Resolutie 1072 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1072
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 30 augustus 1996
Nr. vergadering 3695
Code S/RES/1072
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Burundese burgeroorlog
Beslissing Vroeg dat de vijandelijkheden werden beëindigt en onderhandelingen begonnen.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1996
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Botswana Botswana · Vlag van Chili Chili · Vlag van Egypte Egypte · Vlag van Guinee-Bissau Guinee-Bissau · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Honduras Honduras · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Zuid-Korea (1984-1997) Zuid-Korea · Vlag van Polen Polen
Vissers aan het Tanganyikameer in Burundi.

Resolutie 1072 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 30 augustus 1996.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Na Burundi's onafhankelijkheid van België in 1962 werd het land een monarchie. In 1966 werd de koning in een staatsgreep vervangen door een president. Toen de voormalige koning in 1972 vermoord werd brak een burgeroorlog uit tussen Tutsi's en Hutu's in het land. Daarna losten de dictators elkaar met opeenvolgende staatsgrepen af. Begin 1994 kwam de president samen met zijn Rwandese collega om het leven toen hun vliegtuig werd neergeschoten. Daarop brak in beide landen een burgeroorlog uit tussen Hutu's en Tutsi's waarbij honderdduizenden omkwamen.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 24 juli had de voorzitter van de Veiligheidsraad elke poging tot staatsgreep in Burundi veroordeeld. De situatie in dat land bleef intussen achteruitgaan en werd in de voorgaande jaren gekenmerkt door moorden, slachtingen, martelingen en willekeurige opsluitingen. Ook werden aanvallen op hulppersoneel veroordeeld. Er moesten humanitaire corridors komen zodat de hulpgoederen tot bij alle Burundezen konden komen. Intussen werd gepoogd de dialoog en onderhandelingen opnieuw op gang te brengen.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

A[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad veroordeelde de staatsgreep in Burundi. Het regime werd opgeroepen de grondwettelijke orde te herstellen, de Nationale Assemblée in ere te herstellen en de ban op politieke partijen op te heffen. Ook moesten alle vijandelijkheden onmiddellijk gestaakt worden.

B[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad besloot de zaak naar 31 oktober te verschuiven en vroeg de Secretaris-Generaal tegen dan te rapporteren over de situatie in Burundi waaronder ook de stand van de onderhandelingen. Moesten die niet begonnen zijn, dan zouden maatregelen genomen worden waaronder een mogelijk wapenembargo en maatregelen tegen de leiders van het regime.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]