Locomotief (spoorwegmaterieel)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stoomlocomotief in Dieringhausen, Duitsland; tenderlocomotief 78 468
Twee diesellocomotieven serie NS 2200
Elektrische locomotief reeks 13 van de NMBS in Oostende

Een locomotief wordt gebruikt voor het aandrijven van treinen of rangeerdelen. Bij getrokken treinen trekt de locomotief de trein. Bij trek-duwtreinen kan de locomotief de rijtuigen ook duwen. De locomotief wordt in dit geval bestuurd vanuit een stuurstandrijtuig.

Men kan locomotieven indelen naar hun energiebron:

En naar hun functie, bijvoorbeeld:

Internationaal verkeer[bewerken | brontekst bewerken]

Vanwege de verschillen in bovenleidingspanning tussen de spoorwegen van verschillende landen, moeten treinen met een elektrische locomotief vaak van locomotief wisselen aan de grens. Dat is niet nodig bij het gebruik van diesellocomotieven of meersysteemlocomotieven, zodat men onafhankelijk is van de verschillende bovenleidingsspanningen.

Zie ook spanningssluis.

Steeds meer locomotieven zijn geschikt voor het rijden in verschillende landen. Voor het treinverkeer tussen Nederland en België worden al geruime tijd locomotieven ingezet die onder beide bovenleidingsspanningen kunnen rijden. In dit geval was dit relatief eenvoudig te realiseren doordat de systemen niet sterk van elkaar verschillen: in beide gevallen wordt gelijkspanning gebruikt, alleen de spanning verschilt: in Nederland 1500 V, in België 3000 V. Deze locomotieven dienen dan wel te zijn voorzien van de in de diverse landen gebruikte treinbeïnvloedingssystemen, en door de autoriteiten in die landen te zijn toegelaten.

Zie de categorie Locomotives van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.