Resolutie 669 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 669 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 24 september 1990 | |
Nr. vergadering | 2942 | |
Code | S/RES/669 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Sancties tegen Irak | |
Beslissing | Overlaten bestuderen hulpaanvragen aan Comité. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1990 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Irak (rood) en Koeweit (blauw).
|
Resolutie 669 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen op 24 september 1990.
Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Golfoorlog (1990-1991) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. Nog diezelfde dag werd de inval door de VN-Veiligheidsraad veroordeeld in resolutie 660. Deze resolutie eiste ook een onmiddellijke terugtrekking van Irak, maar daar kwam niets van terecht.
Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]
De Veiligheidsraad:
- herinnert aan resolutie 661;
- herinnert ook aan artikel °50 van het Handvest van de Verenigde Naties[1];
- is zich ervan bewust dat er steeds meer hulpaanvragen binnenkomen op basis van artikel °50;
- laat het bestuderen van de aanvragen over aan het Comité dat is opgericht in resolutie 661 om aanbevelingen te doen over hun goedkeuring.
Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]
- Resolutie 666 Veiligheidsraad Verenigde Naties
- Resolutie 667 Veiligheidsraad Verenigde Naties
- Resolutie 670 Veiligheidsraad Verenigde Naties
- Resolutie 674 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Bronnen, noten en/of referenties
|