Marianna von Martines

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Marianna von Martines
Marianna von Martines
Algemene informatie
Volledige naam Marianna von Martines
Geboren 4 mei 1744
Geboorteplaats WenenBewerken op Wikidata
Overleden 13 december 1812
Overlijdensplaats WenenBewerken op Wikidata
Land Vlag van Oostenrijk Oostenrijk
Werk
Genre(s) symfonische muziek
Beroep componiste, muziekpedagoge, klaveciniste, zangeres, vertaalster
Instrument(en) klavecimbel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Marianna (Anna Catharina) von Martines (ook: Marianne Martines, Maria Anna Martines, Marianna (von) Martinez) (Wenen, 4 mei 1744 – aldaar, 13 december 1812) was een Oostenrijks componiste, muziekpedagoge, klaveciniste, zangeres en vertaalster. Haar vader Nicolò Martinez (1689-1764) was een uit Napels afkomstige ceremoniemeester van de Pauselijke nuntius in Wenen, die de Duitse Maria Theresia (1712-1775) gehuwd had. Marianna was het tweede van zes kinderen uit dit huwelijk. Waarschijnlijk heeft Marianna twaalf broers en zussen gehad, waarvan zeven al op jeugdige leeftijd overleden. Op 23 januari 1774 werden Marianna, haar zuster en vier broers door de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780) in de erfelijke ridderstand opgenomen

Zij was een van de belangrijkste vrouwelijke componisten in de Mozartperiode in Wenen. De hoge kwaliteit van haar muzikale werkzaamheden weerspiegelen zich in getuigenissen van toen, onder andere van de musicoloog Charles Burney. Verder werden zowel de door haar georganiseerde "academiën" alsook haar werken als muziekpedagoge hoog ingeschat.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Martines trad vroeg als componerend wonderkind op en haar door de dichter Pietro Metastasio gesteunde, diepgaande en uitgebreide opleiding maakte haar een veelzijdige muzikaal-literaire ontplooiing mogelijk. Zij trad als zangeres, componiste, klaveciniste en vertaalster naar voren. Martines' vader kwam als vriend van Metastasio in het Michaelerhuis en woonde aldaar als onderhuurder van de dichter. In haar eerste autobiografie noemde Martines maar liefst twee leraren: Joseph Haydn en Giuseppe Bonno. De andere leraren, Nicola Porpora en Johann Adolph Hasse, werden door haar niet genoemd. Pianoles kreeg zij vanaf 10-jarige leeftijd van Joseph Haydn. Haydn woonde ook in hetzelfde huis en zij kreeg iedere dag les, waarvoor de familie Martines Haydn de kost gaf. Al spoedig ontwikkelde Marianna Martines haar talent. Met behulp van haar vader en van de dichter Metastasio kwam Martines al vroeg in contact met belangrijke personen uit politiek, cultuur en maatschappij. Op uitnodiging van keizerin Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780) speelde zij regelmatig aan het hof. Ten minste een keer in de week gaf zij een muzikale soiree in het huis. Na de dood van Metastasio erfden Martines en haar zuster en de broers de nalatenschap van de dichter.

Als eerste vrouw werd zij in 1773 in de "Accademia Filarmonica di Bologna" opgenomen. Toen was deze opname een grote onderscheiding. In de jaren tussen 1780 en 1790 leidde zij een zangschool, die als voorloper-institutie van het Weense conservatorium gezien wordt.

Op 17-jarige leeftijd ging haar derde mis in 1761 in de Weense hofkerk Sint Michaël in première. Het is bekend dat de muziektheoreticus Padre Giovanni Battista Martini haar werken waardeerde. Haar sonates voor piano in E-majeur en A-majeur werden in 1760 in een anthologie van de muziekuitgever Johann Ulrich Hafner gepubliceerd. Het was een erkenning voor de kwaliteit van de composities. Het bekendste werk van Martines is ongetwijfeld het oratorium Isacco figura del redentore (1782) op een tekst van Pietro Metastasio, dat met veel succes in de Wiener Tonkünstler-Sozietät in première ging.

Op 13 december 1812 overleed Martines als gevolg van tuberculose, drie dagen na de dood van haar zuster Antonia, met wie zij jaren samengeleefd had.

De musicoloog Charles Burney schreef over Marianna Martines:

Zij overtrof inderdaad alles wat ik verwacht had. Zij zong twee aria's van haar eigen composities op woorden van Metastasio, en begeleidde zichzelf op het klavecimbel en uit de meesterlijke manier waarop zij de ritornellen speelde, kon ik opmaken, dat zij virtuoze vingers had....

Composities[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor orkest[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1770 Sinfonie C-Dur

Concerten voor instrumenten en orkest[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1772 Concerto per il clavicembalo G-Dur (Concert voor klavecimbel in G-majeur)
  • 1776 Concerto per il Cimbalo E-Dur (Concert voor klavecimbel in E-majeur)
  • Concerto per il clavicembalo in A (Concert voor klavecimbel in A-majeur)
  • Concerto [per il clavicembalo] in C (Concert voor klavecimbel in C-majeur)

Missen en andere kerkmuziek[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1760 Seconda Messa in G-majeur
  • 1761 Terza messa in C-majeur
  • 1762 Litanei Nr. 1 in D-majeur
  • 1765 Quarta messa in D-majeur
  • 1767 Regina caeli in C-majeur
  • 1768 Miserere mei Deus
  • 1769 Miserere: Pietà Signore
  • 1770 Quemadmodum desiderat cervus
  • 1774 Dixit Dominus
  • 1775 Litanei Nr. 2 in G-majeur
  • In exitu Israel, Psalm voor solisten, gemengd koor en orkest
  • Laudate Pueri Dominum - Psalm 112
  • Mis nr. 1 in C-majeur
  • Kyrie
  • Et vitam venturi

Cantates[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1767 Scelte d’arie composte per suo diletto
  • 1769 Se per tutti ordisce amore, - tekst: Pietro Metastasio "L’eroe cinese"
  • 1769 Per pietà bell’idol mio - tekst: Pietro Metastasio "Ataraserse"
  • 1778 La tempesta
  • 1779 Amor timido
  • 1783 Il nido degli amori
  • 1786 Orgoglioso fiumicello
  • Perchè compagne amate, perchè tanto stupor!
  • Il consiglio
  • Il primo amore
  • La primavera

Oratoria[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1782 Isacco figura del redentore, oratorium - tekst: Pietro Metastasio
  • Santa Elena al Calvario, oratorium

Motetten[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1760 Ne maris ira insana..., motet
  • 1760 Erramus absque duce..., motet
  • 1762 Dell’ innocenza..., motet
  • 1762 Maggior d’ogni periglio..., motet
  • 1765 Erubeas Tiranne de Sanctus Joannes, motet
  • 1765 A nimbis insultata..., motet
  • 1768 Ad te, mi Deus..., motet
  • 1768 In te felix et tranquilla..., motet
  • 1768 Suas clpas cogitando, motet
  • 1768 Palpitat cor..., motet
  • O virgo cui salutem..., motet
  • Per avia nemorosa...

Werken voor klavecimbel[bewerken | brontekst bewerken]

  • voor 1767 Sonate
  • voor 1767 Sonate in E-majeur
  • 1769 Sonate in A-majeur[1]

Media[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Eva Marx, Gerlinde Haas: 210 Österreichische Komponistinnen vom 16. Jahrhundert bis zur Gegenwart - Biographie, Werk und Bibliographie, Ein Lexikon. Salzburg: Residenz 2001.
  • Irving Godt: Marianna in Vienna: A Martines Chronology, in: The Journal of Musicology Vol. XVI/1. 1998. pp. 136–147.
  • Charles Eugene Claghorn: Women composers and songwriters. A concise biographical dictionary, Lanham, Md: Scarecrow Press, 1996, 247 p. ISBN 978-0-585-03162-0
  • Irving Godt: Marianna in Italy: the International Reputation of Marianna Martines (1744-1812), in: Journal of Musicology 13. 1995. pp. 136–158
  • Sally Fortino: Marianna Martinez - zum 250. Geburtstag der Musikerin und Komponistin, in: Clingklong: Musikszene Frau. Zeitschrift des FrauenMusikForums Schweiz. 33. 1994. S. 1-38.
  • Barbara Harbach: Eighteenth-Century Women Composers for the Harpsichord or Piano, 2 Vol. Pullmann/Wa. 1992.
  • Adel Heinrich: Organ and harpsichord music by women composers, New York: Greenwood Press, 1991. 373 p., ISBN 978-0-313-26802-1
  • Marianna Martines = Martinez : Pupil of Haydn and Friend of Mozart, in: Inter-American Music Review, 11-1, 1990, p. 25-44
  • Rosario Marciano: Marianne de Martinez, in: Annäherung an 7 Komponistinnen (Barbara Strozzi, Marianna (von) Martines, Fanny Hensel-Mendelssohn, Elisabeth Lutyens, Sofia Gubaidulina, Barbara Kolb, Viera Janárceková). Mit Berichten, Interviews und Selbstdarstellungen. Brunhilde Sonntag und Renate Matthei (Hg.). Kassel: Furore-Edition 1988, S. 19-25., 72 S., ISBN 978-3-9801326-6-4
  • Bruce C. MacIntyre, Jens Peter Larsen (Fwd.): The Viennese concerted mass of the early classic period, Ann Arbor, Michigan: UMI Research, 1986, 764 p.
  • Karen Lynn Fremar: The life and selected works of Marianna Martines (1744-1812), University of Missouri. Kansas City/Mo. 1983. dissertation.
  • Patricia Adkins Chiti: Donne in musica, Rome: Bulzoni Editore, 1982, 200 p.
  • Carol Neuls-Bates: Women in music - An anthology of source readings from the Middle Ages to the present, New York: Harper & Row, 1982, 351 p.
  • Eva Weissweiler: Komponistinnen aus 500 Jahren, Frankfurt-am-Main: Fischer Taschenbuch Verlag, 1981.
  • Charles Burney: Tagebuch einer musikalischen Reise, Nachdr. der Ausg. Hamburg 1772-73. Wilhelmshaven: Heinrichhofen 1980. Vollständige Ausgabe: Kassel: Bärenreiter 2003.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]