Lijst van schilderijen van Johannes Vermeer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Deze lijst geeft een overzicht van schilderijen van Johannes Vermeer, de 17e-eeuwse Hollandse meester. Het gaat in totaal om 37 schilderijen, de meeste genrestukken.

Ten behoeve van de tentoonstelling Vermeer in het Rijksmuseum Amsterdam (van 10 feb 2023 tot en met 4 jun 2023) heeft het Rijksmuseum de video Dichter bij Vermeer [1] gemaakt, waarin, naast een inleiding per onderwerp, alle schilderijen worden toegelicht.

Schilderijen van Johannes Vermeer[bewerken | brontekst bewerken]

Afbeelding Titel Datering Gesigneerd Eigendom Formaat (cm)
  Diana en haar gezelschap ± 1653-1656 Ja Mauritshuis, Den Haag 98,5 × 105
  Christus in het huis van Martha en Maria ± 1654-1656 Ja National Gallery of Scotland, Edinburgh 160 × 142
  De koppelaarster 1656 Ja Gemäldegalerie Alte Meister, Dresden 143 × 130
  Slapend meisje ± 1656-1657 Metropolitan Museum of Art, New York 87,6 × 76,5
  Brieflezend meisje bij het venster ± 1657-1659 Gemäldegalerie Alte Meister, Dresden 83 × 64,5
  Het straatje ± 1657-1661 Ja Rijksmuseum, Amsterdam 53,5 × 43,5
  De soldaat en het lachende meisje ± 1655-1660 Frick Collection, New York 50,5 × 46
  Het melkmeisje ± 1658-1661 Rijksmuseum, Amsterdam 45,5 × 40,6
  Het glas wijn ± 1658-1661 Gemäldegalerie, Berlijn 65 × 77
  Dame en twee heren ± 1659-1660 Ja Herzog Anton Ulrich-Museum, Braunschweig 78 × 67
  Onderbreking van de muziek ± 1658-1661 Frick Collection, New York 39,4 × 44,5
  Gezicht op Delft ± 1660-1661 Ja Mauritshuis, Den Haag 98,5 × 117,5
  De muziekles ± 1662-1664 Royal Collection, Buckingham Palace, Londen 73,3 × 64,5
  Brieflezende vrouw in het blauw ± 1662-1665 Rijksmuseum, Amsterdam 46,5 × 38
  Vrouw met weegschaal ± 1662-1665 National Gallery of Art, Washington 42,5 × 38
  Vrouw met waterkan ± 1662-1665 Metropolitan Museum of Art, New York 45,7 × 40,6
  De luitspeelster ± 1662-1664 Metropolitan Museum of Art, New York 51,4 × 45,7
  Vrouw met parelsnoer ± 1662-1665 Gemäldegalerie, Berlijn 55 × 45
  Schrijvende vrouw in het geel ± 1665-1666 Ja National Gallery, Washington 45 × 39,9
  Meisje met de rode hoed ± 1665-1666 Ja National Gallery, Washington 23,2 × 18,1
  Meisje met de parel ± 1665-1667 Ja Mauritshuis, Den Haag 46,5 × 40
  Het concert ± 1664-1667 Ja Isabella Stewart Gardner Museum, Boston
(gestolen in 1990 en sindsdien spoorloos)
72,5 × 64,7
  Allegorie op de schilderkunst ± 1662-1668 Ja Kunsthistorisches Museum, Wenen 120 × 100
  Meisjeskopje ± 1665-1674 Ja Metropolitan Museum of Art, New York 44,5 × 40
  Dame en dienstbode ± 1666-1667 Frick Collection, New York
90,2 × 78,7
  De astronoom 1668 Ja Louvre, Parijs 50 × 45
  De geograaf 1668-1669 Ja Städel Museum, Frankfurt 53 × 46,6
  De kantwerkster ± 1669-1671 Ja Louvre, Parijs 24,5 × 21
  De liefdesbrief ± 1667-1670 Ja Rijksmuseum, Amsterdam 44 × 38,5
  De gitaarspeelster ± 1669-1672 Ja English Heritage, Kenwood House, Londen 53 × 46,3
  Schrijvende vrouw met dienstbode ± 1670-1671 Ja National Gallery of Ireland, Dublin (tweemaal gestolen) 71,1 × 58,4
  Allegorie op het geloof ± 1671-1674 Metropolitan Museum of Art, New York 114,3 × 88,9
  Staande virginaalspeelster ± 1670-1673 Ja National Gallery, Londen 51,7 × 45,2
  Zittende virginaalspeelster ± 1670-1675 Ja National Gallery, Londen 51,5 × 45,5

Toeschrijving onzeker[bewerken | brontekst bewerken]

Afbeelding Titel Datering Gesigneerd Eigendom Formaat (cm) Toeschrijving
  Sint Praxedis 1655 Ja (met meer 1655 en Meer N R..o.o.) In Langdurige bruikleen aan het Nationaal museum voor westerse kunst in Tokio (privébezit) 101,6 × 82,6 Arthur K. Wheelock jr., voorheen curator van de National Gallery of Art in Washington, D.C., is de voornaamste voorvechter om het schilderij aan Johannes Vermeer toe te schrijven. Wheelock bracht zijn standpunt in 1986 naar buiten en plaatste Sint Praxedis bij de grote Vermeertentoonstellingen in Washington en Den Haag van 1995-96 prominent naast Diana en haar nimfen en Christus in het huis van Martha en Maria, twee vroege werken van Vermeer. Argumenten voor toeschrijving aan Vermeer zijn onder anderen de twee signaturen. Op het schilderij staat linksonder "Meer 1655" en rechtsonder "Meer N R..o.o", wat volgens Wheelock VerMeer Naar Riposo (de bijnaam van Ficherelli) betekent. Laboratoriumonderzoek toonde overeenkomsten met in Holland gebruikte technieken en materialen en Wheelock zag parallellen met andere vroege werken van Vermeer.

Wheelocks theorie werd in 2014 ondersteund door nieuw onderzoek. Voorafgaand aan de verkoop door de erven Piasecka Johnson, verklaarden onderzoekers van het Rijksmuseum en de Vrije Universiteit Amsterdam op basis van een nieuwe analyse dat de samenstelling van de witte verf overeenkomt met de verf die de schilder in een ander vroeg werk, Diana en haar nimfen (circa 1653-1655) gebruikte, en dat het daarom toch vrijwel zeker om een authentiek stuk gaat. Het gebruikte loodwit dat als ondergrond van het schilderij is gebruikt is volgens de onderzoekers typisch Nederlands en beslist niet Italiaans. Nederlands loodwit werd echter ook naar Italië geëxporteerd, dus critici accepteerden deze conclusie niet voetstoots.

Vermeerexperts als Walter Liedtke, Jørgen Wadum, Frits Duparc en Albert Blankert wezen de toeschrijving aan Vermeer af. De chef-restaurator van het Mauritshuis, Jørgen Wadum, vergeleek de schildertechniek van Sint Praxedis met andere Vermeers. Hij was van mening dat het niet om een Vermeer kon gaan en hield de signatuur voor een latere toevoeging. Volgens Jørgen Wadum ging het om een tweede versie van de hand van Ficherelli. Ook andere experts waren zeer kritisch over de toeschrijving en in 2008 werd Sint Praxedis in de Vermeermonografie van Walter Liedtke niet genoemd.

  Zittende vrouw aan het virginaal ± 1670 The Leiden Collection, New York 25,2 × 20 Een onderzoekscommissie van Sotheby's verklaarde het doek in 2003 tot een authentieke Vermeer. Ook Vermeerkenners als Walter Liedtke en Arthur K. Wheelock jr. erkennen het schilderij als een echte Vermeer.
  Meisje met de fluit


± 1665-1670 National Gallery, Washington 20 × 17,8 Onderzoek door de National Gallery of Art in Washington stelde in 2022 dat dit werk niet van Vermeer is.[2] Volgens het Rijksmuseum is het wel een echte Vermeer.[3]