordzee. 5 doden.[30]
    • 17 oktober – Het Duitse schip Jupiter vergaat ten westen van Ebsjerg door het exploderen van een zeemijn. 5 doden.
    • 1 november – Treinramp bij Vigerslev, vlak bij Korsør. Er komen 40 mensen om het leven en 58 raken zwaargewond.[34]

1920-1929[bewerken | brontekst bewerken]

1930-1939[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1930
    • 7 juli – Op Bornholm vergaat een vliegtuig van Lufthansa. Het watervliegtuig, een Dornier Wal, landde tijdens een storm in de open oceaan als gevolg van een motorstoring. Na drie uur kapseisde het vliegtuig. Van de 8 inzittenden komen er 5 om.[40]
    • 5 augustus – Bij Skagen wordt een Zweeds schip aangevaren door een Amerikaans schip. 5 opvarenden van het Zweedse schip verdrinken.[bron?]
  • 1931
  • 1933
  • 1934
    • 9 februari – Een zware orkaan treft Denemarken. Duizenden huizen zijn verwoest of beschadigd. 5 mensen komen om ten gevolge van de storm.[43]
  • 1936
  • 1939
    • 15 augustus – Vliegtuig stort in zee bij de Storstrøm-brug tussen Falster en Seeland. 5 doden.[bron?]
    • 30 september – Koopvaardijschip Vendia vaart uit van Fåborg maar wordt al snel getroffen door een torpedo in het Skagerrak. 11 doden, 6 overlevenden. Dit is het eerste schip dat door de Duitse U-boten tot zinken werd gebracht.[45]
    • 7 december – S/S Scotia zinkt op de Noordzee na een explosie. Hierbij komen 19 opvarenden om het leven.
    • 9 december – Het stoomschip Magnus af Middelfart wordt getorpedeerd. 20 doden.
    • 14 december – SS Jægersborg wordt vermist van vertrek uit Kopenhagen. 18 personen keren nooit terug in hun moederland.
    • 17 december – Het stoomschip Bogø zinkt op de Noordzee bij het eiland Vendsyssel-Thy. 14 van de 17 opvarenden komen om.

1940-1949[bewerken | brontekst bewerken]

1950-1959[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1950
  • 1951
    • 31 augustus – Scheepsramp met het Noorse schip Bess op de Noordzee, westelijk van Denemarken. 30 opvarenden verdrinken.
    • 23 november – Explosie van munitie op een depot in Holmen, Kopenhagen. 15 mensen komen om het leven.
    • 10 december – Op weg naar de in nood verkerende Nederlandse hopperzuiger Kinhem komen 5 Deense redders om het leven. Het ongeluk gebeurde in de buurt van Hvide Sande.
  • 1952
    • 5 april – Het grote Vestisen-ulykkene (Westijsongeluk) bij Groenland. Van de 53 Noorse vissersschepen in dit gebied vergaan er 5 bij een zware orkaan. Maar liefst 78 zeemannen komen hierbij om het leven.
    • 22 juli – Het schip Portland vergaat in het Kattegat bij het eiland Anholt op weg naar Aalborg. 17 opvarenden komen bij deze ramp om het leven.
    • 4 oktober – Nabij Kaap Vaarwel in Groenland vergaat de trawler Norman (H289) uit Hull. 20 opvarenden verdrinken.[53]
  • 1953
    • 4 januari – De veerboot Friedland uit Sassnitz strandt op de oostkust van Bornholm. 5 doden.
    • 7 april – Een vissersschip vergaat in de Vestmannasund tussen de eilanden Vágar en Streymoy, beide onderdeel van de Faeröereilanden. 5 opvarenden komen hierbij om het leven.
  • 1954
    • 12 september – Op 1 kilometer afstand van de Thule Air Base in het noordwesten van Groenland stort een Amerikaanse Douglas C-124C Globemaster II. Van de 15 inzittenden komen er 10 om het leven.
  • 1956
    • 30 juli – Het pleziervaartuig Lya op weg naar Ordrup Næs verdwijnt met 5 opvarenden in de golven.
    • 14 augustus – De Nederlandse coaster Hondsrug zinkt in het Kattegat. 5 doden.
    • 18 september - De MS Burgundia uit 1953, vergaat in de Oostzee nabij Bornholm. De vier bemanningsleden en één passagier komen om.[54]
  • 1957
    • 25 januari - De koeter Ternen (OUGS) vergaat nabij Ravns Storø (Groenland). Door ijsvorming gekapseisd, de volledige bemanning komt hierbij om. 8 doden.[55]
    • 15 augustus – Een Ilyushin IL-14P van Aeroflot stort met 23 inzittende neer bij Kopenhagen. Niemand overleeft.
  • 1959
    • 30 januari – Op haar eerste reis komt het Deense passagiersschip Hans Hedtoft ten zuidwesten van Groenland in aanvaring met een ijsberg. Bij deze zeeramp komen 94 opvarenden om in het ijskoude water.
    • 8 juli – Op het meer van Haderslev in Zuid-Denemarken zinkt een volle passagiersboot. Deze ramp kost 55 mensen het leven.

1960-1969[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1960
  • 1961
    • 15 oktober – Een Deens vrachtschip vergaat op de Oostzee, ten oosten van het eiland Møn. Van de 16 opvarenden worden er 4 gered uit een rubberboot in open zee.
  • 1962
    • 28 februari – Een vissersschip uit Hirtshals zinkt op de Noordzee. 5 opvarenden komen om.
    • 20 maart – Een vissersschip uit Esbjerg, de Karla Schroder kapseist op het Skagerak. 5 doden.
    • 12 mei – Nabij de Groenlandse hoofdstad Gothaab (het huidige Nuuk) stort een Canadees transportvliegtuig in zee. 15 van de 21 inzittenden komen om het leven.[56]
  • 1964
    • 23 september – Zeer grote explosie in het Valby Gasværk bij Valby. Een gastank met 40.000 m3 gas ontploft, er komen 3 mensen om, een bebouwd gebied van 800x500 meter rondom de centrale wordt totaal verwoest.
    • 23 december – Brand in de machinekamer van de Arild Mearsk aan de Handelskade in Kopenhagen. 5 doden.
  • 1967
    • 10 augustus – Treinramp bij Odense, 11 doden en 40 ernstig gewonden.[57]
    • 17 oktober – Libanees schip zinkt bij Esbjerg. Van de 22 opvarenden komen er 21 om, allen afkomstig uit Griekenland.
  • 1968

1970-1979[bewerken | brontekst bewerken]

1980-1989[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1981
  • 1983
    • 15 juni – Het vissersschip Hans Peter uit Egedesminde zinkt westelijk van Groenland. 5 opvarenden komen hierbij om het leven.[63]
  • 1985
    • 7 januari – Een vissersschip uit Hirtshals vergaat om onopgehelderde redenen na afgeven van noodsignalen. 5 doden.[bron?]
    • 9 februari – 24 van de 25 opvarenden van een Pools vrachtschip komen om wanneer hun schip in de buurt van Blåvand in de problemen komt en vergaat.
  • 1986
    • 28 juni – 8 mensen, onder wie 2 kinderen verdrinken na een botsing tussen een Noors veerboot en een Zweeds vrachtschip voor de kust van Noord-Denemarken. Het vrachtschip zonk na de aanvaring in 40 seconden.
  • 1988
    • 25 april – Een intercity ontspoort in het centrum van Sorø. 8 doden.
  • 1989

1990-1999[bewerken | brontekst bewerken]

21e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

2000-2009[bewerken | brontekst bewerken]

2010-2019[bewerken | brontekst bewerken]

  • 2019
    • 2 januari - Op de Grote Beltbrug verloren acht reizigers het leven doordat een deel van de lading van een passerende goederentrein viel en de passagierstrein, waar zij in zaten, raakte.[71]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]