Overleg:Warmte-isolatie

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De gebruiker met IP-adres 84.192.51.76 heeft op 5 februari 2006 in de volgende tekst:

isoleren vermindert niet alleen het energieverbruik (lagere stookkosten), maar verhoogt ook het thermisch comfort: buitenmuren van een geïsoleerde woning voelen warmer aan dan die van een ongeïsoleerde woning.

het woord 'buitenmuren' veranderd in 'binnenmuren'. Ik denk dat dat een vergissing is. Binnenmuren kunnen ook koud aanvoelen, maar het grote verschil tussen een wel of niet geïsoleerde woning zit hem juist in de buitenmuren. Ik verander het weer terug. Johan Lont 6 feb 2006 09:25 (CET)[reageer]

heb artikel geschreven, en bij een slechtere isolatie moet het inderdaad "koudere binnenmuren" zijn. De temperatuur van de buitenmuren zal dan gaan stijgen (want minder isolatie -> warmtedebiet q stijgt -> Δ T= (tussen binnentemperatuur en muur, of buitentemperatuur en muur) stijgt -> binnenmuur wordt kouder, buitenmuur warmer. MADe 6 feb 2006 12:40 (CET)[reageer]

Ik dacht dat het zo zat:

Ik ga ervan uit dat een binnenmuur tussen twee vertrekken in zit die een gelijke temperatuur hebben. (Dat hoeft natuurlijk niet altijd zo te zijn, maar voor het gemak neem ik dat aan). Dan loopt er een warmtestroom van 0 (nul) J.s-1m-2 (Watt/m2). Als we aannemen dat in een huis wordt gestookt tot een bepaalde binnentemperatuur, ongeacht of er geïsoleerd is, dan zal de temperatuur van de binnenmuur bij een geïsoleerd huis gelijk zijn aan die van een ongeïsoleerd huis. Het voorgaande klopt niet, als de binnenmuur warmte verliest via de vloer of het dak.

Nu de buitenmuren[brontekst bewerken]

Als er een warmtestroom optreedt ten gevolge van warmtegeleiding, dan moet er ook een temperatuursverloop zijn.

In de lucht nabij een muur kan er een warmtestroom optreden door een combinatie van (een beetje) geleiding en (wat meer) door convectie. Ook daar zal enig temperatuurverloop zijn, dat evenredig is met de warmtestroom.

Ik heb een schemaatje gemaakt, omdat ik het anders niet kan uitleggen.

  • De linkermuur is niet-geïsoleerd. Er loopt een grote warmtestroom door.
  • In de kamers wordt gestookt tot een constante temperatuur (zeg, 20°C)
  • Buiten is het koud
  • De dunne verticale lijnen geven de rand van de grenslaag in de lucht bij de muren.
  • De rechtermuur is geïsoleerd. Er loopt een kleine warmtestroom door.

Ten gevolge van de grote warmtestroom links, is er daar een merkbaar warmteverschil over de grenslaag. De buitenmuur links ("ter plaatse van het behang") zal een paar graden onder de kamertemperatuur liggen.

Als de rechtermuur goed geïsoleerd is, zal er nauwelijks temperatuurverschil zijn tussen de kamertemperatuur en de temperatuur van de muur "ter plaatse van het behang". Johan Lont 6 feb 2006 14:48 (CET)[reageer]

Nu verta ik het probleem niet; ook ik beweer
  • Dat de temperatuur van het binnenoppervlak lager is bij een slecht geïsoleerde woning, en
  • dat de temp. van het buitenoppervlak hoger is bij een slecht geïsoleerde woning.
Voor een grafisch "bewijs" (gebruik makende van de theorie van bouwfysica, net examen van gehad): Afbeelding:Uitleg warmte-isolatie.xls. Intuïtief bewijs: stel je voor alsof er een ijzeren staaf in je muur zit. De warmteweerstand van die staaf is te verwaarlozen, dus de binnenoppervlaktetemperatuur is gelijk aan de buitenoppervlaktetemperatuur, en dus daalt de eerste, en stijgt de tweede. MADe 7 feb 2006 10:06 (CET)[reageer]
Nu begrijp ik het misverstand. We hebben de termen 'buitenmuur' en 'binnenmuur' verschillend gebruikt.
We gingen blijkbaar uit van een verschillend gezichtspunt:
  • Ik ging uit van het perspectief van iemand die in een huiskamer zit. Sommige van de muren van die kamer zijn buitenmuren (dat wil zeggen, achter die muur zit de buitenlucht) en andere muren zijn binnenmuren (dat wil zeggen, achter die muur zit een ander vertrek).
  • Jij ging blijkbaar uit van een nadere beschouwing van wat ik een 'buitenmuur' noem. De term 'buitenmuur' duidt dan op het buitenoppervlak van die muur en de term 'binnenmuur' duidt op het binnenoppervlak. Als je bedenkt dat die muren gewoonlijk als spouwmuren zijn uitgevoerd, (dus eigenlijk uit twee muren bestaan), is dat eigenlijk niet eens zo'n gekke manier van spreken.
Misschien kun je het wat anders formuleren, om te voorkomen dat andere lezers het verkeerd begrijpen.
Groet, Johan Lont 7 feb 2006 14:48 (CET)[reageer]
Ik heb het inderdaad verkeerd geformuleerd, het binnenoppervlak van een niet-geisoleerde woning voelt kouder aan. Excuses MADe 7 feb 2006 14:51 (CET)[reageer]

Eigen warmte?[brontekst bewerken]

Onder het kopje Waarom staat: de warmte van de zon en de inwendige warmteproductie (van elektrische apparaten) onvoldoende.

Het lijkt mij dat de inwendige warmteproductie van warmbloedige dieren minstens net zo belangrijk is als de inwendige warmteproductie van elektrische apparaten.

Dit is toegevoegd door MADe als een kleine wijziging, lijkt mij een beetje apart. 2 jan 2006 22:15 MADe (Overleg | bijdragen) k (3.354 bytes) (waarom)

Tkteun (overleg) 17 mei 2011 00:09 (CEST)[reageer]

Mja ik heb het zitten bekijken. Qua leefruimtes, en dan denk ik met name aan gebouwen, kunnen volgens mij de omstandigheden binnenin enorm verschillen. Allereerst zijn er gebouwen met, bijv. tijdelijk, veel mensen, denk aan een bioscoop die volzit, of ook aan megastallen. Die mensen of het vee geven bij elkaar flink wat warmte af terwijl er vrij weinig elektrische apparatuur is. Aan de andere kant heb je bijv. gebouwen met de omgekeerde situatie, denk aan een datacenter met veel computers(ervers) en weinig mensen.
Daarnaast vind ik het hele kopje "Waarom?" wat warrelig. Technisch gezien kan men zonder meer in Nederland (en dan zitten we al redelijk noordelijk in een gematigd zeeklimaat) een woning bouwen die voldoende door de zon warm blijft. Het is wmb meer een kwestie dat men het niet wil (teveel rompslomp) of niet kan (geldgebrek). Vervolgens gaat men dan maar aan lopen klooien met zaken als balansventilatie etc. Zie verder ook nulwoning. Sonty (overleg) 17 mei 2011 00:45 (CEST)[reageer]
Heel dit artikel hangt mi een beetje met "haken en ogen" aan elkaar. De aanhef-zin lijkt mij al onjuist te zijn: Warmteisolatie is een eigenschap van materialen. Dat de λ-waarde een eigenschap zou zijn van materialen tot daar toe, maar ik ken geen enkele materiaaleigenschap die "warmte-isolatie" heet. Byl (overleg) 17 mei 2011 01:05 (CEST)[reageer]

Verzoek verduidelijking gasbesparing met vloerisolatie[brontekst bewerken]

(Ik kon geen passend sjabloon vinden om in de tekst om verduidelijking te vragen.) Ik las: "de vloer of de (bodem van de) kruipruimte bespaart ca 3/4 m³gas per m² vloer- /bodemoppervlak per jaar." Er staat zowel "ca" als "3/4". Wordt wellicht 3-4 m³ gas bedoeld? De vraag is mede ingegeven doordat www.milieucentraal.nl aangeeft dat met vloerisolatie (bij een gemiddelde hoekwoning) omstreeks EUR 190,- per jaar aan gas bespaard kan worden, wat bij de huidige tarieven overeenkomt met omstreeks 270 m³ gas per jaar. Als de waarde 3/4 m³ = 0,75 m³ per jaar per vierkante meter vloer juist zou zijn, zou de gemiddelde hoekwoning een beganegrondvloeroppervlak van maar liefst 360 m2 hebben. Als 3-4 m³ bedoeld is, zou het gemiddelde vloeroppervlak eerder in de buurt van 70 m2 liggen, wat nog veel lijkt, maar veel realistischer.Redav (overleg) 10 mei 2016 23:12 (CEST)[reageer]

Bron, zie Overgangsweerstand[brontekst bewerken]

Er is gemeten met vier mini-thermometers van €.5 per stuk, met de afmetingen 52 x 35 x 12 (mm). Het midden van de thermometers is als meetpunt aangenomen, dat zich op 6 mm vanaf de ruit of de muur bevond. De thermometers waren met tape vastgezet, waarop de afwijking van de gemiddelde temperatuurmeting stond aangegeven. Bij een meting bij een binnentemperatuur van 21° en een buitentemperatuur van 3° is nauwkeurig de verhouding - binnen-overgangsweerstand : glasweerstand : buiten-overgangsweerstand - gemeten bij enkel glas 1 : 1 : 1 en bij dubbel glas 1 : 4 : 1. Wanneer bij drie in serie geschakelde weerstanden er een wordt verwijderd, dan wordt het temperatuurverschil in de overblijvende twee weerstanden groter. Bij wind wordt de buiten-overgangsweerstand weggeblazen, waardoor de temperatuur in de binnen-overgangsweerstand toeneemt. Uit de verhoudingsgetallen valt de conclusie te trekken, dat b.v. bij een binnentemperatuur van 21° en een buitentemperatuur van -3°, een temperatuur van 20° tegen de buitenmuur een goede isolatie aangeeft en 18° een slechte.– De voorgaande bijdrage werd geplaatst door Nenjieha (overleg · bijdragen) 26 jun 2016 00:35‎

Beste Nenjieha, dank voor de beschrijving. Wat we zoeken is echter een gezaghebbende publicatie die door iedereen te raadplegen is. De procedure volgens de beschrijving hierboven zou ook op 'origineel onderzoek' kunnen berusten en dat is voor Wikipedia niet toegelaten, zie WP:GOO. Vr. groet, JanB46 (overleg) 26 jun 2016 08:54 (CEST)[reageer]

Beste Jan, De bron waar naar wordt gevraagd betreft een serie opmetingen met goedkope thermometers, die globaal de in het artikel staande verhoudingen opleveren. Daarmee worden dus ook de isolatiewaarden globaal berekend. Op "Google > thermometers > koop uw thermometer online > Conrad " worden thermometers aangeboden met sensoren, die dicht tegen oppervlakken kunnen worden gehouden. Daarmee kunnen betere meetresultaten worden bereikt. Bij wind buiten wordt de binnen-overgangstemperatuur groter en dus de meetresultaten ook beter. In het artikel kan worden toegevoegd, : " Meetresultaten zijn afhankelijk van meetinstrumenten waarbij de in het artikel genoemde verhoudingen moeten worden aangepast " . Rest mij te zeggen, dat in veel berekeningen veiligheidsfactoren nodig zijn, omdat de theorie niet precies gelijk is aan de praktijk. Groeten Fons. – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door 84.29.164.131 (overleg · bijdragen)

Met 'bron' wordt op Wikipedia gewoonlijk een openbare op het onderwerp betrekking hebbende publicatie bedoeld. Daarnaar kan verwezen worden om een gegeven te onderbouwen. Verantwoorden door middel van een beschrijving van onderzoek zonder verwijzing naar literatuur is onvoldoende. Zo'n tekst zal ongedaan gemaakt moeten worden. Lees aub Wikipedia: Geen origineel onderzoek en Wikipedia:Verifieerbaarheid. Vr. groet, JanB46 (overleg) 30 jun 2016 08:53 (CEST)[reageer]
In het leerboek "Natuurkunde voor bouw-, weg- en waterbouwkunde, uitgave Nijgh & van Ditmar uit 1948" staat op blz. 71 "De lucht verkeert in een spouw niet in de ideale toestand. Door de warmteconvectie en de warmtestraling krijgt men een warmtetransport, dat onafhankelijk is van de normale warmtegeleiding. Proefondervindelijk is vastgesteld dat de doorgangsweerstand van een luchtspouw van 2 tot 20 cm breedte een waarde heeft van 0,20 m²h°C/kcal." Voor de lucht in de overgangsweerstand geldt ongeveer hetzelfde, waaruit de conclusie getrokken kan worden, dat er waarschijnlijk geen theoretische publicaties bestaan. Wanneer een binnenmuur loodrecht staat op een buitenmuur, kan men in de binnenhoek de handen tegen de binnen- en de buitenmuur houden. Als men bij koud weer verschil in temperatuur voelt, heeft de buitenmuur meestal een slechte isolatiewaarde. Redelijke resultaten krijgt men door opmetingen met thermometers, hetgeen het doel is van het artikel. In afwachting van een eventuele verwijdering verblijf ik toch met vriendelijke groeten. Fons. – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door 84.29.164.131 (overleg · bijdragen)
Wil je voortaan vier keer het symbool ~ achter je bijdrages tikken Fons. Dan verschijnt je handtekening als plaatser van het bericht automatisch. Groet Toth (overleg) 3 jul 2016 01:19 (CEST)[reageer]
verloop overgangsweerstanden in relatie met spouwweerstand

In de Model-Bouw-Verordening "1965" staat, dat buitenwanden die zwaarder zijn dan 250 kg/m², een warmteweerstand moeten hebben van minstens 0,5 m²h°C/kcal. Praktisch kan dus gekozen worden voor 0,6 m²h°C/kcal. In het leerboek Natuurkunde "1948" staat op blz. 71 "figuur 42", waarvan hier een gelijkwaardige kopie is geplaatst. Bij figuur 42 heeft de spouwweerstand een waarde gekregen van 0,2 m²h°C/kcal. In de kopie is de weerstand over een kwart cirkel 0,1 m²h°C/kcal. Dat kwart is ook getekend bij de binnen- en buitenweerstand, overeenkomstig figuur 42. Aldus is de binnen-overgangsweerstand 1/6 x de totale warmteweerstand. Op basis van metingen is voor de binnen-overgangsweerstand voor een paraboolvormige verloop gekozen. 84.29.164.131 4 jul 2016 23:40 (CEST)[reageer]