Provinciale weg 237

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Provinciale weg 237
Kapel bij kruispunt Huis ter Heide
Kapel bij kruispunt Huis ter Heide
Kapel bij kruispunt Huis ter Heide
Provinciale weg 237
Provinciale weg 237
Provinciale weg 237
Land Nederland
Provincie Utrecht
Lengte 15,3 km
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer
Traject
Rotonde De Berekuil (Waterlinieweg, Sartreweg, Biltstraat)
Viaduct viaduct onder A27
Kruising De Bilt/Utrecht Science Park N412
Kruising Zeist-West
Kruising Bosch en Duin/Zeist-Noord
Kruising Den Dolder/Zeist-Centrum N238
Ecoduct Ecoduct Beukbergen
Kruising Soesterberg
Tunnel tunnel Soesterberg
Rotonde Soesterberg
Kruising Soest/(A28, E30) N413
Ecoduct Ecoduct Boele Staal
Rotonde Stichtse Rotonde, Soest/Amersfoort/(A28, E30) N221

De provinciale weg N237 loopt van de verkeerspleinen De Berekuil bij Utrecht naar de Stichtse Rotonde bij Amersfoort. Er zijn aansluitingen naar de N412 bij De Bilt, naar de N238 bij Huis ter Heide, naar de N413 bij Soesterberg en naar de N221 bij Amersfoort.

De weg was voor de ingebruikname van de autosnelweg A28 in oktober 1986 de voornaamste verbinding tussen Utrecht en Amersfoort. Een groot deel van de weg is dan ook ruim gedimensioneerd: twee rijbanen en twee rijstroken per rijbaan. Een deel van de weg is voorzien van busbanen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De weg is in de 17e eeuw aangelegd als grand projet van de stad Amersfoort en de Staten van Utrecht. De ontwerper is de architect Jacob van Campen, ook bekend van het Paleis op de Dam. Hij ontwierp deze Amersfoortseweg naar model van de Romeinse wegen zoals de Via Appia. De oorspronkelijke weg, grofweg tussen de De Bilt en de Stichtse Rotonde, is tien kilometer lang en zestig meter breed. Pas in de 20e eeuw is deze breedte bij de aanleg van de autosnelwegen geëvenaard. Aan beide zijden van de weg werden grote percelen uitgegeven om daar buitenhuizen of landhuizen op te bouwen, wat overigens maar beperkt van de grond kwam, door de oorlogen waar de Noordelijke Nederlanden in de tweede helft van de zeventiende in verwikkeld raakte.[1]