Portaal:Biologie/Uitgelicht/47

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De naam Urtica dioica komt van het Latijnse uro of "ik brand", wat verwijst naar het prikkende karakter van de plant, en dioica of 2 huizen, wat verwijst naar de mannelijke en vrouwelijke planten. De Nederlandse naam is afkomstig uit het Angelsaksisch en afgeleid van het woord noedl of naald. De brandnetel is kosmopolitisch dat wil zeggen een cultuurvolger.

In Nederland komt de Grote brandnetel en de Kleine brandnetel voor. De bloemtrossen van de grote brandnetel hangen in okselstandige aren, van de kleine brandnetel staan ze rechtop. Beide brandnetels hebben brandharen. Aan de top van de knop van de brandhaar zit een weerhaakje. Bij aanraking komt het weerhaakje in de huid vast te zitten en breekt de knop van de brandhaar af en komt een mengsel van mierenzuur, acetylcholine, histamine, serotonine en een nog niet geïdentificeerde stof naar buiten dat een branderig gevoel op de huid geeft en later blaren op de huid kan veroorzaken.