SSC Napoli

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Società Sportiva Calcio Napoli)
SSC Napoli
SSC Napoli
SSC Napoli
Naam Società Sportiva Calcio Napoli
Bijnaam Gli Azzurri
I Partenopei
Opgericht 1926 (2004)
Stadion Stadio Diego Armando Maradona,
Napels
Capaciteit 54.726
Voorzitter Vlag van Italië Aurelio De Laurentiis
Sportief directeur Vlag van Italië Mauro Meluso
Trainer Vlag van Italië Francesco Calzona
Competitie Serie A
Thuis
Uit
Alternatief
Geldig voor 2023/24
Portaal  Portaalicoon   Voetbal

Società Sportiva Calcio Napoli (SSC Napoli) is een Italiaanse voetbalclub uit Napels die uitkomt in de Serie A. De club werd officieel in 1926 opgericht maar de geschiedenis van de club gaat terug tot 1904 met de oprichting van Naples Foot-Ball & Cricket Club dat in 1922 fuseerde met Internazionale Napoli (opgericht in 1912) en werd zo FBC Internaples. Na vier seizoenen werd de naam gewijzigd in AC Napoli.

Eind jaren tachtig kende de club grote successen met Diego Maradona. Met de Argentijnse sterspeler won Napoli twee keer het landskampioenschap, de UEFA Cup en de Coppa Italia. Daarna zakte de club af en raakte in financiële problemen.

In 2004 werd de club failliet verklaard. Hoewel de club financieel gered werd, kreeg Napoli geen licentie voor de Serie B (er is zelfs een ontmoeting op regeringsniveau in het Palazzo Chigi geweest). De Italiaanse voetbalbond was echter onverbiddelijk en het failliete AS Napoli kreeg geen licentie. Een nieuwe club met een nieuwe naam (en minder schulden) werd desondanks toegelaten in de Serie C1. De club werd hernoemd als Napoli Soccer en promoveerde na twee seizoenen weer naar de Serie B. Het seizoen 2006/2007 werd vervolgens achter Juventus FC op een tweede plek afgesloten, waardoor men na zes jaar afwezigheid terugkeerde in de Serie A.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Internaples[bewerken | brontekst bewerken]

In het eerste seizoen werd Internaples tweede in de groepsfase van de provincie Campania en stootte door naar de halve finale van Zuid-Italië, maar daar werd de club laatste. Ook het volgende seizoen bereikte de club de halve finale en werd nu voorlaatste. In 1924/25 werd Internaples al in de eerste ronde uitgeschakeld. Maar het volgende seizoen was de club helemaal terug en werd groepswinnaar in zowel de eerste ronde als in de halve finale. In de finale om de titel van Zuid-Italië werd de club met 6-1 vernederd door Alba Roma, in de terugwedstrijd kon de club nog gelijk spelen maar was desalniettemin uitgeschakeld.

Op 1 augustus 1926 besloten de leden van Internaples om een nieuwe naam voor hun club te zoeken. Giorgio Ascarelli werd de eerste voorzitter van Associazione Calcio Napoli

Associazione Calcio Napoli: 1926[bewerken | brontekst bewerken]

Toen het nieuwe seizoen startte was het competitiesysteem in Italië veranderd, geen provinciale voorrondes meer maar twee groepen van 10 clubs, voornamelijk clubs uit het noorden van het land, die ook de betere resultaten behaalden. Napoli werd laatste met slechts één schamel puntje op 18 wedstrijden.

Napoli degradeerde niet en werd opnieuw toegelaten tot de competitie en werd nu negende op elf clubs. Het volgende seizoen ging nog beter toen een gedeelde achtste plaats werd bereikt op zestien clubs. Dit volstond net om geselecteerd te worden voor de Serie A die het volgende seizoen van start ging.

Serie A: Jaren 30[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de start van de Serie A in 1929/30 werd de club knap vijfde. Een van de grote helden van de club uit die tijd was Attila Sallustro die als kind met zijn familie van Paraguay naar Napels verhuisd was. Door zijn goede achtergrond nam Sallustro geen salaris aan van de club, maar kreeg wel een luxueuze auto. Samen met Marcello Mihalic werden zij de eerste spelers van Napoli die geselecteerd werden voor het nationaal voetbalelftal.

De volgende zes seizoenen bleef de club in de top 10 eindigen en werd twee keer derde onder de legendarische Engelse trainer William Garbutt. Een andere opmerkelijke speler uit deze tijd was Antonio Vojak die in 1929 van Juventus FC naar Napoli kwam en 102 doelpunten in 190 wedstrijden scoorde. Guillermo Stábile, die topscorer werd op het eerste WK in 1930 speelde in seizoen 1935/36 voor de club.

Eind jaren dertig ging het minder voor de club met wisselvallige resultaten en een flirt met degradatie in 1937 en 1940, dat laatste seizoen werden ze enkel op basis van een beter doelsaldo gered. Het vorige seizoen eindigde de club nog vijfde. In 1942 volgde de onvermijdelijke degradatie naar de Serie B. Napoli kon niet meteen terugkomen met een derde plaats achter Brescia Calcio. Daarna werd de competitie stilgelegd omdat de oorlogshandelingen van WO II Italië bereikten.

Naoorlogse tijd[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog werd het eerste seizoen onderverdeeld in Noord- en Zuid-Italië. Napoli eindigde aan de top van het klassement samen met AS Bari en plaatste zich voor de finaleronde waar het de traditionele teams voor moest laten gaan. Toen de Serie A in het volgende seizoen weer helemaal van start ging werd Napoli opnieuw geselecteerd.

Na een knappe zevende plaats werd de club 21ste en laatste in de 1947/48. Twee jaar later werd de club kampioen van de Serie B. De terugkeer in de Serie A werd met een zesde plaats gevierd en ook de volgende vier seizoenen wist de club in de top zes te eindigden. Eind jaren vijftig ging de club op en neer. Na twee mindere seizoenen werd in 1958 de vierde plaats behaald.

De jaren zestig begonnen slecht met een degradatie in 1961. Het volgende seizoen werd de club tweede in de Serie B en promoveerde terug maar de grootste prestatie dat jaar was de overwinning tegen Spal in de Coppa Italia, voor het eerst won een tweedeklasser deze beker.

Het bekersucces werd niet doorgetrokken naar de competitie want er volgde een nieuwe degradatie. Op 25 juni 1964 werd de naam AC Napoli veranderd in Società Sportiva Calcio Napoli, het volgende seizoen promoveerde de club opnieuw en werd knap derde in de Serie A, de hoogste plaats tot dan toe. In 1968 was de club dicht bij de landstitel toen de tweede plaats achter AC Milan werd behaald.

Jaren 70: opmars[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren zeventig ging de club met spelers als Dino Zoff, José Altafini en Antonio Juliano verder op zijn elan en werd derde in 1971 en 1974.

In seizoen 1974/75 kwam de club het dichtste bij de titel tot dan toe, Juventus haalde slechts twee puntjes meer. Het volgende seizoen werd voor de tweede keer de beker gewonnen, dit keer won de club de finale met 4-0 van Hellas Verona. In de Anglo-Italian League Cup versloeg Napoli het Engelse Southampton FC met 4-1 over twee wedstrijden. Het volgende seizoen nam de club deel aan de Europacup II en bereikte de halve finale, het verste ooit in een Europese campagne tot dan toe. In de halve finale was het Belgische RSC Anderlecht te sterk. Eind jaren zeventig eindigde de club nog in de top zes.

Het Maradona tijdperk en Europees succes[bewerken | brontekst bewerken]

De jaren tachtig startten vrij goed met een derde en vierde plaats maar het duurde tot de komst van de Argentijnse Diego Maradona die transfereerde van FC Barcelona totdat Napoli op de wereldkaart gezet werd, alhoewel het succes niet meteen kwam. De club moest hard werken. Na een achtste plaats in 1985 werd de club derde in het daaropvolgende seizoen. 1986/87 werd het jaar van Napoli, toen de club onder leiding van trainer-coach Ottavio Bianchi 'eindelijk' de scudetto won. Napoli werd ook de eerste en tot dusver enige club uit het vasteland van Zuid-Italië die de titel kon winnen. Met een 4-0 winst tegen Atalanta Bergamo in de bekerfinale maakte de club het feestje compleet.

Het succes trok zich niet door naar Europa en in de eerste ronde van de Europacup I werd Napoli uitgeschakeld door Real Madrid CF. Door een tweede plaats in de Serie A kwalificeerde de club zich voor de strijd om de UEFA Cup. Op weg naar de finale schakelde de club Juventus en FC Bayern München uit. De finale tegen VfB Stuttgart werd beslecht in twee wedstrijden, en Napoli won de eerste wedstrijd met 2-1 door goals van Diego Maradona en Careca. Hier voerde Maradona zijn beroemde live is life act op. De terugwedstrijd eindigde in een 3-3 gelijkspel waardoor Napoli voor het eerst een Europese beker won. Dat jaar werd ook de bekerfinale gehaald, maar wel verloren van Sampdoria Genua.

In 1990 werd de landstitel voor de tweede keer binnen gehaald, ditmaal onder leiding van Alberto Bigon. Datzelfde jaar vond het WK plaats in Italië. Maradona spoorde de Napolitanen aan om te supporteren voor Argentinië in plaats voor Italië waarvan het team voornamelijk was opgesteld met spelers uit Noord-Italië. De tifosi van Napoli reageerden met een spandoek waarop stond "Maradona, jij bent onze liefde, maar Italië is ons bloed". Maradona was ontroerd omdat het stadion van Napoli het enige was dat het Argentijnse volkslied niet uitfloot. Aan het begin van het volgende seizoen won Napoli de Italiaanse supercup tegen Juventus FC met 5-1, de laatste grote trofee voor de club. De uitslag was een record voor een supercup wedstrijd, dat tot op heden nog niet is verbroken. In 1991 werd Maradona betrapt op het gebruik van cocaïne en verliet hij de club, die in een financiële crisis zat. Maradona zal ongetwijfeld voor eeuwig als beste speler van de club geboekstaafd staan en zelf zei hij dat zijn liefde voor Napoli bijna zo groot is als voor zijn thuisteam CA Boca Juniors.

Teloorgang[bewerken | brontekst bewerken]

Na het seizoen 1990/91 en het vertrek van Maradona ging het langzaam slechter met Napoli, mede door de financiële problemen. Een voor een gingen spelers zoals Gianfranco Zola, Daniel Fonseca en Careca weg. De vierde plaats in 1992 was de laatste hoge positie voor de club voor lange tijd.

In 1997 werd wel de bekerfinale gehaald en verloren van Vicenza Calcio, in de competitie ging het slechter en in 1998 degradeerde de club naar Serie B met slechts twee gewonnen wedstrijden in dat seizoen.

Na een tweede plaats in 2000 keerde de club terug naar de Serie A maar opnieuw volgde degradatie. US Lecce en Hellas Verona hadden één punt meer dan Napoli en bleven zo in Serie A.

In 2001 miste de club op een haar na de promotie, het gevolg hiervan was dat de club in een nog dieper dal verzeild geraakte. Het volgende seizoen werd de club zestiende en had een schuldenberg van 70 miljoen euro. In augustus 2004 werd de club failliet verklaard.

Heroprichting onder De Laurentiis[bewerken | brontekst bewerken]

Dankzij filmproducer Aurelio De Laurentiis werd een nieuwe club opgericht, Napoli Soccer met de bedoeling dat de stad Napels niet zonder professioneel voetbalteam zou blijven. Soccer startte in de Serie C1 en miste net de promotie in de play-offs van US Avellino.

In 2005/06 werd Napoli kampioen en stelde na een 2-0-overwinning op Perugia Calcio de promotie al veilig op 15 april. Ondanks het feit dat de club in zo’n lage klasse speelde bleef de club een van het grootste aantal supporters van het land hebben met vaak meer toeschouwers dan clubs uit de Serie A. Het hoogste aantal was 51.000, een record voor de Serie C. In mei 2006 werd terug de oude naam SSC Napoli aangenomen.

Opnieuw naar de Serie A[bewerken | brontekst bewerken]

Bij terugkeer in de Serie B draaide Napoli het hele seizoen in de bovenste tabelhelft mee. Juventus, dat door een omkoopaffaire in de Serie B belandde, ging met de titel aan de haal en Napoli vocht samen met Genoa CFC voor de tweede plaats die ook automatische promotie betekende. Napoli haalde het en speelde vanaf het seizoen 2007/08 opnieuw in de Serie A. Napoli eindigde daarin onder leiding van trainer-coach Edoardo Reja op de achtste plaats. Die gaf recht op deelname aan de UEFA Intertoto Cup. Twee ontmoetingen met Panionios uit Griekenland won Napoli beide met 1-0. Zo plaatst het zich voor de voorronde van de UEFA Cup. Daarin kwamen de Italianen uit tegen KS Vllaznia Shkodër. Napoli won uit met 0-3 en thuis met 5-0. Het hoofdtoernooi van de UEFA Cup was bereikt. In de eerste ronde kwam Napoli uit tegen Benfica. Op 20 mei 2012 wist Napoli de tot dan toe ongeslagen kampioen Juventus met 2-0 te verslaan in de eindstrijd om de Coppa Italia.

In het seizoen 2017/18 ging Napoli na achttien wedstrijden alleen aan de leiding in de Serie A, met een punt voorsprong op titelverdediger Juventus. Op 23 december 2017 werd Marek Hamšík de nieuwe all-time topscorer van Napoli. De middenvelder uit Slowakije maakte zijn 116de treffer voor de club uit het zuiden van Italie, waarmee hij het record van Diego Maradona verbrak. Hamšík maakte na 39 minuten spelen op aangeven van Dries Mertens de 3-2 in een thuiswedstrijd tegen UC Sampdoria, dat kort daarvoor nog met 1-2 aan de leiding ging.[1] Die treffer was meteen de winnende.

Napoli eindigde het seizoen als tweede, met vier punten achterstand op kampioen Juventus, waardoor de ploeg zich direct plaatste voor de hoofdfase van de UEFA Champions League 2018/19. Daarna ontdeed de clubleiding zich van trainer Maurizio Sarri.[2] De coach die de club drie keer op rij naar de Champions League had gebracht, had nog een contract tot medio 2020. Hij werd vervangen door Carlo Ancelotti, die voor drie jaar tekende. Echter behaalde Ancelotti niet de gewenste resultaten en werd hij al snel opgevolgd door Gennaro Gattuso. Onder Gattuso vielen de resultaten eveneens tegen en werd hij opgevolgd door Luciano Spalletti.

Derde kampioenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Onder Spalletti stond de ploeg in 2021/22 enkele weken aan kop van de competitie. De club behaalde in de tweede seizoenshelft mindere resultaten waardoor de jacht op de derde scudetto werd uitgesteld. Het daaropvolgende seizoen begon voor de club voortvarend. Enkele belangrijke spelers van de voorgaande seizoenen, zoals Dries Mertens, Lorenzo Insigne en Fabián Ruiz vertrokken uit Napels. Daarnaast waren per ingang van het seizoen 2022/23 veel nieuwe spelers waren binnengehaald (bijvoorbeeld Chvitsja Kvaratschelia en Kim Min-Jae). Binnen de ploeg wist Spalletti een hechte teamband te creëren. Hierdoor kwamen de, tot dan toe veelal onbekende, spelers goed tot hun recht.

In de Champions League kon de ploeg zich laten zien aan het wereldwijde publiek. Hier werden tevens goede resultaten geboekt, in de groepsfase kwam de ploeg maar liefst 20 keer tot scoren. In de volgende ronde won de club na twee wedstrijden van Eintracht Frankfurt (2-0 en 3-0). Waarna de ploeg werd geloot tegen AC Milan. Hier werd in de eerste wedstrijd verloren met 1-0. In de terugwedstrijd kon dat niet meer worden rechtgezet en werd zodoende uitgeschakeld in de Champions League.

Enkele weken later werd de eerste kampioenswedstrijd gespeeld in de Serie A. Dit was tegen thuis Salernitana. Door Napoli moest hier worden gewonnen worden in het eigen Stadio Diego Armando Maradona. Echter speelde de ploeg hier gelijk en werd het officiële kampioenschap uitgesteld tot de midweekse wedstrijd tegen Udinese. Deze wedstrijd werd gespeeld op 4 mei. Ook hier speelde de ploeg gelijk, ditmaal was het genoeg voor het kampioenschap. Dit was de derde titel in de geschiedenis van de club. De speler, Diego Maradona, die medeverantwoordelijk was voor de vorige titels (1987 en 1990) wordt nog altijd veel geëerd in Napels en omstreken.

Mascotte[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat de club werd opgericht, had men aanvankelijk gekozen voor een paard als mascotte. Echter toen de club ergens in de jaren 30 tijdens de competitie niet verder kwam dan 1 gelijkspel op alle wedstrijden, besloten supporters van de club de mascotte te veranderen in een ezel. Ook nu nog is de ezel de mascotte van de club.

Erelijst[bewerken | brontekst bewerken]

Competitie Aantal Jaren
Internationaal
UEFA Intertoto Cup 1x 2008 (1 van 11)
UEFA Cup 1x 1989
Anglo-Italian League Cup 1x 1976
Alpencup 1x 1966
Nationaal
Serie A 3x 1987, 1990, 2023
Coppa Italia 6x 1962, 1976, 1987, 2012, 2014, 2020
Supercoppa Italiana 2x 1990, 2014

Eindklasseringen (grafisch)[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1946 5e
    Serie A
  • 1947 8e
    Serie A
  • 1948 21e
    Serie A
  • 1949 6e
    Serie B
  • 1950 1e
    Serie B
  • 1951 6e
    Serie A
  • 1952 6e
    Serie A
  • 1953 4e
    Serie A
  • 1954 5e
    Serie A
  • 1955 6e
    Serie A
  • 1956 14e
    Serie A
  • 1957 12e
    Serie A
  • 1958 4e
    Serie A
  • 1959 9e
    Serie A
  • 1960 13e
    Serie A
  • 1961 17e
    Serie A
  • 1962 2e
    Serie B
  • 1963 16e
    Serie A
  • 1964 8e
    Serie B
  • 1965 2e
    Serie B
  • 1966 3e
    Serie A
  • 1967 4e
    Serie A
  • 1968 2e
    Serie A
  • 1969 7e
    Serie A
  • 1970 6e
    Serie A
  • 1971 3e
    Serie A
  • 1972 8e
    Serie A
  • 1973 9e
    Serie A
  • 1974 3e
    Serie A
  • 1975 2e
    Serie A
  • 1976 5e
    Serie A
  • 1977 7e
    Serie A
  • 1978 6e
    Serie A
  • 1979 6e
    Serie A
  • 1980 11e
    Serie A
  • 1981 3e
    Serie A
  • 1982 4e
    Serie A
  • 1983 10e
    Serie A
  • 1984 12e
    Serie A
  • 1985 8e
    Serie A
  • 1986 3e
    Serie A
  • 1987 1e
    Serie A
  • 1988 2e
    Serie A
  • 1989 2e
    Serie A
  • 1990 1e
    Serie A
  • 1991 8e
    Serie A
  • 1992 4e
    Serie A
  • 1993 12e
    Serie A
  • 1994 6e
    Serie A
  • 1995 7e
    Serie A
  • 1996 12e
    Serie A
  • 1997 13e
    Serie A
  • 1998 18e
    Serie A
  • 1999 9e
    Serie B
  • 2000 4e
    Serie B
  • 2001 17e
    Serie A
  • 2002 5e
    Serie B
  • 2003 16e
    Serie B
  • 2004 14e
    Serie B
  • 2005 3e
    Serie C
  • 2006 1e
    Serie C
  • 2007 2e
    Serie B
  • 2008 8e
    Serie A
  • 2009 12e
    Serie A
  • 2010 6e
    Serie A
  • 2011 3e
    Serie A
  • 2012 5e
    Serie A
  • 2013 2e
    Serie A
  • 2014 3e
    Serie A
  • 2015 5e
    Serie A
  • 2016 2e
    Serie A
  • 2017 3e
    Serie A
  • 2018 2e
    Serie A
  • 2019 2e
    Serie A
  • 2020 7e
    Serie A
  • 2021 5e
    Serie A
  • 2022 3e
    Serie A
  • 2023 1e
    Serie A

Eindklasseringen[bewerken | brontekst bewerken]

Seizoen Competitie Niveau Eindstand Coppa Italia Opmerking
2000/01 Serie A I 17 2e ronde
2001/02 Serie B II 5 3e groep 3
2002/03 16 2e groep 6
2003/04 14 1e ronde failliet
2004/05 Serie C1 Girone B III 3 --
2005/06 1 8e finale
2006/07 Serie B II 2 8e finale
2007/08 Serie A I 8 8e finale
2008/09 12 kwartfinale
2009/10 6 8e finale
2010/11 3 kwartfinale
2011/12 5 < Juventus FC 2-0
2012/13 2 8e finale Finalist Supercoppa > Juventus FC 2-4 n.v.; Ligatopscorer Vlag van Uruguay Edinson Cavani: 29
2013/14 3 < ACF Fiorentina 3-0
2014/15 5 halve finale Supercoppa > Juventus FC 2-2 (6-5 n.s.)
2015/16 2 kwartfinale Ligatopscorer Vlag van Argentinië Gonzalo Higuaín: 36
2016/17 3 halve finale
2017/18 2 kwartfinale
2018/19 2 kwartfinale
2019/20 7 < Juventus FC w.n.s. 0-0
2020/21 5 halve finale < Finalist Supercoppa Juventus FC 0-2
2021/22 3 8e finale
2022/23 8e finale Ligatopscorer:Vlag van Nigeria Victor Osimhen (26)
2023/24 . 8e finale

In Europa[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Lijst van Europese wedstrijden van SSC Napoli voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Napoli speelt sinds 1934 in diverse Europese competities. Hieronder staan de competities en in welke seizoenen de club deelnam. De editie die SSC Napoli heeft gewonnen is dik gedrukt.

2011/12, 2013/14, 2014/15, 2016/17, 2017/18, 2018/19, 2019/20, 2022/23, 2023/24
1987/88, 1990/91
2010/11, 2012/13, 2013/14, 2014/15, 2015/16, 2017/18, 2018/19, 2020/21, 2021/22
1962/63, 1976/77
1971/72, 1974/75, 1975/76, 1978/79, 1979/80, 1981/82, 1982/83, 1986/87, 1988/89, 1989/90, 1992/93, 1994/95, 2008/09
2008
1966/67, 1967/68, 1968/69, 1969/70
1934, 1966

Bijzonderheden Europese competities:

Bijzonderheid Datum Tegenstander Uitslag Plaats Naam Aantal
Hoogste overwinning 04-10-2022 Vlag van Nederland Ajax 6-1 Amsterdam
28-08-2008 Vlag van Albanië KS Vllaznia Shkodër 5-0 Napels
17-09-2015 Vlag van België Club Brugge 5-0 Napels
05-11-2015 Vlag van Denemarken FC Midtjylland 5-0 Napels
Hoogste nederlaag 29-11-1967 Vlag van Schotland Hibernian FC 0-5 Edinburgh
Speler met meeste wedstrijden 11-12-2018 Vlag van Slowakije Marek Hamšík 80
Speler met meeste doelpunten 04-11-2021 Vlag van België Dries Mertens 28

UEFA Club Ranking: 18 (12-08-2023)

Selectie 2023/24[bewerken | brontekst bewerken]

No. Naam Nationaliteit Geboortedatum Vorige club
Keepers
1 Alex Meret Vlag van Italië Italië 22-03-1997 Vlag van Italië Udinese Calcio
14 Nikita Contini Vlag van Italië Italië 21-05-1996 Vlag van Italië Reggina 1914
16 Hubert Idasiak Vlag van Polen Polen 03-02-2002 eigen jeugd
95 Pierluigi Gollini Vlag van Italië Italië 18-03-1995 Vlag van Italië Atalanta (gehuurd)
Verdedigers
3 Natan Vlag van Brazilië Brazilië 06-02-2001 Vlag van Brazilië Bragantino
5 Juan Jesus Vlag van Brazilië Brazilië 10-06-1991 Vlag van Italië AS Roma
6 Mário Rui Vlag van Portugal Portugal 27-05-1991 Vlag van Italië AS Roma
13 Amir Rrahmani Vlag van Kosovo Kosovo 24-02-1994 Vlag van Italië Hellas Verona
17 Mathías Olivera Vlag van Uruguay Uruguay 31-10-1997 Vlag van Spanje Getafe CF
22 Giovanni Di Lorenzo Vlag van Italië Italië 04-08-1993 Vlag van Italië Empoli FC
55 Leo Skiri Østigård Vlag van Noorwegen Noorwegen 28-11-1999 Vlag van Engeland Brighton & Hove Albion
59 Alessandro Zanoli Vlag van Italië Italië 03-10-2000 eigen jeugd
Middenvelders
4 Diego Demme Vlag van Duitsland Duitsland 21-11-1991 Vlag van Duitsland RB Leipzig
7 Eljif Elmas Vlag van Noord-Macedonië Noord-Macedonië 24-09-1999 Vlag van Turkije Fenerbahçe SK
20 Piotr Zieliński Vlag van Polen Polen 20-05-1994 Vlag van Italië Empoli FC
24 Jens Cajuste Vlag van Zweden Zweden 10-08-1999 Vlag van Frankrijk Stade Reims
29 Jesper Lindstrøm Vlag van Denemarken Denemarken 29-02-2002 Vlag van Duitsland Eintracht Frankfurt
68 Stanislav Lobotka Vlag van Slowakije Slowakije 25-11-1994 Vlag van Spanje Celta de Vigo
70 Gianluca Gaetano Vlag van Italië Italië 05-05-2000 eigen jeugd
99 André-Frank Zambo Anguissa Vlag van Kameroen Kameroen 16-11-1995 Vlag van Engeland Fulham FC
Aanvallers
9 Victor Osimhen Vlag van Nigeria Nigeria 29-12-1998 Vlag van Frankrijk Lille OSC
18 Giovanni Simeone Vlag van Argentinië Argentinië 05-07-1995 Vlag van Italië Hellas Verona
21 Matteo Politano Vlag van Italië Italië 03-08-1993 Vlag van Italië Internazionale
23 Alessio Zerbin Vlag van Italië Italië 03-08-1993 Vlag van Italië AC Gozzano
77 Chvitsja Kvaratskhelia Vlag van Georgië Georgië 12-02-2001 Vlag van Georgië Dinamo Batoemi
81 Giacomo Raspadori Vlag van Italië Italië 18-02-2000 Vlag van Italië US Sassuolo

Spelers records[bewerken | brontekst bewerken]

Top-5 meest gespeelde wedstrijden
Nr. Naam Land Positie Periode Aantal
1. Marek Hamšík Vlag van Slowakije Slowakije Middenvelder 2007-2019 520
2. Giuseppe Bruscolotti Vlag van Italië Italië Verdediger 1972-1988 507
3. Antonio Juliano Vlag van Italië Italië Middenvelder 1962-1978 500
4. Lorenzo Insigne Vlag van Italië Italië Middenvelder 2009-2010 / 2012-2022 434
5. Dries Mertens Vlag van België België Aanvaller 2013-2022 397
Top-5 Doelpuntenmakers
Nr. Naam Land Periode Aantal
1. Dries Mertens Vlag van België België 2013-2022 148
2. Lorenzo Insigne Vlag van Italië Italië 2009-2010 / 2012-2022 122
3. Marek Hamšík Vlag van Slowakije Slowakije 2007-2019 121
4. Diego Maradona Vlag van Argentinië Argentinië 1984-1991 115
5. Attila Sallustro Vlag van Italië Italië/Vlag van Paraguay Paraguay 1926-1937 108
  • t/m 12-08-2023

Bekende (oud-)spelers[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de lijst van spelers van SSC Napoli voor een opsomming van spelers die uitkwamen voor de club.

Trainers[bewerken | brontekst bewerken]

  • Vlag van Oostenrijk Antonio Kreutzer (1926–1927)
  • Vlag van Hongarije (1915-1918, 1919-1946) Ferenc Molnár (1927–1928)
  • Vlag van Italië (1861-1946) Giovanni Terrile (1927–1928)
  • Vlag van Oostenrijk Rolf Steiger (1927–1928)
  • Vlag van Oostenrijk Otto Fischer (1928–1929)
  • Vlag van Italië (1861-1946) Giovanni Terrile (1928–1929)
  • Vlag van Engeland William Garbutt (1929–1935)
  • Vlag van Hongarije (1915-1918, 1919-1946) Károly Csapkay (1935–1936)
  • Vlag van Italië (1861-1946) Angelo Mattea (1936–1938)
  • Vlag van Hongarije (1915-1918, 1919-1946) Eugen Payer (1938–1939)
  • Vlag van Italië (1861-1946) Paolo Iodice (1938–1939)
  • Vlag van Italië (1861-1946) Adolfo Baloncieri (1939–1940)
  • Vlag van Italië (1861-1946) Antonio Vojak (1940–1943)
  • Vlag van Brazilië (1889-1960) Paolo Innocenti (1943)
  • Vlag van Uruguay Raffaele Sansone (1945–1946)
  • Vlag van Italië Giovanni Vecchina (1947–1948)
  • Vlag van Italië Felice Borel (1948–1949)
  • Vlag van Italië Luigi De Manes (1948–1949)
  • Vlag van Italië Vittorio Mosele (1948–1949)
  • Vlag van Italië Eraldo Monzeglio (1948–1956 / 1962–1963)
  • Vlag van Italië Amedeo Amadei (1956–1961)
  • Vlag van Italië Annibale Frossi (1959)
  • Vlag van Paraguay Attila Sallustro (1961)
  • Vlag van Italië Fioravante Baldi (1961–1962)
  • Vlag van Argentinië Bruno Pesaola (1962–1968 / 1976–1977 / 1982–1983)
  • Vlag van Italië Roberto Lerici (1963–1964)
  • Vlag van Italië Giovanni Molino (1963–1964)
  • Vlag van Italië Giuseppe Chiappella (1968–1973)
  • Vlag van Italië Egidio Di Costanzo (1968–1969)
  • Vlag van Brazilië (1968-1992) Luís Vinício (1973–1976 / 1978–1980)
  • Vlag van Italië Alberto Del Frati (1976)
  • Vlag van Italië Rosario Rivellino (1976)
  • Vlag van Italië Gianni Di Marzio (1977–1979)
  • Vlag van Brazilië (1968-1992) Angelo Benedicto Sormani (1979–1980)
  • Vlag van Italië Rino Marchesi (1980–1982 / 1983–1984)
  • Vlag van Italië Massimo Giacomini (1982–1983)
  • Vlag van Italië Gennaro Rambone (1982–1983)
  • Vlag van Italië Piero Santin (1983–1984)
  • Vlag van Italië Ottavio Bianchi (1985–1989 / 1992–1993)
  • Vlag van Italië Alberto Bigon (1989–1991)
  • Vlag van Italië Claudio Ranieri (1991–1993)
  • Vlag van Italië Marcello Lippi (1993–1994)
  • Vlag van Italië Vincenzo Guerini (1994)
  • Vlag van Joegoslavië Vujadin Boškov (1995–1996)
  • Vlag van Italië Luigi Simoni (1996–1997 / 2003–2004)
  • Vlag van Italië Vincenzo Montefusco (1997 / 1998 / 1999)
  • Vlag van Italië Bortolo Mutti (1997–1998)
  • Vlag van Italië Carlo Mazzone (1997–1998)
  • Vlag van Italië Giovanni Galeone (1997–1998)
  • Vlag van Italië Renzo Ulivieri (1998–1999)
  • Vlag van Italië Walter Novellino (1999–2000)
  • Vlag van Tsjechië Zdeněk Zeman (2000)
  • Vlag van Italië Emiliano Mondonico (2000–2001)
  • Vlag van Italië Luigi De Canio (2001–2002)
  • Vlag van Italië Franco Colomba (2002–2003)
  • Vlag van Italië Franco Scoglio (2002–2003)
  • Vlag van Italië Andrea Agostinelli (2003–2004)
  • Vlag van Italië Giampiero Ventura (2004–2005)
  • Vlag van Italië Edoardo Reja (2005–2009)
  • Vlag van Italië Roberto Donadoni (2009)
  • Vlag van Italië Walter Mazzarri (2009–2013)
  • Vlag van Spanje Rafael Benítez (2013–2015)
  • Vlag van Italië Maurizio Sarri (2015–2018)
  • Vlag van Italië Carlo Ancelotti (2018–2019)
  • Vlag van Italië Gennaro Gattuso (2019–2021)
  • Vlag van Italië Luciano Spalletti (2021–2023)
  • Vlag van Frankrijk Rudi Garcia (2023)
  • Vlag van Italië Walter Mazzarri (2023–2024)
  • Vlag van Italië Francesco Calzona (2024–)

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie S.S.C. Napoli van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.