Psychologie

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Queeste (overleg | bijdragen) op 13 feb 2016 om 17:46. (zit vol verwarring van niveau: psychologie vs hersenen)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Psychologie

Basisdisciplines
functieleer
sociale psychologie
ontwikkelingspsychologie
gedragsanalyse
cognitieve psychologie
biologische psychologie
klinische psychologie
neuropsychologie
persoonlijkheidsleer

Andere disciplines
humanistische psychologie
arbeids- en organisatiepsychologie
psychologie van arbeid en gezondheid
leerpsychologie
rechtspsychologie
dieptepsychologie
gestaltpsychologie
ethologie
culturele psychologie
psychometrie
psychonomie
psycholinguïstiek
evolutionaire psychologie
psychohistorie

Gerelateerde onderwerpen
lijst van psychologen
psychologie van A tot Z

Portaal  Portaalicoon  Psychologie

Psychologie – een samenstelling uit het Griekse ψυχή (psychè), ziel en λόγος (logos) woord, gedachte, rede – is de academische discipline die zich bezighoudt met het innerlijk leven (kennen, voelen en streven) en het gedrag van mensen. Zij doet dit over het algemeen door het volgen van de wetenschappelijke methode, maar in sommige gevallen doet zij beroep op symbolische interpretatie en kritische analyse, naar het voorbeeld van andere sociale wetenschappen. (Voor de psychologie van andere dieren zie dierpsychologie.)

Het doel van de psychologie is het verwerven van kennis omtrent het doen en laten van dieren (in het bijzonder mensen), zowel in hun alledaagse omgeving als onder bijzondere omstandigheden. Met de opkomst van de gedragsgerichte stroming (behaviorisme) werd het object van de psychologie gereduceerd tot het uiterlijk waarneembare en meetbare gedrag van dieren (in het bijzonder mensen) omdat het innerlijk leven zich niet objectief door wetenschappelijke waarneming zou laten registreren, maar alleen subjectief door introspectie en begrijpen. Niet iedere psycholoog kon zich vinden in dit primaat van het fysieke. Onder meer Carl Gustav Jung sprak in zijn essay "Das Grundproblem der gegenwärtigen Psychologie" (Het grondprobleem van de hedendaagse psychologie) uit 1931 in dit verband over een "Psychologie ohne Seele" (psychologie zonder ziel).

Men is van deze beperking teruggekomen, onder andere door de zogenaamde 'cognitieve revolutie' in de psychologie, door het grote maatschappelijke belang van de psychotherapie en door de connotaties die het woord 'psychologie' bij alledaagse taalgebruik oproept. Daarbij denkt men immers in de eerste plaats aan de motieven, emoties en gedachten die een mens tot bepaalde handelingen brengen, waarbij die motieven ook nog eens volkomen onbewust kunnen zijn. Zich uitsluitend beperken tot het uiterlijk waarneembare en meetbare gedrag is uit strikt wetenschappelijk oogpunt te verkiezen, maar veel van de psychologie voltrekt zich in het verborgene van het brein van individuele mensen, en wie het gedrag van mensen verklaren en begrijpen wil kan niet zonder theorieën over de werking van al die niet objectief waarneembare processen in de hersenen.

De psychologie wil het gedrag van mensen beschrijven, begrijpen en van daaruit soms ook kunnen voorspellen. Dat laatste lukt voor groepen van mensen (bijvoorbeeld: "de meerderheid zal zich zus en zo gaan gedragen") vrij aardig, maar op het niveau van het individu ("zij of hij zal zich zus of zo gaan gedragen") is de voorspellende kracht van de psychologie (nog) heel zwak.

Geschiedenis van de psychologie

Zie Geschiedenis van de psychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De studie van gedachten en belevingen is al oud. Griekse filosofen waren aan de hand van de realiteit en het menselijk handelen al veel aan het debatteren over wat zich in het brein afspeelde. Het gestructureerd wetenschappelijk bedrijf 'psychologie' is pas eind 19e eeuw ontstaan. Begin 20e eeuw werd de psychologie ook publiekelijk bekender door haar praktische toepassingsvorm: de testpsychologie. Na de Tweede Wereldoorlog is aan de universiteiten de psychologie losgekomen van de filosofie en is een afzonderlijke studierichting geworden die veel studenten aantrekt.

Wetenschappelijke en alledaagse of intuïtieve psychologie

Veel van wat in het dagelijks leven 'psychologie' genoemd wordt, heeft geen wetenschappelijke pretenties. Ieder nadenkend mens denkt ook na over wat mensen beweegt en probeert het gedrag van zichzelf en anderen te begrijpen vanuit zijn of haar verleden, zijn of haar karakter, zijn of haar positie in de samenleving. Wie zo nadenkt is psychologisch bezig maar pretendeert daarmee geen wetenschap te bedrijven. In een algemene encyclopedie mag men niet voorbijgaan aan alle vormen van deze niet-wetenschappelijke psychologie. Daarom maken we in deze Nederlandstalige Wikipedia onderscheid tussen 'wetenschappelijke' en 'intuïtieve' psychologie. Er zijn natuurlijk grensgevallen. Zo zal de een vinden dat de grafologie tot de wetenschappelijke psychologie gerekend moet worden en de ander zal dat bestrijden. Zo ook met de parapsychologie. Ook zijn er tal van vormen van psychotherapie die niet berusten op, of gesteund worden door, wetenschappelijk onderzoek (zie ook wetenschappelijke methode). In de praktijk wordt er soms voor geopteerd om een gebied of praktijk tot de wetenschappelijke psychologie te rekenen als daarin onderwijs wordt gegeven aan een of meer universiteiten. Alle overige opvattingen van psychologie worden in dat geval gerekend tot de 'alledaagse of intuïtieve psychologie'.

Wetenschappelijke psychologie

De wetenschappelijke psychologie wordt ingedeeld bij de gedragswetenschappen (in Vlaanderen gebruikelijk) of bij de sociale wetenschappen (meer in Nederland gebruikelijk) omdat mensen (en dieren) altijd samenleven met soortgenoten en als kind door hen worden verzorgd en grootgebracht. Hoe mensen zich in groepen gedragen is object van de sociale psychologie. Mensen verschillen van elkaar in tal van opzichten. Die verschillen zijn object van de persoonlijkheidsleer (of differentiële psychologie). Mensen worden als baby geboren en ontwikkelen zich mettertijd in gedrag, waarnemen, denken en beleven. Wat vroeger kinderpsychologie heette wordt tegenwoordig ontwikkelingspsychologie genoemd. De psychogerontologie of de psychologie van de mens op leeftijd, wordt ook daartoe gerekend. Het waarnemen, leren, denken, spreken, onthouden en vergeten is object van de cognitieve psychologie (of functieleer), de leerpsychologie en de neuropsychologie. Specifiek voor de taal is er de psycholinguïstiek. Stoornissen in het gedrag, denken en beleven van mensen zijn object van de klinische psychologie, de psychopathologie, neuropsychologie en psychotherapie. Een van de vele soorten psychotherapie is de psychoanalyse, oorspronkelijk ontwikkeld door de Weense psychiater Sigmund Freud. De wetenschappelijke status van de psychoanalyse is omstreden. Mensen werken met elkaar samen. Hoe zij dat doen en wat daaraan verbeterd kan worden is het object van de arbeids- en organisatiepsychologie. Onderdeel daarvan is de sportpsychologie.

Verschillen in gedrag, denken en beleven tussen bevolkingsgroepen en tussen volkeren met verschillende culturen zijn object van de cultuurpsychologie. Hier overlapt de psychologie sterk met de antropologie of etnologie, en de sociologie. Zo heeft de psychologie ook veel gemeen met de biologie, vooral op het punt van erfelijke aanleg van gedrag en gedragsstoornissen (zie biologische psychologie), de criminologie, de pedagogiek of opvoedkunde, de geneeskunde, de statistische data-analyse. Op het gebied van het denken over ethische vragen en dilemma’s, het zelfbewustzijn, het ontstaan en de werking van het geweten raakt de psychologie aan de filosofie, waaruit zij oorspronkelijk ook is voortgekomen.

In alfabetische volgorde zijn dit onder andere de vakgebieden waarin onderwijs gegeven wordt aan de Nederlandse en Vlaamse Universiteiten:

Arbeids- en organisatiepsychologie

Zie Arbeids- en organisatiepsychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Arbeids- en organisatiepsychologie bestudeert de mens in relatie tot zijn werk. In feite is het een vereniging van twee soorten psychologie: arbeidspsychologie en organisatiepsychologie (die weer veel ontleent aan de sociale psychologie). Een recente specialisatie binnen de arbeidspsychologie is de psychologie van arbeid en gezondheid, die zich richt op de relaties tussen de inhoud van het werk en de gezondheid van de werknemer.

Biologische psychologie

Zie Biologische psychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Biologische psychologie bestudeert de biologische basis van het gedrag en psychologische functies van mensen. Er kunnen hier in principe drie verschillende invalshoeken worden onderscheiden. Zo kan men primair geïnteresseerd zijn in de invloeden van cognitieve taakmanipulaties op menselijk gedrag en fysiologische processen. Ook kan het doel zijn individuele verschillen in gedrag en hieraan ten grondslag liggende genetische kenmerken en hersenfuncties in kaart te brengen. Tenslotte kan de biologisch psycholoog gericht zijn op onderzoek naar verandering van gedrag en fysiologische functies tijdens de menselijk levensloop.

Culturele psychologie

Zie Culturele psychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Culturele psychologie (ook wel cross-culturele psychologie genoemd) is de psychologie die zoekt naar verbanden en/of verschillen tussen bepaalde culturen in de wereld. In deze tak wordt het menselijke gedrag bestudeerd zoals dat direct beïnvloed wordt door de culturele omgeving waarin de mens leeft. Cultuur wordt hier beschouwd als een samenspel van materiële en immateriële zaken die door een groep mensen in een gemeenschap worden gedeeld en als beweeglijk in de tijd.

Functieleer

Zie Functieleer voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Functieleer is het terrein binnen de psychologie dat zich bezighoudt met onderzoek naar menselijke psychologische functies. Bijvoorbeeld onderzoek naar het gehoor, het zien, de tastzin, het geheugen, de emoties, de aandacht, de taalverwerving en het taalgebruik, het denken etc. Aanvankelijk heette dit terrein van onderzoek Experimentele psychologie, zoals ook tegenwoordig (2006) nog in het Engels 'Experimental psychology'. De benaming 'Functieleer' is door de Amsterdamse hoogleraar Duijker ingevoerd, omdat men inmiddels ook in andere takken van de psychologie 'experimenten' was gaan doen en hij dit verwarrend vond. De leerpsychologie kan gezien worden als tak van de functieleer maar krijgt hieronder toch een aparte behandeling.

Klinische psychologie

Zie Klinische psychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Klinische psychologie is de toepassing van psychologie in een klinische (gezondheids-; Grieks klinè = bed) setting. De verschillende vormen van klinische psychologie worden ingezet ter verlichting van psychische spanningen en depressies en in het algemeen ter bevordering van de geestelijke gezondheid.

Leerpsychologie

Zie Leerpsychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Binnen de psychologie houdt de leerpsychologie zich bezig met de studie van hoe mensen (en dieren) leren van hun ervaringen, hoe leerprocessen efficiënter verlopen kunnen en hoe de leerresultaten langer stand kunnen houden. De studie van de werking van het geheugen is hierbij essentieel.

Neuropsychologie

Zie Neuropsychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Neuropsychologie is de psychologie die zich primair bezighoudt met stoornissen en beschadiging van hersenfuncties, en de invloed hiervan op menselijk gedrag. Onderzoek van mensen met hersenschade en hieraan gerelateerde gedragsstoornissen kan daarbij belangrijke kennis opleveren wat betreft functionele specialisatie van bepaalde hersengebieden.

Onderwijspsychologie

Zie Onderwijspsychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Onderwijspsychologie is gericht op het optimaliseren van onderwijs- en leerprocessen in scholen, opleidingen en cursussen. Zij maakt daarbij gebruik van de leerpsychologie, de sociale psychologie en de ontwikkelingspsychologie.

Ontwikkelingspsychologie

Zie Ontwikkelingspsychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De ontwikkelingspsychologie bestudeert gedrag, denken en beleven van mensen in de verschillende levensfasen, vanaf de geboorte tot aan het einde van het leven. Aanvankelijk richtte men zich alleen op de ontwikkeling van baby tot volwassene, de periode van grootste ontwikkeling en verandering. Toen noemde men het nog 'kinderpsychologie' en 'puberteitspsychologie'. Maar omdat in deze termen het aspect van de voortdurende ontwikkeling en verandering van gedrag, denken en beleven, onvoldoende tot uiting kwam, en men juist geïnteresseerd was in de oorzaken en gevolgen van die ontwikkelingen, is men de term 'ontwikkelingspsychologie' gaan verkiezen.

Persoonlijkheidsleer of Persoonlijkheidspsychologie

Zie Persoonlijkheidsleer voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Persoonlijkheidsleer bestudeert de verschillen en overeenkomsten in persoonlijkheid, temperament en karakter tussen mensen. Belangrijke aspecten van de persoonlijkheid zijn: hoe iemand zich gewoonlijk gedraagt ten opzichte van andere mensen, hoe hard iemand gewoonlijk wil werken, hoe nadenkend en intelligent iemand is, hoe vrolijk of somber gestemd, hoe kalm of opvliegend, enzovoorts. Men zoekt daarbij naar de belangrijkste typen of soorten waarin mensen te onderscheiden zijn. Dit om het gedrag van die bepaalde typen beter te kunnen verklaren en voorzien.

De Differentiële psychologie maakt deel uit van de persoonlijkheidsleer. De nadruk in de differentiële psychologie ligt op de testleer als instrument voor de psychodiagnostiek.

Sociale psychologie

Zie Sociale psychologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De wetenschap van het gedrag van mensen in groepen en organisaties, maar ook van de beïnvloeding van het gedrag van individuen door groepsverwachtingen (onder andere rolgedrag) en door denkprocessen waarbij mensen zich met elkaar vergelijken. Er is overlap met de arbeids- en organisatiepsychologie en sociologie.

Kritische psychologie

De Nederlandse hoogleraar Theo de Boer is een wijsgerig antropoloog die vraagtekens zet bij de wenselijkheid om ook de mens als 'object' van wetenschap te bestuderen. Zijn stelling, onder meer uiteengezet in 'Grondslagen van een kritische psychologie', is dat de moderne wetenschappen bij de studie van de mens - niet alleen wat betreft de psychologie maar ook de sociale, historische en cultuurwetenschappen - uitgaan van veronderstellingen die ontleend zijn aan het model van de natuurwetenschap. Ze kijken dus op dezelfde manier naar de mens alsof het een ding was en reduceren hem daardoor tot een natuurverschijnsel. De Boer pleit ervoor om de mens in de eerste plaats als een rationeel wezen te zien en dus de natuurwetenschappelijke (empirisch-analytische) benadering aan te vullen met wat hij noemt 'de postulaten van de dialoog'. Deze leveren het model voor het hermeneutisch begrijpen van de mens.[1]

Zie ook

Externe links