Resolutie 1521 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1521
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 22 december 2003
Nr. vergadering 4890
Code S/RES/1521
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Burgeroorlog in Liberia
Beslissing Stelde nieuwe sancties in tegen Liberia.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2003
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Angola Angola · Vlag van Bulgarije Bulgarije · Vlag van Chili Chili · Vlag van Kameroen Kameroen · Vlag van Spanje Spanje · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Guinee Guinee · Vlag van Mexico Mexico · Vlag van Pakistan Pakistan · Vlag van Syrië Syrië
Het Liberiaanse regenwoud aan de rand van een houtkapgebied (foto: mei 1968).

Resolutie 1521 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 22 december 2003 en was de laatste resolutie van dat jaar. De resolutie beëindigde de lopende sancties tegen Liberia en stelde nieuwe in.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Tweede Liberiaanse Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de hoogtijdagen onder het decennialange bestuur van William Tubman, die in 1971 overleed, greep Samuel Doe de macht. Diens dictatoriale regime ontwrichtte de economie en er ontstonden rebellengroepen tegen zijn bewind, waaronder die van de latere president Charles Taylor. In 1989 leidde de situatie tot een burgeroorlog waarin de president vermoord werd. De oorlog bleef nog doorgaan tot 1996. Bij de verkiezingen in 1997 werd Charles Taylor verkozen en in 1999 ontstond opnieuw een burgeroorlog toen hem vijandige rebellengroepen delen van het land overnamen. Pas in 2003 kwam er een staakt-het-vuren en werden VN-troepen gestuurd. Taylor ging in ballingschap en de regering van zijn opvolger werd al snel vervangen door een overgangsregering. In 2005 volgden opnieuw verkiezingen, waarna Ellen Johnson-Sirleaf de nieuwe president werd.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad had rapporten ontvangen van het VN-panel van experts dat de naleving van de eisen die met resolutie 1343 aan Liberia waren gesteld onderzocht. Het panel meldde dat deze nog steeds geschonden werd, en vooral door de verwerving van wapens.

Op 18 augustus waren de voormalige regering van Liberia en de rebellen tot een vredesakkoord gekomen. Op 14 oktober was een overheidsregering aangetreden die samen met de buurlanden aan vrede in de regio moest werken. De overgangsregering controleerde echter niet het hele land en er werd nog gevochten. Het conflict werd verder aangewakkerd door de illegale diamanthandel in houtkap.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

A (oude wapenembargo en sancties)[bewerken | brontekst bewerken]

Gezien de gewijzigde omstandigheden na het vertrek van ex-president Charles Taylor en de vorming van de overgangsregering werden het embargo op wapens en militaire uitrusting naar Liberia, ruwe diamanten en hout uit Liberia en het reisverbod tegen Liberiaanse functionarissen beëindigd.

B (nieuw wapenembargo en sancties)[bewerken | brontekst bewerken]

Er werd beslist een nieuw embargo op wapens en militaire uitrusting op te leggen tegen eenieder in Liberia, behalve het leger en de politie, de UNMIL-vredesmissie, en met uitzondering van uitrusting die enkel voor humanitaire- of beschermende doeleinden bestemd was.

Verder moesten alle landen voorkomen dat personen die het vredesproces in Liberia in de weg stonden hun grondgebied betraden. Wie die personen waren werd bepaald door het hierna opgerichte comité. Deze maatregel kon worden herzien wanneer het staakt-het-vuren in Liberia voldoende werd gerespecteerd.

Voorts moesten alle landen ook de invoer van ruwe diamant uit Liberia verbieden. De overgangsregering werd opgeroepen werk te maken van een certifiëringssysteem en in dat verband deelname aan het Kimberley-Proces. Als dat gebeurd was, kon het verbod weer worden opgeheven.

Daarnaast moesten alle landen ook de invoer van Liberiaanse boomstammen en houtproducten verbieden. De overgangsregering moest eerst de Liberiaanse houtkapgebieden onder haar controle brengen en zorgen dat de inkomsten eruit niet naar het conflict gingen. Als dat gebeurd was, kon ook deze maatregel opgeheven worden.

Al deze maatregelen golden voor een periode van twaalf maanden en zouden vervolgens herzien worden. Er werd eveneens een comité opgericht om toe te zien op de uitvoering van en uitzonderingen op de maatregelen. De secretaris-generaal werd gevraagd om voor 5 maanden een panel van 5 experts op te zetten om schendingen van de maatregelen te onderzoeken.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]

Originele werken bij dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1521 op de Engelstalige Wikisource.