Raad van Beroerten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alva zit de Raad van Beroerten voor.

De Raad van Beroerten (Frans: Conseil des Troubles; Spaans: Tribunal de los Tumultos) was een uitzonderingsrechtbank waarmee koning Filips II en zijn landvoogd Alva de opstandige edelen en de ketterij in de Spaanse Nederlanden bestreden aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Het orgaan, dat bestond van 1567 tot 1576, functioneerde naast de Collaterale Raden en de Grote Raad van Mechelen, wars van constitutionele privileges of gewestelijke jurisdictie. Vanwege het grote aantal uitgesproken doodvonnissen sprak het volk ook wel van de Bloedraad.

Oorsprong en activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]

De Raad van Beroerten was een bijzondere rechtbank, ingesteld op 20 september 1567 door de hertog van Alva namens koning Filips II. De Raad had tot doel iedereen te vonnissen die op een of andere manier had deelgenomen aan de troebelen van 1566-1567 die waren uitgelopen in de Beeldenstorm. De Raad was volgens de koning wettig omdat hij het recht had hoogverraad en wat daaronder viel, door een speciale rechtbank te laten beoordelen. Bijzondere aandacht ging daar bij uit naar beeldenstormers, naar protestantse predikanten en kerkenraadsleden en naar opstandelingen.[1] Onder de laatste noemer vielen ook mensen die niet van ketterij verdacht werden.[2] Ook bemoeide de Raad zich met de reguliere ketterprocessen, die in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van stedelijke rechtbanken vielen, maar waar de Raad wel toezicht op hield.[1] Bij de vonnissen van de Raad, die op degelijk onderzoek berustten, stond vooral het belang van de koning voorop. Op privileges werd bij het vonnissen niet gelet.[bron?]

Veel van de rechters waren katholieke Nederlanders en enkele Spanjaarden. De harde kern werd gevormd door de dominicaan Juan de Vargas, de Spaanse Vlaming Louis del Río en Jerónimo de Roda. Naast deze gehate figuren was de procureur-generaal van de Raad van Vlaanderen, Jacob Hessels, het beruchtst.

De Raad van Beroerten was met een staf van 170 man (in 1569) naar de maatstaven van die tijd erg efficiënt. De instelling ervan deed veel edelen, onder wie Willem van Oranje, op de vlucht slaan naar Duitsland of Engeland. Anderen, zoals de graaf Lamoraal van Egmont, bleven en boden hun diensten aan bij de nieuwe landvoogd. Deze achterblijvers werden echter bijna allemaal gevangengenomen op verdenking van verraad. Hun terechtstelling was al in Madrid beslist, de Raad van Beroerten diende bij aanvang vooral om er een schijn van legaliteit aan te geven.[bron?]

De doodvonnissen die door de Raad werden uitgesproken gingen gepaard met verbeurdverklaring van geld en goederen, die ten goede kwamen aan de schatkist van de Spaanse Nederlanden. Veel veroordeelden waren aangebracht door zogenoemde zevenstuiverslieden, door Alva ingehuurde spionnen die voor een aangifte zeven stuivers ontvingen. In de Noordelijke Nederlanden, waar meer dopers woonden, lag het aantal veroordelingen en verbeurdverklaringen hoger, wat tot meer verzet leidde.[3] Het aantal slachtoffers werd in de 16e eeuw sterk overdreven. Van represailles tegen de familie van de veroordeelden was geen sprake.[bron?] Na Alva's vertrek uit de Nederlanden in december 1573 sprak de Raad geen doodvonnissen meer uit. Wel vonden er nog executies plaats onder de inquisitie. In het noorden werd de laatste inquisitionele terechtstelling in 1574 te Leeuwarden voltrokken, in het zuiden was de laatste inquisitionele vonnisvoltrekking in 1597 te Brussel.[2]

De Raad van State verklaarde de Raad van Beroerten op 14 mei 1576 officieel voor opgeheven. Enige leden zijn op grond van hun lidmaatschap tijdelijk gevangengezet. De archieven van de Raad werden krachtens de Pacificatie van Gent grotendeels vernietigd.

Balans[bewerken | brontekst bewerken]

In de negen jaar van zijn werking heeft de Raad van Beroerten ruwweg 10.000 veroordelingen uitgesproken. Niet zelden gebeurde dit bij verstek omdat de verdachte was ondergedoken. Toch zijn er zo'n 1100 personen terechtgesteld en werden daarnaast vele verbanningen en confiscaties uitgesproken. Een zo exhaustief mogelijke lijst op basis van archiefbronnen is in 1961 opgemaakt door Verheyden. Hij kwam tot 12.203 veroordeelden, onder wie 1073 terechtgestelden, en schatte dat een compleet beeld misschien 15.000 veroordeelden zou hebben opgeleverd. Latere onderzoekers beschouwden dit als een overschatting, onder meer vanwege dubbeltellingen. Men gaat uit van ongeveer 9000 verbanningen, het totaal van executies door Raad (ong. 1100) en inquisitie wordt op 3000 geschat, in meerderheid dopersen.[2][4]

Geografisch werd vooral het zuiden getroffen door veroordelingen: Doornik (1063), Ieper (478), Valenciennes (425), Ronse (283), Gent (248), Oudenaarde (207), Brugge (149).[5] Daar was de eerste fase van de opstand ook het heftigst. In het noorden hadden Utrecht (288) en Amsterdam (242) de hoogste aantallen.

Leden van de Raad van Beroerten[bewerken | brontekst bewerken]

De eed van Vargas (Louis Gallait, 1835). Juan de Vargas wordt ingezworen door Alva.

Enkele van de bekendste slachtoffers van de Raad van Beroerten[bewerken | brontekst bewerken]

Vele anderen, zoals de graaf van Culemborg, Floris van Pallandt, de graaf van Hoogstraten, Antoon II van Lalaing, Gilles le Clercq, Jehan Jaspar Lortye, Jacob van Wesembeke en Lenaert Jansz de Graeff, werden - al dan niet bij verstek - verbannen onder verbeurdverklaring van al hun bezittingen.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Charles-Albert de Behault, Le Compromis des nobles et le Conseil des troubles, Bulletin van de Vereniging van de Adel van het Koninkrijk België, april 2023, nr 314, bl.11-56
  • Louis-Prosper Gachard, Notice sur le Conseil des Troubles institué par le duc d'Albe, in: Bulletins de l'Académie royale des Sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, vol. XVI-II, 1849, p. 50-78
  • Alphonse L.E. Verheyden, Le Conseil des Troubles. Liste des condamnés (1567-1573), 1961
  • M. Dierickx, Bespreking van Le Conseil des Troubles. Liste des condamnés door A. L. E. Verheyden, in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 1962, nr. 2, p. 415-422
  • J. J. Woltjer, De vonnissen van de Raad van Beroerten, in: Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, 1963, p. 127-134
  • Alphonse L.E. Verheyden, Le Conseil des Troubles, 1981, 356 p.
  • Gustaaf Marnef en Hugo de Schepper, Raad van Beroerten (1567-1576), in E. Aerts e.a. (eds.), De centrale overheidsinstellingen van de Habsburgse Nederlanden (1482-1795), vol. I, 1994, p. 469-477
  • Aline Goosens, Les Inquisitions modernes dans les Pays-Bas méridionaux (1520-1633), 1998, vol. I, p. 114-121
  • Henry Kamen, The Duke of Alba, 2004, p. 75-105
  • Caroline Payen, Aux confins du Hainaut, de la Flandre et du Brabant: le bailliage d'Enghien dans la tourmente iconoclaste (1566-1576). Étude de la répression des troubles religieux à la lumière des archives du Conseil des troubles et des Comptes de confiscation, 2013
Zie de categorie Council of Troubles van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.