Musée des Beaux-Arts de Dijon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Musée des beaux-arts de Dijon)
Musée des Beaux-Arts de Dijon
Museum voor Schone Kunsten
van Dijon
Het hertogelijk paleis
Locatie Paleis van de hertogen van Bourgondië, BP 1510, 21033 Dijon
Coördinaten 47° 19′ NB, 5° 3′ OL
Oppervlakte 3788 m²
Type Kunstmuseum
Thema Oud-Egyptische kunst, Beeldhouwkunst, Kunstobjecten, Schilderijen, Grafische kunst
Opgericht 1787
Huisvesting
Monumentstatus Nationaal monument
Aantal bezoekers 154127 (2010)
Website
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Het Musée des Beaux-Arts de Dijon of Museum voor Schone Kunsten van Dijon is een van de grootste musea van Frankrijk, gevestigd in de stad Dijon in het vroegere Paleis van de hertogen van Bourgondië, in het centrum van de stad.[1]

De collecties[bewerken | brontekst bewerken]

Praalgraven[bewerken | brontekst bewerken]

Prominent aanwezig in het museum zijn de praalgraven van Filips de Stoute, Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren, oorspronkelijk opgesteld in Champmol, het mausoleum voor de Bourgondische hertogen.

Egyptische antiquiteiten[bewerken | brontekst bewerken]

Portret van man met baard, schilderij op hout, 3e eeuw na Chr.

Het museum bezit ongeveer 1000 werken, waarvan er 340 tentoongesteld zijn. Ze houden alle verband met begrafenisrituelen. Het meest waardevol zijn de doodsmaskers uit de Romeinse periode en de 11 zogenaamde Fajoemportretten.

De Kapittelzaal[bewerken | brontekst bewerken]

De Kapittelzaal herbergt de resten van de Heilige Kapel[2] en van de Orde van het Gulden Vlies, ingesteld door Philips de Goede in 1430.

De erfenis van de Bourgondische staat[bewerken | brontekst bewerken]

Het museum bezit ook een belangrijke collectie Primitieven, Vlaamse- la Nativité van Robert Campin -, Zwitserse en Duitse - L’Empereur Auguste et la Sibylle in Tibur van Konrad Witz -, en Italiaanse - de Triptiek van Ambrogio Lorenzetti. De collecties van het museum getuigen ook van de belangrijkheid van lokale kunstenaars en hun productie: de architect en houtbewerker Hugues Sambin (1520-1601) tijdens de Renaissance, de schilders Jean Tassel en Philippe Quantin (1600?-1636) en de beeldhouwer van de barok Jean Dubois in de 17e eeuw, de leden van de École de Dessin (Tekenschool) van Dijon - Naigeon, Gagneraux, Pierre-Paul Prud'hon rond de eeuwwisseling 18e - 19e eeuw, de beeldhouwers Emmanuel Frémiet 1824-1910) en François Rude (1784-1865) en de beroemde dierenbeeldhouwer François Pompon eind 19e - begin 20e eeuw.

De schilderkunst tijdens de Renaissance (18e eeuw)[bewerken | brontekst bewerken]

Lorenzo Lotto, Titiaan en Veronese vertegenwoordigen de Italiaanse renaissance, la Dame à sa toilette het raffinement van de École de Fontainebleau. Buitenlandse scholen van de 17e eeuw met bijvoorbeeld de Fluwelen Brueghel, Peter Paul Rubens, Guido Reni hangen naast de werken uit Parijs, waar ook aan het koninklijke hof schilders actief waren, Philippe de Champaigne, Eustache Le Sueur of Charles Le Brun, terwijl het doek Het uitblazen van de lamp van Georges de la Tour de invloed laat zien van het caravaggisme in het oosten van Frankrijk. In het contemporaine decor van de salon Gaulin, met zijn lambriseringen, illustreren de doeken de grote variëteit in stijlen: historische stukken (met Charles André van Loo, Gaspare Diziani, Pompeo Batoni, Giambattista Tiepolo), portretten (Jean-Marc Nattier, Jean-Baptiste Greuze), genrestukken (Colson), landschappen (Hubert Robert, Georges Lallemant, Francesco Guardi) en stillevens (Jean-Baptiste Oudry).

Kunst van de 19e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Naast een belangrijke verzameling beelden uit de 19e eeuw moeten de schilderijen genoemd worden van de romantici (Théodore Géricault, Prud’hon, Richard Parkes Bonington, Eugène Delacroix), Honoré Daumier, de realisten (Gustave Courbet), de officiële artiesten (William Bouguereau, James Tissot) en de onafhankelijken (Claude Monet, Édouard Manet, Alfred Sisley, Camille Pissarro, Henri-Edmond Cross) en de symbolist (Odilon Redon).

De moderne kunst[bewerken | brontekst bewerken]

De sectie moderne kunst omvat onder andere doeken van kubisten (Georges Braque, Juan Gris), expressionisten (Rouault), en werken van de School van Parijs van de jaren 1950 - 1970 (Charles Lapicque, Jean Le Moal, Vieira da Silva, Nicolas de Staël, Jean Messagier, Étienne Hajdu, Véra Pagava, Alfred Manessier). Jean Manessier is met dertig werken zeer goed vertegenwoordigd.

De grootste verzameling beelden van de beroemde beeldhouwer François Pompon is hier te vinden.

De grafische kunst[bewerken | brontekst bewerken]

Deze afdeling bezit niet minder dan 10500 tekeningen en 60000 gravures, waardoor het een van de rijkste musea van Frankrijk is op dit gebied. Genoemd moet worden het werk van Nicolas Poussin, Antoine Watteau, Jean-Baptiste Greuze, Annibale Carrache, Le Guerchin, Rosalba Carriera, Théodore Géricault, Eugène Delacroix, Honoré Daumier, Jean-François Millet, Théodore Rousseau, Henri-Edmond Cross, Amedeo Modigliani, Jacques Villon, Nicolas de Staël...

Belangrijke werken[bewerken | brontekst bewerken]

Een voortgangsexpositie maakt het de bezoekers van het museum mogelijk inzicht te krijgen van de invloed van beslissingen die de kunstenaar neemt naarmate zijn werk vordert.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Sophie Jugie et Emmanuel Starcky. L'art des collections, bicentenaire du musée des beaux-arts de Dijon. Musée des beaux-arts de Dijon, 2000. 431 pag.ISBN 2911404629.
  • Sophie Jugie, Françoise Baron et Benoît Lafay. Les tombeaux des ducs de Bourgogne: Création, destruction, restauration. Somogy, 2009. 231 pag. ISBN 2757202944.
  • Pierre Quarré et Monique Geiger. Musée des Beaux-Arts de Dijon, Catalogues des peintures françaises. Musée des beaux-arts de Dijon, 1960.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]