Rijksstad Überlingen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Reichsstadt Überlingen
Land in het Heilige Roomse Rijk Wapen Heilige Roomse Rijk
14e eeuw – 1803 Keurvorstendom Baden 
Algemene gegevens
Hoofdstad Überlingen
Oppervlakte 248 km² (ca. 1800)[1]
Bevolking 5415 (ca. 1800)[2]
Talen Duitse dialecten
Religie Rooms-katholiek
Politieke gegevens
Regeringsvorm Rijksstad
Rijksdag 1 stem op de Zwabische Bank in de Raad van Steden
Kreits Zwabische Kreits

De rijksstad Überlingen was een tot de Zwabische Kreits behorende rijksstad binnen het Heilige Roomse Rijk.

In het begin van de zevende eeuw was Überlingen de zetel van Alemannische hertog Gunzo. Ook na de inlijving bij het Frankische Rijk blijven zijn nakomelingen een machtige dynastie vormen. Onder graaf Rudolf van Pfullendorf, een vertrouweling van keizer Frederik I Barbarossa komt de plaats tot bloei. De keizer, die de erfgenaam van Rudolf is, verheft Überlingen omstreeks 1200 tot stad. Na het einde van het hertogdom Zwaben in 1268 wordt het een koninklijke stad, aan het einde van de veertiende eeuw wordt Überlingen rijksstad. De stad verwerft door aankoop en schenkingen een uitgebreid grondbezit in bijna honderd plaatsen.

In de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 wordt in paragraaf 5 de inlijving bij het nieuwe keurvorstendom Baden vastgesteld.

Het gebied van de rijksstad bestaat, naast de stad zelf, uit:

Stedelijke voogdijen:

  • Hohenbodman
  • Ramsberg

Gasthuisambten:

  • Bambergen
  • Deisendorf
  • Denkingen
  • Ebratsweiler
  • Ernatsreute
  • Rickenbach en Sohl
  • Bonndorf met Mahlspüren
  • Nesselwangen
  • Seelfingen
  • Sernatingen

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. (en) P. H. Wilson (2004): From Reich to revolution: German history, 1558-1806, eerste druk, Palgrave Macmillan, Basingstoke, blz. 379
  2. Waarvan 2645 binnen en 2770 buiten de stadsmuren, (en) P. H. Wilson (2004): From Reich to revolution: German history, 1558-1806, eerste druk, Palgrave Macmillan, Basingstoke, blz. 379