Sjabloon:Tabel mossen, levermossen en hauwmossen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vergelijking van levermossen, mossen en hauwmossen.
Generatie,
Kernfase
Kenmerken Marchantiophyta
Levermossen
Bryophyta
Mossen
Anthocerotophyta
Hauwmossen
Gametofyt,
Haplofase
protonema thalleus draadvormig bolvormig
mosknoppen slecht 1 mosknop op protonema veel mosknoppen op protonema slecht 1 mosknop op protonema
mosplant is thallus
of bebladerde spruit
of bebladerde spruit meestal dorsivetraal,
of eenvoudig thallus,
of thallus met luchtkamers
bebladerde spruit,
zelden duidelijk dorsivetrale bouw,
(stengel en takken met blaadjes)
eenvoudig thallus
blad rangschikking 2 of 3 rijen of niet van toepassing bladen verspreid, spiralen (niet van toepassing)
bladvorm 2- tot meerlobbig of n.v.toep. bladen zelden gelobd
bladnerven geen, hoogstens schijnnerf of n.v.toep. 0, 1 of 2 bladnerven; meer cellen dik
olielichaampjes olielichaampjes aanwezig bij veel soorten geen olielichaampjes (uitz.: Takakia) geen olielichaampjes
chloroplasten veel kleine chloroplasten per cel veel kleine chloroplasten per cel 1 enkele, grote, met pyrenoïde
cellen voor
watertransport
alleen bij enkele eenvoudige
thalleuze vormen
geleidend weefsel in stengel
van de gametofyt (en in sporofyt)
geen
rizoïden hyalien, eencellig bruin, meercellig hyalien, eencellig
gametangia
plaatsing
in clusters aan de top van bebladerde tak
of op oppervlak van thallus
in clusters aan de
top van bebladerde tak
verzonken in het thallus, verspreid
huidmondjes soms ademopeningen geen huidmondjes aanwezig
Sporofyt,
Diplofase
kapselsteel (seta)
ontwikkeling
strekt zich pas vlak voor het
loslaten van de rijpe sporen
strekt zich al voor de sporenrijping,
soms een pseudopodium
afwezig
kapselsteel kleur hyalien, niet fotosynthetisch fotosynthetisch en groen (niet van toepassing)
kapsel bouw ongedifferentieerd; bolvormig of verlengd met peristoom, operculum, theca en nek ongedifferentieerd; langwerpig
kapsel groei groei snel, beperkt, vaste grootte groei langzaam, beperkt, vaste grootte continue groei door basaal meristeem
columella geen columella columella aanwezig columella aanwezig
steriele cellen
tussen de sporen
elateren eencellig
met spiraalverdikkingen
nooit pseudo-elateren:
meercellig, vertakt
openen van kapsel
bij rijping
tanden of 4 kleppen operculum en peristoom,
zelden met 2 spleten of 4 tanden
2 kleppen
huidmondjes geen op sporenkapsel aanwezig
Sjabloondocumentatie​

Referenties

  • Kalkman, C. (1972) Mossen en vaatplanten. Bouw, levenscyclus en verwantschappen van de Cormophyta. A. Ooosthoek's Uitgversmaatschappij N.V., Utrecht ISBN 90 6046 598 9
  • Landwehr, J. m.m.v. S.R. Gradstein & H. van Melick (1980) Atlas Nederlandse Levermossen. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging
  • (de) Probst, W. (1986) Biologie der Moos- und Farnpflanzen. UTB Quelle & Meyer, Wiesbaden