Resolutie 669 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 669
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 24 september 1990
Nr. vergadering 2942
Code S/RES/669
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Sancties tegen Irak
Beslissing Overlaten bestuderen hulpaanvragen aan Comité.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1990
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Canada Canada · Vlag van Ivoorkust Ivoorkust · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Cuba Cuba · Vlag van Ethiopië Ethiopië · Vlag van Finland Finland · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Roemenië Roemenië · Vlag van Jemen Jemen · Vlag van Zaïre Zaïre
Irak (rood) en Koeweit (blauw).

Resolutie 669 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen op 24 september 1990.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Golfoorlog (1990-1991) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. Nog diezelfde dag werd de inval door de VN-Veiligheidsraad veroordeeld in resolutie 660. Deze resolutie eiste ook een onmiddellijke terugtrekking van Irak, maar daar kwam niets van terecht.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • herinnert aan resolutie 661;
  • herinnert ook aan artikel °50 van het Handvest van de Verenigde Naties[1];
  • is zich ervan bewust dat er steeds meer hulpaanvragen binnenkomen op basis van artikel °50;
  • laat het bestuderen van de aanvragen over aan het Comité dat is opgericht in resolutie 661 om aanbevelingen te doen over hun goedkeuring.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]