Osteocyt

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voorbeeld van een structuur van een bot met de locatie van de osteocyt aangegeven.

Een osteocyt[1][2] is de meest voorkomende cel in botweefsel. Nadat een osteoblast vast komt te zitten tijdens het vormen van de botmatrix, transformeert hij tot een osteocyt. Hierbij is hij omgeven door gemineraliseerd bot en collageenvezels. De osteocyt bevindt zich dan in de botlacune. Osteocyten zijn met elkaar verbonden via lange canaliculi, die gebruikt worden voor het uitwisselen van mineralen, voedingsstoffen en afvalstoffen. Dit netwerk van kanalen is complex en heeft bij de mens naar schatting een totale lengte van 175000 km.[3] Daarnaast hebben deze een functie in het meten van de vloeistofschuifstroomkrachten door de kanalen.[2] Osteocyten zijn net als osteoblasten en zenuwcellen niet in staat tot mitotische deling. Toch is in vergelijking met zenuwcellen het osteocytennetwerk zeer dynamisch, dankzij de continue botremodeling.[3]

Functies[bewerken | brontekst bewerken]

  • Reguleren van de balans tussen opbouw en afbraak van botweefsel via het meten van de vloeistofschuifstroomkrachten en hormonale factoren en osteocytische osteolyse.
  • Zorgen voor de instandhouding van de botmatrix door het produceren van signaalstoffen.
  • Bijdragen aan de homeostase door opbouw en afbraak van vooral calciumfosfaat in het mineraalreservoir.[4]

Literatuurverwijzingen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
  2. a b L. Bonewald, 'The Amazing Osteocyte', Journal of Bone and Mineral Research, 2011, Nr. 26(2), 229-238.
  3. a b P. Buenzli en N. Sims, Bone, 2015, Nr. 75, 144-50.
  4. M. Kerschnitzki, J Bone Miner Res., 2013, Nr. 28(8), 1837-45.