Salter-Harrisfractuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Salter-Harris fractuur)
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Salter–Harrisfracturen
Salter-HarrisFracturen
Coderingen
ICD-10 S89.212
ICD-9 812
eMedicine radio/613
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Een Salter–Harrisfractuur is een botbreuk (fractuur) die de groeischijf (epifysairschijf) betreft en daarom alleen voorkomt bij kinderen.[1]

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn negen types Salter-Harrisfracturen beschreven: type I tot en met V werden beschreven door Robert B Salter en W Robert Harris in 1963.[1] De minder vaak voorkomende type VI tot en met IX zijn later toegevoegd.

  • Type I - Komt voor in ±6% van de gevallen en is een fractuur dwars door de groeischijf.[2]
  • Type II - Komt voor in ±75% van de gevallen en is een fractuur door de groeischijf en metafyse. Hierbij wordt de epifyse gespaard.[3]
  • Type III - Komt voor in ±8% van de gevallen voor en is een fractuur door de groeischijf en epifyse. Hierbij wordt de metafyse gespaard.[4]
  • Type IV - Komt voor in ±10% van de gevallen en is een fractuur door zowel de metafyse, groeischijf en epifyse.[5]
  • Type V - Komt voor in ±1% van de gevallen. Hierbij gaat het om een compressiefractuur van de groeischijf.[6]
  • Type VI - Letsel aan de structuren rondom het kraakbeen (perichondraal).
  • Type VII - Geïsoleerd letsel van de groeischijf.
  • Type VIII - Geïsoleerd letsel van de metafyse, met een potentieel letsel van de endochondrale ossificatie.
  • Type IX - Letsel van het periost dat mogelijk de membraneuze groei kan belemmeren.[7]

Ezelsbruggetje[bewerken | brontekst bewerken]

Er is in het Engels een ezelsbruggetje om de oorspronkelijke vijf types te onthouden:

  • S ("Straight across") – type I
  • A ("Above") – type II
  • L ("Lower" of "beLow") – type III
  • T ("Two" of "Through") – type IV
  • ER ("ERasure of the growth plate") – type V