Resolutie 725 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 725
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 31 december 1991
Nr. vergadering 3025
Code S/RES/725
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Conflict om de Westelijke Sahara
Beslissing Oproep om te werken aan de uitvoering van het overeengekomen plan.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1991
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk · Vlag van België België · Vlag van Ivoorkust Ivoorkust · Vlag van Cuba Cuba · Vlag van Ecuador (1900-2009) Ecuador · Vlag van India India · Vlag van Roemenië Roemenië · Vlag van Jemen Jemen · Vlag van Zaïre Zaïre · Vlag van Zimbabwe Zimbabwe
Kaart van de Westelijke Sahara.

Resolutie 725 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd met unanimiteit aangenomen op 31 december 1991, als laatste VN-Veiligheidsraadsresolutie van dat jaar.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Begin jaren 70 ontstond een conflict tussen Spanje, Marokko, Mauritanië en de Westelijke Sahara zelf over de Westelijke Sahara, een gebied dat tot dan in Spaanse handen was. Marokko legitimeerde zijn aanspraak op basis van historische banden met het gebied. Nadat Spanje het gebied opgaf, bezette Marokko er twee derde van. Het land bleef in conflict met Polisario, dat met steun van Algerije de onafhankelijkheid bleef nastreven.

Begin jaren 90 kwam een plan op tafel om de bevolking van de Westelijke Sahara via een volksraadpleging zelf te laten beslissen over de toekomst van het land. Het was de taak van de VN-missie MINURSO om dat referendum op poten te zetten. Het plan strandde later echter door aanhoudende onenigheid tussen de beide partijen, waardoor ook de missie nog steeds ter plaatse bleef.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • bevestigt de resoluties 621, 658 en 690;
  • heeft het rapport van de secretaris-generaal over de situatie in de Westelijke Sahara beschouwd;
  • merkt de moeilijkheden en vertragingen op die gepaard gaan met de uitvoering van het plan voor de Westelijke Sahara;
  1. keurt de inspanningen van de secretaris-generaal om een volksraadpleging voor zelfbeschikking te houden goed;
  2. steunt verdere inspanningen van de secretaris-generaal voor die volksraadpleging;
  3. roept de twee partijen op om met de secretaris-generaal samen te werken aan de uitvoering van het plan dat ze goedkeurden;
  4. maant de secretaris-generaal om zo snel mogelijk, maar zeker binnen de twee maanden, opnieuw te rapporteren.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]