Overleg:Bill of Rights (Verenigde Staten)

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Amerikaanse grondwet.


De Grondwet van de Verenigde Staten (Heet in het engels: Constitution of the United States) is de hoogste wet van de Verenigde Staten van Amerika en de oudste geschreven nationale grondwet die nog wordt gebruikt. De grondwet was klaar op 17 september 1787, de constitutie zorgde in 1789 voor een scheiding tussen de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht. Iedere “overheidstak” controleert beslissingen van de anderen en andersom. De grondwet staat boven alle andere Amerikaanse wetten en verdragen die de president en het congres hebben goedgekeurd. Daarnaast bepaalt de grondwet dat iedereen voor de wet gelijk is. Alle deelstaten zijn gelijk aan elkaar en dienen een democratische vorm te hebben, waarbij de macht bij het volk ligt.

Vijfde Amendement[brontekst bewerken]

"No person shall be held to answer for a capital, or otherwise infamous crime, unless on a presentment or indictment of a Grand Jury, except in cases arising in the land or naval forces, or in the Militia, when in actual service in time of War or public danger; nor shall any person be subject for the same offense to be twice put in jeopardy of life or limb; nor shall be compelled in any criminal case to be a witness against himself, nor be deprived of life, liberty, or property, without due process of law; nor shall private property be taken for public use, without just compensation." [1]
"capital crime": misdaad waarop de doodstraf staat, halsmisdaad;
"otherwise infamous crime": zware misdaad, misdaad waarop gevangenisstraf staat (toespitsing Supreme Court 1922);
"unless on a presentment or indictment of a Grand Jury" geeft aan dat een beklaagde zich voor een jury niet mag beroepen op zwijgplicht. - Art Unbound 13 mrt 2007 21:00 (CET)[reageer]

  1. Fifth Amendment

Dit stuk verplaats ik naar het specifieke artikel over het 5e amendement: Hiervan afgeleid is de zgn. Miranda Warning, die inhoudt dat iedere arrestant vóór politieondervraging wordt gewezen op zijn rechten: het recht om te zwijgen, het recht op een (pro Deo) advocaat, maar ook dat alles wat hij zegt tegen hem kan worden gebruikt. Dit is een toespitsing van het in het Vijfde Amendement vastgelegde recht dat niemand tegen zichzelf hoeft te getuigen. Sturman