Rúben Amorim

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rúben Amorim
Rúben Amorim
Persoonlijke informatie
Volledige naam Rúben Filipe Marques Amorim
Geboortedatum 27 januari 1985
Geboorteplaats Lissabon, Vlag van Portugal Portugal
Lengte 178[1] cm
Been Rechts
Positie Middenvelder
Clubinformatie
Voetbalcarrière geëindigd in 2017
Huidige club Vlag van Portugal Sporting CP
Functie Hoofdtrainer
Contract tot 30 juni 2024
Jeugd
1998–2000
2000–2002
2002–2003
Vlag van Portugal CAC Pontinha
Vlag van Portugal SL Benfica
Vlag van Portugal CF Os Belenenses
Senioren
Seizoen Club W (G)
2003–2008
2008–2017
2012–2013
2015
2015–2016
Vlag van Portugal CF Os Belenenses
Vlag van Portugal SL Benfica
Vlag van Portugal SC Braga
Vlag van Portugal SL Benfica B
Vlag van Qatar Al-Wakrah SC
96(4)
95(5)
30(4)
2(0)
14(2)
Interlands
2010–2014 Vlag van Portugal Portugal 14(0)
Getrainde teams
2018–2019
2019
2019–2020
2020–
Vlag van Portugal Casa Pia AC
Vlag van Portugal SC Braga B
Vlag van Portugal SC Braga
Vlag van Portugal Sporting CP
Portaal  Portaalicoon   Voetbal

Rúben Filipe Marques Amorim (Lissabon, 27 januari 1985) is een Portugees voetbaltrainer en voormalig profvoetballer die bij voorkeur als centrale middenvelder speelde. Op 4 maart 2020 werd hij aangesteld als hoofdtrainer bij Sporting CP. Amorim debuteerde in 2010 in het Portugees voetbalelftal.

Clubcarrière[bewerken | brontekst bewerken]

Amorim debuteerde op 14 december 2003 in de Primeira Liga in het shirt van CF Os Belenenses, waarmee hij het die dag opnam tegen FC Alverca. Na vijf seizoenen en 96 competitiewedstrijden voor Belenenses tekende hij een vierjarig contract bij stadsgenoot SL Benfica, dat één miljoen euro betaalde voor de middenvelder. Op 23 november 2008 scoorde hij zijn eerste doelpunt in het shirt van Benfica, tegen Académica Coimbra. Tussen januari 2012 en juni 2013 werd hij anderhalf jaar uitgeleend aan SC Braga.

Interlandcarrière[bewerken | brontekst bewerken]

Amorim nam met Portugal onder 21 deel aan het Europees kampioenschap voetbal onder 21 2007 in Nederland. Aanvankelijk zou hij niet in de selectie zitten voor het Wereldkampioenschap voetbal 2010 in Zuid-Afrika, maar door een blessure van Nani werd hij alsnog opgeroepen. Op 15 juni 2010 debuteerde hij in het Portugees voetbalelftal als invaller tegen Ivoorkust. Op 19 mei 2014 maakte bondscoach Paulo Bento bekend Amorim mee te nemen naar het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië.[2] Zijn toenmalige clubgenoten Maximiliano Pereira (Uruguay), Ezequiel Garay en Enzo Pérez (Argentinië) en landgenoot André Almeida waren tevens actief op het toernooi.

Trainerscarrière[bewerken | brontekst bewerken]

Amorim startte zijn trainerscarrière in 2018 bij de Portugese derdeklasser Casa Pia AC. Amorim ging er aan de slag als stagiair, maar gaf meer instructies dan toegelaten was, waardoor zowel hijzelf als de club gestraft werden. In januari 2019 vertrok hij er dan ook.[3][4]

In mei 2019 leek Amorim de nieuwe trainer te gaan worden van de U23 van zijn ex-club Benfica, maar dat ging uiteindelijk niet door. Uiteindelijk ging hij in september 2019 aan de slag als trainer van het tweede elftal van SC Braga in de derde divisie. Na het ontslag van Ricardo Sá Pinto werd Amorim in december 2019 aangesteld als hoofdtrainer van Braga. Amorim nam een vliegende start als hoofdtrainer: in zijn eerste officiële wedstrijd boekte hij meteen een 1-7-zege op het veld van Belenenses SAD. Na een 9 op 9 in de competitie, waarin ook een 1-2-zege op het veld van FC Porto zat, won Braga op 21 januari 2021 in de halve finale van de Taça da Liga met 2-1 van Sporting CP. Vier dagen later versloeg Braga in de finale Porto met 1-0 na een doelpunt van Ricardo Horta in de blessuretijd. Pas in zijn achtste officiële wedstrijd leed Amorim zijn eerste puntenverlies als Braga-trainer: in de competitiewedstrijd tegen Gil Vicente FC bleef hij steken op een 2-2-gelijkspel. Toen de competitie in maart 2020 werd stilgelegd vanwege de coronapandemie, stond Braga derde in de Primeira Liga.

Op 4 maart 2020 werd Amorim de nieuwe trainer van Sporting CP, dat een afkoopsom van 10 miljoen euro betaalde aan Braga. Amorim ondertekende in Lissabon een contract tot 30 juni 2023, waarin een afkoopsom van 20 miljoen euro werd opgenomen. Sporting eindigde het seizoen 2019/20 op de vierde plaats, met evenveel punten als Braga. Het seizoen daarop ging Sporting in de play-offronde van de Europa League onderuit tegen LASK, maar in eigen land won Amorim op 23 januari 2021 voor het tweede jaar op rij de Taça da Liga. In de finale versloeg hij zijn ex-club Braga met 1-0. Zowel Amorim als zijn collega-trainer Carlos Carvalhal werden tijdens de wedstrijd naar de tribune verwezen.[5] Een kleine vier maand later bezorgde hij de club zijn eerste landstitel in negentien jaar.[6]

Op 31 juli 2021 won hij met Sporting CP de Supertaça Cândido de Oliveira – uitgerekend tegen zijn ex-club Braga, dat onder Carlos Carvalhal de Taça de Portugal had gewonnen.

Erelijst[bewerken | brontekst bewerken]

Als speler[bewerken | brontekst bewerken]

Competitie
Aantal Jaren
Vlag van Portugal Benfica
Primeira Liga 3x 2009/10, 2013/14, 2014/15
Taça de Portugal 1x 2013/14
Taça da Liga 5x 2008/09, 2009/10, 2010/11, 2013/14, 2014/15
Supertaça Cândido de Oliveira 1x 2014
Vlag van Portugal SC Braga
Taça da Liga 1x 2012/13

Als trainer[bewerken | brontekst bewerken]

Competitie
Aantal Jaren
Vlag van Portugal SC Braga
Taça da Liga 1x 2019/20
Vlag van Portugal Sporting CP
Taça da Liga 1x 2020/21
Primeira Liga 1x 2020/21
Supertaça Cândido de Oliveira 1x 2021

Privéleven[bewerken | brontekst bewerken]

Amorim is de neef van Bruno en David Simão. In het seizoen 2018/19 was Amorim de trainer van zijn neef Bruno bij Casa Pia AC.