Overleg:Slag om de IJzer

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Ik lees:

Op 25 oktober 1914 wordt de situatie zo kritiek dat de Belgische regering besluit om alles tussen de IJzer en de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide onder water te zetten. Onderzoeksrechter Feys van Veurne is de bedenker van dit plan. Hij suggereert het aan kolonel Wielemans van het Belgisch hoofdkwartier. Dijkmeester Karel Cogge wordt erbij geroepen en onder zijn supervisie opent Hendrik Geeraert in de nacht van 28 op 29 oktober 1914 bij vloed de sluizen van Veurne-Ambacht aan de Ganzepoot in Nieuwpoort en het water sijpelt het land binnen. Dit wordt nog zo'n zes keer herhaald. De Duitsers hebben de list niet door omdat het water slechts heel langzaam stijgt. Ondertussen worden Pervijze, Ramskapelle, Nieuwpoort en Diksmuide onophoudelijk gebombardeerd.

Een aantal opmerkingen:

De Belgische regering? Ik dacht dat de Belgische regering al lang in Frankrijk zat. De leiding van de militaire operaties was helemaal in handen van de Belgische legerstaf. Koning Albert trad op als opperbevelhebber van het Belgisch leger. dus stel ik voor "Belgische regering" te vervangen door "Koning Albert als opperbevelhebber van het Belgische leger.

Alles ???? Duidelijker zou zijn: "de polder".

Onderzoeksrechter Feys was niet de bedenker van het plan te inunderen. Correct is: Onderzoeksrechter Feys wijst Kolonel Wielemans op dat een oud plan voor inundatie dat toen aanleiding gaf tot het betalen van vergoedingen aan boeren. Omzeggens alle inwoners van het poldergebied van de IJzervlakte waren zich bewust van de mogelijkheden van inundaties als onderdeel van militaire defensieve operaties. Het Belgische leger was vertrouwd met de militaire waarde van onderwaterzettingen. Inundaties waren een onderdeel van de vesting Antwerpen. Op 21 oktober was reeds een deel van de polder Noord van de IJzer onder water gezet.

Karel Cogge was geen dijkmeester. Hij was een toezichter bij de Noord Watering Veurne, het geheel van grachten, sloten en vaarten dat de IJzervlakte Zuid van De IJzer ontwatert. En hij heeft zeker geen supervisie uitgeoefend op Hendrik Geeraert bij het openen van de sluizen van Veurne-Ambacht.

Het water "sijpelde" niet het land binnen. Het zeewater stroomde krachtig in de Noordvaart en verspreidde zich verder door de sloten en grachten over de polder. Het openen van de sluizen wordt niet zes keer herhaald. De sluizen werden geopend bij hoog water en weer gesloten wanneer het water in de Noordvaart even hoog is als het niveau van de zee. Dat maneuver wordt bij de volgende hoge getijden, om de twaalf uur, nog enkele keren herhaald.

En er is geen sprake van "list". Om redenen waarover men enkel kan speculeren hebben de Duitsers het belang van het sluizencomplex en de mogelijkheden tot inundatie niet erkend. Pas wanneer gans de polder in een ontoegenkelijke watervlakte is veranderd geven ze zich rekenschap van het gebeurde.


Van daar mijn voorstel voor een betere tekst:


Op 25 oktober 1914 wordt de situatie zo kritiek dat Koning Albert, de opperbevelhebber van het Belgische leger, besluit om de polder tussen de IJzer en de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide onder water te zetten. Onderzoeksrechter Feys had Kolonel Wielemans van het Belgisch hoofdkwartier gewezen op een oud plan voor inundatie dat toen aanleiding had gegeven tot het betalen van vergoedingen aan boeren. Overigens waren omzeggens alle inwoners van het poldergebied van de IJzervlakte zich bewust van de mogelijkheden van inundaties als onderdeel van militaire defensieve operaties. Ook het Belgische leger zelf was vertrouwd met de militaire waarde van onderwaterzettingen. Inundaties waren een onderdeel van de vesting Antwerpen. Op 21 oktober was reeds een deel van de polder Noord van de IJzer onder water gezet door aan het sluizencomplex van Nieuwpoort de verlaten van de Kreek van Nieuwendamme te openen. Het plan zelf wordt opgesteld door de staf van het Belgische leger. Het leger was echter niet vertrouwd met de plaatselijke situatie. Daarom wordt beroep gedaan op Karel Cogge, als raadgever. Hij was toezichter bij de Noord Watering Veurne, het geheel van grachten, sloten en vaarten dat de IJzervlakte Zuid van De IJzer ontwatert, en vertrouwd met elk détail van de watering. In de nacht van 28 op 29 oktober 1914 worden bij vloed de verlaten van Veurne-Ambacht aan de Ganzepoot in Nieuwpoort geopend door een peloton Belgische soldaten. Hendrik Geeraert, een burger die al hielp bij de allereerste inundatie op 21 oktober, is er ook hier bij. Het zeewater stroomt krachtig door de Veurne-Ambacht verlaten in de Noordvaart en verspreidt zich verder door de sloten en grachten over de polder. De sluizen worden weer gesloten wanneer het water in de Noordvaart even hoog staat als het niveau van de zee. Dat maneuver wordt bij de volgende hoge getijden, om de twaalf uur, nog enkele keren herhaald. Ondertussen worden Pervijze, Ramskapelle, Nieuwpoort en Diksmuide onophoudelijk gebombardeerd. Om redenen waarover men enkel kan speculeren hebben de Duitsers het belang van het sluizencomplex en de mogelijkheden tot inundatie niet erkend. Pas wanneer de polder in een ontoegenkelijke watervlakte is veranderd en hun troepen Zuid van de IJzer hopeloos vast zitten, geven ze zich rekenschap van het gebeurde.

Literatuur:

Thys, Robert, kapitein-commandant, Nieuport 1914-1918 Les inondations de l’Yser et la Compagnie des Sapeurs-Pontonniers du Génie Belge, Paris/Liège/Londres, Levrault/Henri Desoer/Constable and Co, 1922 
   Leper J., Kunstmatige inundaties in Maritiem Vlaanderen 1316-1945, Michiels, Tongeren, 1957 (327 p.) 
   Van Pul, Paul, Oktober 1914, Het koninkrijk gered door de zee, De krijger, Erpe, 2004 (371 p.) 

Frans90245 (overleg) 31 okt 2011 09:08 (CET)[reageer]