Resolutie 701 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 701
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 31 juli 1991
Nr. vergadering 2997
Code S/RES/701
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Conflict in Zuidelijk Libanon
Beslissing Verlenging interim-VN-macht met zes maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1991
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk · Vlag van België België · Vlag van Ivoorkust Ivoorkust · Vlag van Cuba Cuba · Vlag van Ecuador (1900-2009) Ecuador · Vlag van India India · Vlag van Roemenië Roemenië · Vlag van Jemen Jemen · Vlag van Zaïre Zaïre · Vlag van Zimbabwe Zimbabwe
Een Nederlands UNIFIL-voertuig: een DAF YP-408.

Resolutie 701 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen op 31 juli 1991 en verlengde de UNIFIL-vredesmacht in het zuiden van Libanon met een half jaar.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Israëlische inval in Zuidelijk Libanon eind jaren 1970, stationeerden de Verenigde Naties de tijdelijke VN-macht UNIFIL in de streek. Die moest er de vrede handhaven totdat de Libanese overheid haar gezag opnieuw kon doen gelden. In 1982 viel Israël Libanon opnieuw binnen voor een oorlog met de Palestijnse PLO. Midden 1985 begon Israël met terugtrekkingen uit het land, maar geregeld vonden nieuwe aanvallen en invasies plaats.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • Herinnert aan de resoluties 425, 426, 501, 508, 509 en 520.
  • Heeft het rapport van secretaris-generaal Javier Pérez de Cuéllar over UNIFIL bestudeerd, en neemt nota van diens waarnemingen.
  • Herinnert aan het rapport van het secretariaatteam behoudens de standpunten van de lidstaten.
  • Neemt nota van de brief van Libanon.
  • Beantwoordt het verzoek van de Libanese overheid.
  1. Beslist het mandaat van UNIFIL met een verdere tijdelijke periode van zes maanden te verlengen, tot 31 januari 1992.
  2. Herhaalt zijn steun aan de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Libanon.
  3. Benadrukt de voorwaarden van de macht en roept alle betrokken partijen op samen te werken met de macht zodat deze haar mandaat kan uitvoeren.
  4. Herhaalt dat de macht haar mandaat volledig moet uitvoeren.
  5. Vraagt de secretaris-generaal de consultaties met de Libanese overheid en andere partijen over de uitvoering van deze resolutie voort te zetten en hierover te rapporteren.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]