Overleg:Les Misérables (boek)

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Laatste wijziging terug gedraaid ivm auteur, zie: http://www.biblioweb.nl/auteurs/hugo.htm Samenvatting

Na negentien keer in de gevangenis is Jean Valjean vrij. Maar door zijn verleden en zijn ‘gele paspoort’ wil niemand iets met hem te maken hebben. Als hij vraagt om onderdak, laat niemand hem binnen. Door een vrouw die medelijden met hem heeft omdat hij in de buitenlucht moet slapen, wordt hij naar Myriel, de bisschop van Digne gestuurd. Deze wordt als een heilige aangekeken door al het liefdadigheidswerk dat hij doet. Monseigneur Bienvenu, zoals de bisschop ook wel heet, geeft hem voedsel en onderdak, ook al is hij op de hoogte van het verleden van Jean. ‘s Nachts wordt hij wakker en kan hij de gedachte aan het zilverwerk van de bisschop niet weerstaan(= niet verzetten tegen). Hij sluipt de kamer van Myriel in. Hij blijft een tijdje staan kijken naar de slapende man. Als de bisschop merkt dat het tafelzilver is gestolen is hij niet kwaad. Hij voorkomt zelfs dat Jean weer in de gevangenis terecht komt door hem tegenover de politie te verdedigen. Jean krijgt ook de twee zilveren kandelaars mee van de bisschop, met de boodschap dat hij nu niet meer tot het kwade behoord. Jean steelt in zijn crisis(= periode van werkeloos) een munt van een kleine jongen, maar daarna komt hij al snel tot een nieuw leven. Er wordt verteld hoe Fantine uiteindelijk haar dochter, Cosette, achterlaat bij het echtpaar Thenardier, daar zij niet meer instaat is om zichzelf en haar kind te onderhouden. Fantine zelf keert terug naar haar geboorteplaats Montreuil-sur-Mer om werk te vinden, zodat zij financieel rond kan komen, zij moet namelijk ook maandelijks een bedrag sturen aan haar kind. Hier komt Jean Valjean weer op het toneel, alleen nu onder de schuilnaam Madeleine. De man is erg veranderd en heeft als succesvol fabrikant veel goeds voor de mensen gedaan. Hij is erg vrijgevig aan de armen. De mensen waarderen hem erg, mede doordat hij erg bescheiden is. Uiteindelijk wordt hij, onder heel wat protest, tot burgemeester benoemd. Fantine krijgt een baan in de fabriek van Madeleine. Het lijkt allemaal goed te gaan totdat men er achter komt dat Fantine een onwettig kind heeft en ze buiten weten van Madeleine om wordt ontslagen. Fantine komt al snel in de problemen, doordat het echtpaar Thenardier haar bedriegt en Cosette als melkkoe en slaafje gebruikt. Fantine moet steeds meer geld sturen terwijl ze dat niet heeft. Fantine doet er alles aan om geld te verdienen, maar zij belandt uiteindelijk in de goot. Het is Meneer Madeleine die haar uiteindelijk uit de gevangenis en uit goot helpt. Hij geeft haar onderdak en haar baan terug. Fantine is echter erg ziek en mist haar dochter heel erg. Ze doen verscheidene pogingen om Cosette terug te krijgen, maar haar pleegouders werken niet mee, ze verdienen veel te veel geld aan Cosette. Ondertussen heeft Madeleine zichzelf aan gegeven (na veel overwegingen of hij het wel of niet zou doen) bij de rechtbank, omdat anders een ander, die voor Jean Valjean werd gezien zou worden veroordeeld. Net als Madeleine op ziekenbezoek is bij Fantine wordt hij ingerekend door agent Javert. Javert had toch al een vermoeden gehad over wie Madeleine werkelijk was. De klap is zo groot voor Fantine dat ze overlijdt. Madeleine is woedend en maakt Javert uit voor moordenaar. Jean Valjean ontsnapt. Jean Valjean die ondertussen weer opgepakt is door de politie en ook al snel weer ontsnapt, gaat op zoek naar Cosette, dat had hij voordat Fantine stierf aan haar beloofd. Hij komt daar aan met Kerst, en vindt haar midden in het bos: schaars gekleed, op blote voeten en zeulend met een emmer water. Cosette wordt als een soort Assepoester behandeld. Jean weet in de eerste instantie niet dat hij met Cosette te maken heeft, maar hij helpt het arme kind. In de herberg van de familie Thenardier aangekomen ziet hij hoe slecht de zaken er voor staan. De familie, die niet weet waarvoor hij komt, heeft al snel door dat hij geld heeft, en buit hem flink uit. Jean treed op als beschermer van Cosette die niet eens mag spelen. Jean Valjean neemt, tot grote woede van Thenardier, Cosette mee. Cosette gaat voortaan als dochter van Jean door het leven. Al snel worden ze weer door de politie achtervolgt. Ze komen terecht in het klooster ‘Le Petit Picpus’. Hier komt Jean een oude bekende tegen die hem aan een baantje in het klooster helpt, zo is hij voorlopig veilig. Jean krijgt weer een andere naam, ‘Ultime Fauchelevent’, hij doet alsof hij de broer is van de tuinman die er ook is. Cosette groeit op in het klooster. De straatjongen Gavroche, was in het echt geen wees, maar van zijn ouders hoorde hij niks meer. (Hij blijkt later de zoon te zijn van Thenardier) Hij leefde op straat en daar voelde hij zich ook het beste. De rijke burger Gillenormand, is een apart figuur. Het lijkt alsof bij hem de tijd heeft stil gestaan, alsof hij nog in de vorige eeuw leeft. Hij zorgt voor zijn kleinzoon Marius. Marius ziet zijn vader, generaal Pontmercy, nooit, zijn opa heeft hem benoemd als een schurk omdat hij in het leger zit. Later komt Marius de waarheid te weten over zijn vader, die gestorven is. Hij krijgt veel waardering voor zijn vader en tegelijkertijd wordt hij ook een 'aanhanger’ van Napoleon. Zijn verzorger wordt woedend als hij dit bemerkt en zet hem de deur uit. Marius gaat op zichzelf wonen. Hij wordt verliefd op Cosette die hij ziet als zij met haar vader uit wandelen gaat. Hij heeft Jean gedoopt als Le blanc. Hij blijkt de buurman van de inmiddels failliet gegaan familie Thenardier te zijn. Door het gat in de muur kan hij zien wat voor schurken het zijn. Zo komt Jean Valjean op ongelukkige wijze weer met politieagent Javert in contact. Jean weet weer te ontsnappen door het raam. Jean Valjean is met Cosette alweer vertrokken naar een ander huis. Marius die zijn geliefde niet meer thuis treft, was erg verdrietig. Hij had graag met haar willen trouwen, maar had hiervoor geen toestemming gekregen. Hij schrijft Cosette een brief en besluit dat hij wil sterven. Tegelijkertijd is Jean er achter gekomen dat Cosette en Marius gek zijn op elkaar. Hij is erg jaloers. Uiteindelijk vechten Marius, Jean Valjean en Gavroche samen op de barricaden. Javert is gevangen in de barricaden, Jean krijgt de opdracht om hem buiten de barricaden te fusilleren. Dit zou een goede gelegenheid zijn om zich te wreken, tenslotte heeft hij bijna al zijn ellende aan hem te wijten. Maar Jean laat hem gaan. Gavroche komt om het leven doordat hij zich buiten de barricaden waagt om patronen te verzamelen. Marius draagt het lijk van hem weg. Ook Marius zelf raakt zwaar gewond. Hij wordt met veel pijn en moeite gered door Jean, door het riool heen. Marius is zwaar gewond naar zijn schoonvader gebracht. Die ziet dat Marius echt heel veel van Cosette houd en als hij ziet dat Marius daarnaast ook nog van hem houd krijgt hij toch toestemming om te trouwen. Jean, die zich heeft overgegeven aan Javert, is stom verbaasd als die hem op zijn beurt laat gaan. Later blijkt dat Javert zelfmoord heeft gepleegd. Bij de bruiloft van Marius en Cosette wordt Jean een kamer in het huis waar zij zullen gaan wonen aangeboden. Jean is hier niet echt blij mee. Hij vertelt Marius uiteindelijk zijn levensverhaal. Marius komt zo dus te weten dat hij helemaal niet de vader van Cosette is. Jean gaat weg. Hij komt zijn dochter geregeld opzoeken, maar dit wordt een aflopende zaak. Marius heeft niet zoveel vertrouwen in Jean nu hij van zijn verleden af weet. Jean merkt dat hij snel oud wordt. Op een dag komt Thenardier Marius hem opzoeken. Zijn bedoeling is om Jean zwart te maken en geld te verdienen, maar de bedoeling gaan anders. Marius komt nu juist de echte waarheid omtrent zijn schoonvader te weten, namelijk dat die degene was geweest die zijn leven had gered (Dit had Jean hem nooit verteld). Het dringt tot hem door wat voor een fantastische man het eigenlijk was. Spoedig gaat hij met Cosette naar hem toe. Jean was net stervende van ellende. Hij is ziels gelukkig als hij zijn ‘dochter’ weer terug ziet. Alle puzzelstukjes vallen in elkaar. Cosette wil dat haar vader weer met hun mee naar huis gaat, maar Jeans leven zit erop. Als hem gevraagd wordt of hij een pastoor wil zegt hij terwijl hij naar boven kijkt dat hij er al een heeft, waarschijnlijk doelde hij op de reeds overleden Myriel. In de laatste minuten van zijn leven geeft hij de twee zilveren kandelaars aan Cosette. Hij sterft in de armen van Cosette en Marius. Zijn wens was begraven te worden, op een rustige plaats onder een ruwe steen zonder naam

Over het sjabloon {twijfel-gedeelte}[brontekst bewerken]

De samenvatting laat op meerdere plekken te wensen over. De algehele indruk is dat deze geschreven is n.a.v. de musical Les Misérables en niet n.a.v. het boek van Victor Hugo. De rol van Marius is twijfelachtig beschreven. Hij wordt hier de leider van de opstand genoemd. Volgens de Engelse versie van het artikel Les Misérables (het boek) is dit echter net als in de musical ene Enjolras. Ook komt het geheel niet echt proffesioneel c.q. encyclopedie-waardig over. Mark Coenraats 26 apr 2008 18:43 (CEST)[reageer]

Ik ben het met u eens, maar Marius wordt in het Engelse boek wel degelijk als leider aangemerkt. Op pagina 1138 van de unabridged version, vraagt Marius waar de leider is, waarop Enjolras 'You're the leader' zegt. Hij wordt dus benoemd tot leider.

Ik ben het met de heer Coenraats eens. Ik denk niet dat Marius in het boek wordt neergezet als een van de leiders. Enjolras (in naam nog steeds de officiële leider van de revolutie) noemt Marius inderdaad de leider, maar pas na het zogenaamde 'powderkeg incident' waar Marius erin slaagt om de eerste aanval op de barricade af te slaan, door te dreigen de barricade op te blazen. Daar zijn de rest van de revolutionairen zo blij mee, dat ze hem binnenhalen als een held. Daarna verdwijnt Marius op de achtergond in de barricadescene. Verder is hij in het boek ook niet betrokken bij de voorbereidingen. hij gaat slechts een keer naar een bijeenkomst. Daarnaast wordt hij beschreven als een aanhanger van Napoleon Bonaparte, juist de eerste persoon die Enjolras en de andere revolutionairen verachtten. Dus, samengevat denk ik dat de heer Coenraats duidelijk gelijk heeft wat dit punt betreft.