Sporenschildpad

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Sporenschildpad
IUCN-status: Bedreigd[1] (2020)
Sporenschildpad
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Cryptodira (Halsbergers)
Familie:Testudinidae (Landschildpadden)
Geslacht:Centrochelys
Soort
Centrochelys sulcata
(Miller, 1779)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Sporenschildpad op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De sporenschildpad[2] (Centrochelys sulcata) is een grote landschildpad. Het is de enige soort uit het monotypische geslacht Centrochelys. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door John Frederick Miller in 1779. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Testudo sulcata gebruikt. De soort werd lange tijd tot het geslacht Geochelone gerekend, en wordt in veel literatuur nog als dusdanig aangemerkt (Geochelone sulcata).
De soortaanduiding sulcata betekent vrij vertaald 'gegroefd'.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De schildpad kan een lichaamsgewicht bereiken tot ongeveer 100 kilogram en de schildlengte is tot maximaal 83 centimeter.[3] Het is hiermee de grootste op het vasteland levende schildpad.[4] Alleen zeeschildpadden en sommige op eilanden levende landschildpadden kunnen nog groter worden. Het verschil tussen de mannetjes en de vrouwtjes van deze soort is dat de vrouwtjes aanzienlijk kleiner blijven; ze bereiken een schildlengte tot 60 cm en een gewicht tot ongeveer 50 kilo. Daarnaast hebben mannetjes een langere staart die aan de basis aanmerkelijk dikker is en ten slotte is het buikschild of plastron holler dan bij de vrouwtjes. Op de dijen van de sporenschildpad zijn twee of drie vergrote beenplaten te zien.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

De sporenschildpad komt voor van de westelijke Afrikaanse Sahelzone tot het oostelijke deel van Soedan.[5] Voor het in gevangenschap houden van het sterke grote en zware dier is een tochtvrije ruimte noodzakelijk met een temperatuur tussen 25 tot 30 graden Celsius. De schildpad is niet geschikt voor een klein terrarium.

De schildpadden zijn bij een gewicht van 15 tot 20 kilogram geslachtsrijp. Tijdens de paring maken de mannetjes een geluid dat lijkt op het balken van een ezel. De vrouwtjes leggen maximaal drie keer per jaar 30 eieren. Het duurt relatief lang voordat deze eieren uitkomen; afhankelijk van de temperatuur en de conditie duurt het drie tot vijf maanden.

De sporenschildpad wordt door de IUCN aangemerkt als een kwetsbare soort.[6]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]