Matthias de Vries

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Matthias de Vries
(De Vries door J.H. Neuman)
Algemene informatie
Geboren 9 november 1820
Geboorteplaats Haarlem
Overleden 9 augustus 1892
Overlijdensplaats Leiden
Beroep taalkundige
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Gedenkplaat (Rapenburg, Leiden)

Matthias de Vries (Haarlem, 9 november 1820Leiden, 9 augustus 1892) was een Nederlands taalkundige.

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

De Vries werd in 1820 geboren als zoon van Abraham de Vries en Hillegonda van Geuns. Hij was de broer van minister van Justitie Gerrit de Vries Azn.

Hij werd op 28 april 1837 student aan de Rijksuniversiteit Leiden en promoveerde op 13 december 1843 in de Letteren. Na aan het Stedelijk Gymnasium aldaar Nederlands en geschiedenis gedoceerd te hebben, deed hij op 28 november 1849 zijn intrede als hoogleraar te Groningen. Vervolgens werd hij benoemd in Leiden en sprak daar op 29 oktober 1853 zijn inaugurele rede uit. Daar moest hij wederom de taal- en letterkunde combineren met de vaderlandse geschiedenis, totdat in 1860 Robert Fruin dat laatste vak overnam. Hij kon zich nu concentreren op de kennis van de Nederlandse letteren, de beoefening van de Nederlandse taal, de taalkunde en de lexicografie, totdat hij met emeritaat ging op 15 september 1891.

Samen met L.A. te Winkel zette hij het Woordenboek der Nederlandsche Taal op, in de later naar hen beiden genoemde spelling-De Vries en Te Winkel.

In 1979 werd door de Universiteit Leiden de Matthias de Vrieshof gebouwd. Dit universiteitsgebouw (onderdeel van de faculteit geesteswetenschappen) is naar hem vernoemd.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

  • P.C. Hooft, Warenar, met eene inleiding en aanteekeningen (Leiden 1843)
  • Brief aan Dr. W.J.A. Jonckbloet, bijdrage tot de kritiek en verklaring van Karel den Groote en zijne XII pairs (Leiden 1845)
  • De Nederl. taalkunde, beschouwd in hare vroegere geschiedenis, tegenwoordigen toestand en eischen voor de toekomst (Haarlem 1849)
  • De heerschappij over de taal, het beginsel der welsprekendheid (Groningen 1850)
  • De Nederl. taalkunde in haren aard en hare strekking, Haarlem 1853. De beide laatste stukken zijn inaugurele redevoeringen.
  • De visscherijen, geheeten het Vroon, ten jare 1433 aan de stad Leyden in erfpacht gegeven (Leiden 1858)
  • Die Nordfriesche Sprache, nach der Moringen Mundart, van B. Bendsen, met eene inleiding (Leiden 1860)
  • Ontwerp van een Nederlandsch woordenboek. Verslag der commissie in de vergadering van het 3e Nederlandsche Congres te Brussel 31 Aug. 1851 voorgedragen (Groningen 1852).
  • Proeve van Middelnederlandsche taalzuivering. Voorbereidende opmerkingen voor de aanstaande uitgave van een Middelnederlandsch Woordenboek (Haarlem 1856)
  • Mededeelingen en opmerkingen, betreffende het Nederlandsch woordenboek (1865).

Met L.A. te Winkel:

Verder gaf hij (1844-1849) de Lekenspiegel van Boendale, met inleiding en glossarium, in het licht, en met Verwijs den Spieghel Historiael van Maerlant (3 deelen, 1858-1863), 1873-'76 gevolgd door de 2de Partie van dat werk, door Philip Utenbroeke gedicht. Voorts talloze bijdragen in taalkundige tijdschriften.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Het Woordenboek der Nederlandsche Taal, 1e deel 1882, door De Vries en Te Winkel
  • Dirk Geirnaert, Rob Tempelaars & Roland de Bonth, Matthias de Vries aan het woord. Uitgave ter gelegenheid van het Matthias de Vriesjaar 2020. Uitgeverij Scriptum 2020.
  • Lo van Driel en Jan Noordegraaf, De Vries en Te Winkel, een duografie. Den Haag/Antwerpen 1998. ISBN 9075566778
  • M. de Vries, Brieven aan H.J. Koenen. Ingeleid en bezorgd door Sigrid de Jong, Mimi Lakeman, Jan Noordegraaf, Suzanne Pijnacker en Eva Wilders. Amsterdam/Münster 1998. ( = Cahiers voor taalkunde, 17). ISBN 9072365542
  • Jan Noordegraaf, Norm, geest en geschiedenis. Nederlandse taalkunde in de negentiende eeuw. Dordrecht/Cinnaminson 1985. ISBN 9067651192
  • Jörg Ahlgrimm-Siess und Johannes Mücke, 'Ich bin auf der Jagd nach einigen in Holland gedruckten Schriften.... Der Briefwechsel zwischen Matthias de Vries und Hugo Schuchardt', in: Bausteine zur Rekonstruktion eines Netzwerks III: Schuchardt und die Kreolistik im 19. Jahrhundert. 2. Teil. Herausgegeben und eingeleitet von Bernhard Hurch, Johannes Mücke & Jörg Ahlgrimm-Siess, 7-61. Grazer linguistische studien 78, Herbst 2012. (Online Edition)
  • Meer informatie over de correspondentie tussen Guido Gezelle en Mathias De Vries is terug te vinden op www.gezelle.be[1]
Voorganger:
David Bierens de Haan
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1873-1874
Opvolger:
Adriaan Heynsius

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Matthias de Vries van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
  1. Mathias De Vries. Gezelle. Gearchiveerd op 29 juni 2021. Geraadpleegd op 29 juni 2021.