Schoemaker-groep

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Schoemaker-groep was een verzetsgroep tijdens de Tweede Wereldoorlog die onder leiding stond van de Delftse hoogleraar Richard Schoemaker.

Activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]

De groep verrichtte spionagewerkzaamheden en verzamelde wapens. Er was veel contact met de eveneens Delftse Mekel-groep en de in augustus vanuit Engeland gedropte Nederlandse spion Lodewijk van Hamel. Beide groepen werden begin 1941 opgerold. Nadat de Schoemaker-groep voor het grootste deel was opgerold hebben twee leden, Charles Hugenholtz en Jan van Blerkom, de dubbelspion Hugo de Man geliquideerd.[1] De gepakte leden van de Schoemakergroep zijn samen met de Mekelgroep en de OD in het eerste OD-proces vanuit Kamp Amersfoort (op 27 maart 1942 begon het zogenaamde ‘Eerste OD-proces’ tegen 86 OD-ers, voor het Kriegsgericht Luftgau Holland. De slotzitting was op zaterdag 11 april 1942 in de SS-kantine van Kamp Amersfoort: 72 mannen werden veroordeeld) via de gevangenis in Utrecht naar Sachsenhausen getransporteerd en daar op 3 mei 1942 in de schietkuil doodgeschoten. Op 11 mei kwamen daar nog 24 in Maastricht veroordeelde OD-mannen bij. Tegenwoordig wordt in de schietkuil de jaarlijkse 4 mei herdenking gehouden, op een plaquette het aantal NL doden.

Leden[bewerken | brontekst bewerken]

Tot de groep behoorden onder anderen:

  • Jan van Blerkom
  • Herman Bolt
  • Eddy van Groningen
  • Charles Hugenholtz
  • Jan van Slooten
  • Arie Stoppelenburg
  • Jan Woltjer

Zeker drie leden en Schoemaker zelf zijn op 3 mei 1942 geëxecuteerd in Sachsenhausen.

Annie Huisman-Van Bergen, De vervolgden - jacht op twee Delftse studenten in 1941, ISBN 90-535-2520-3, Uitgeverij Boom, f. 39,50. Een verslag vanuit Kamp Amersfoort van gevangene Dirk Willem Folmer: Dagboek uit Kamp Amersfoort, Walburgpers.