Resolutie 954 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 954
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 4 november 1994
Nr. vergadering 3447
Code S/RES/954
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Somalische burgeroorlog
Beslissing Verlengde de UNOSOM II-vredesmissie 31 maart 1995.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1994
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Tsjechië Tsjechië · Vlag van Djibouti Djibouti · Vlag van Spanje Spanje · Vlag van Nigeria Nigeria · Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland · Vlag van Oman Oman · Vlag van Pakistan Pakistan · Vlag van Rwanda (1962-2001) Rwanda
Nepalese UNOSOM-pantservoertuigen in 1993.

Resolutie 954 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 4 november 1994 unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

In 1960 werden de voormalige kolonies Brits Somaliland en Italiaans Somaliland onafhankelijk en samengevoegd tot Somalië. In 1969 greep het leger de macht en werd Somalië een socialistisch-islamitisch land. In de jaren 1980 leidde het verzet tegen het totalitair geworden regime tot een burgeroorlog en in 1991 viel het centrale regime. Vanaf dan beheersten verschillende groeperingen elke een deel van het land en enkele delen scheurden zich ook af van Somalië.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad waardeerde het werk van de missie die hij naar Somalië had gestuurd om daar te overleggen met de partijen. Ook waardeerde de Raad de VN-missies en hulpoperaties in dat land. Dankzij die laatsten waren honderdduizenden mensen gered van hongersnood. Doch gingen het vredesproces en de nationale verzoening in Somalië niet vooruit, door onder meer een gebrek aan medewerking van de partijen. In die omstandigheden was het verderzetten van de UNOSOM II-vredesmissie, die voorzien was te eindigen in maart 1995, overbodig. Er waren garanties van de partijen dat de terugtrekking van de missie veilig kon verlopen. Nadien konden de VN wel blijven bemiddelen als men dat wenste en eraan meewerkte. Ook de humanitaire hulp zou verdergaan.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad verlengde UNOSOM II een laatste keer tot 31 maart 1995. Tot dan toe was het meewerken aan politieke verzoening zijn belangrijkste taak geweest. De Somali's werden opgeroepen een staakt-het-vuren overeen te komen en samen een overgangsregering te vormen. Die partijen waren ook verantwoordelijk voor de veiligheid van UNOSOM II- en hulppersoneel. Ook kon al worden begonnen met de terugtrekking van UNOSOM II-personeel en -materieel. Alle lidstaten werden opgeroepen het Somalische vredesproces te blijven steunen. Ook moest het wapenembargo tegen dat land strikt nageleefd worden. Ten slotte werd de secretaris-generaal, Boutros Boutros-Ghali, gevraagd de Veiligheidsraad op de hoogte te houden over de situatie en specifiek de humanitaire, veiligheids- en de vluchtelingensituatie, en om voor 31 maart 1995 te rapporteren en de rol die de VN vanaf dat moment zouden vervullen voor te stellen.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]