Sorgvliet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie ook de doorverwijspagina Zorgvlied voor die naam en spelvarianten daarvan.
Sorgvliet
Land Suriname
Plaats Commewijne
Waterlichamen Commewijne
Produceert Koffieboon,
Banaan
Beschreven op www.surinameplantages.com
Kaart

Sorgvliet was een koffieplantage aan de Commewijnerivier, rechts bij het opvaren, in het district Commewijne in Suriname. Stroomopwaarts ligt de plantage naast Alkmaar, stroomafwaarts naast Visserszorg.

Oprichting[bewerken | brontekst bewerken]

Plantage Sorgvliet is in 1745 aangelegd door Jacobus Staes van Halewijn van Werven en is dan 500 akkers. In 1742 wordt hij aangesteld als Raad-fiscaal onder gouverneur Jan Jacob Mauricius. Jacobus is familie van Simon van Halewijn die al eerder in Suriname aankwam en eigenaar is van de plantages Beaumont, Het Yland, Puttenzorg en Mopentibo. Jacobus overlijdt in 1746.

Achtereenvolgende eigenaren[bewerken | brontekst bewerken]

Jacobus' echtgenote, Maria Emilia de la Rivière, hertrouwt met Johannes Phaff, predikant van de pas opgerichte Lutherse gemeente. Deze was, uit een vorig huwelijk, al eigenaar van de plantages Domburg, la Ressource en Liège aan de Surinamerivier en Houttuin aan de Para. Vanwege zijn functie wordt de plantage ook wel Domini genoemd. Naast Rust en Werk, de plantage van gouverneur Wigbold Crommelin (Granmangron) is Sorgvliet de enige plantage in Suriname die in de volksmond naar een officiële functie genoemd is. Na hun huwelijk vertrekken zijn naar Nederland, waar Phaff in 1762 overlijdt.

Maria Emilia hertrouwt daar met kolonel Anthony van Pabst. Zij is nooit meer naar Suriname teruggekeerd. De plantage wordt in 1770 uitgebreid met nog eens 500 akkers. In de periode 1793 tot 1859 is de plantage in het bezit van de erven van Maria Emilia. De plantage is dan 1000 akkers. In die periode werken er ongeveer 100 slaven.

Bij de emancipatie in 1863 zijn de eigenaren de weduwe A. Pringle geboren Frederique de Paravicini cs. Er wordt dan een tegemoetkoming voor 77 slaven betaald.

In de periode 1882 tot 1904 is de plantage in het bezit van Jacob A. Salomons en zijn erfgenamen. Er werken tussen de 120 en 150 arbeiders, waaronder ongeveer 80 Hindoestaanse en Javaanse contractarbeiders. In 1891 is de plantage 429 hectare; hiervan is 128 hectare in cultuur. Er wordt dan cacao en banaan geteeld. In de daaropvolgende jaren wordt het cultuurareaal uitgebreid tot 153 hectare. Er wordt dan ook weer koffie geteeld.

Cultuurmaatschappij[bewerken | brontekst bewerken]

In 1906 wordt de Naamlooze Vennootschap Plantage Sorgvliet opgericht. In 1925 wordt de plantage deels samengevoegd met Visserzorg en wordt er naast cacao, koffie en banaan ook rijst en citrus verbouwd. Het emplacement van de Plantage Sorgvliet is het bedrijfscentrum van de Cultuur Maatschappij Sorgvliet nv. Daar bevindt zich de koffiefabriek, een koffie-opslagloods, de directeurswoning, de droogvloer, een grote kampong met een winkel en een hospitaal. De koffie van Sorgvliet, Visserszorg, Leliendaal en Ellen wordt er verwerkt. Deze plantages behoren tot dezelfde maatschappij. De koffiefabriek is dan de grootste in Suriname.

Vanaf 1950 wordt samengewerkt met de N.V. Cultuur Maatschappij te Amsterdam. Deze maatschappij was in 1876 opgericht en is nog eigenaar van de plantage Wederzorg. In 1964 wordt de koffiefabriek voor het laatst gebruikt. De oorzaak is de sterk gedaalde prijs van koffie op de wereldmarkt. De plantage gaat dan helemaal over op de citruscultuur.

De Cultuur Maatschappij verkoopt later al haar roerend en onroerend goed aan "De Ploeg n.v.", die nu nog de eigenaar is. De landerijen zijn omgezet in weilanden voor slachtvee.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Sorgvliet van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.