Standaardstations van de Staatsspoorwegen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Tussen 1860 en 1873 werden langs de door de Staat der Nederlanden aangelegde spoorlijnen vele stationsgebouwen volgens een standaardmodel gebouwd.[1] Vanaf 1863 werden de meeste geëxploiteerd door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS), alleen de lijn Den Helder – Amsterdam kwam bij de HIJSM in exploitatie. De stations werden gebouwd door de overheidsdienst Rijkswaterstaat, men spreekt dan ook wel van Waterstaatstations. Standaardisatie had als doel het verhogen van het bouwtempo en het goedkoper bouwen, maar beantwoordde tevens aan de wens om de uitstraling van de gebouwen langs het spoor te uniformeren.[1]

De indeling in klassen betrof de grootte van het station. De klasse was gerelateerd aan het aantal inwoners van de plaats waar het station zou komen. Het type SS eerste klasse was het grootste model, bestemd voor grotere provinciesteden. Type SS vijfde klasse was het kleinste model. De architect was de spoorweg-ingenieur Karel Hendrik van Brederode.

Totaal werden 96 stationsgebouwen volgens de diverse standaardtypen gebouwd. Hiervan zijn er nu nog 26 aanwezig. Hieronder een overzicht van de gebouwen verdeeld naar type:

Overzicht van de gebouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Station Zwolle (eerste klasse)
Station Zutphen (tweede klasse)
Station Harlingen (derde klasse)
Station Delden (vierde klasse)
Station Reuver (vijfde klasse)

Type SS "eerste klasse"[bewerken | brontekst bewerken]

Hiervan zijn er twee gebouwd, beide zijn nog aanwezig: Zwolle (bouwjaar 1866) en Dordrecht (1870). Deze stations zijn echter ontworpen door architect Nicolaas Johannes Kamperdijk.

Type SS "tweede klasse"[bewerken | brontekst bewerken]

Hiervan is er één gebouwd, maar het gebouw is in de Tweede Wereldoorlog verwoest: Zutphen[2] (1863).

Type SS "derde klasse"[bewerken | brontekst bewerken]

Het standaardstation SS derde klasse bestond uit een langwerpig gebouw met een hoge middenrisaliet van twee verdiepingen. Op de begane grond hadden de deuren en vensters van de middenrisaliet en de vleugels rondbogen, op de eerste verdieping van de risaliet waren dit segmentbogen.

Hiervan zijn er negen gebouwd, vijf zijn er nog aanwezig: Harlingen (1863), Leeuwarden (1863), Alkmaar (1864), Winschoten (1865) en Middelburg (1872).

Afgebroken zijn vier stations: Tilburg (1862), Den Helder (1862), Eindhoven (1864) en Steenwijk (1865).

Type SS "vierde klasse"[bewerken | brontekst bewerken]

Het standaardstation SS vierde klasse bestond uit een rechthoekig gebouw van twee verdiepingen. De zijgevels en het middendeel hadden puntgevels. In het middendeel bevonden zich drie rondboogvensters.

Hiervan zijn er vijftien gebouwd, zeven zijn er nog aanwezig: Roermond (1862), Delden (1863), Goor (1863), Lochem (1863), Oisterwijk (1863), Scheemda (1865) en Wolvega (1865).

Afgebroken zijn acht stations: Sittard (1862), Boxtel (1863), Franeker (1863), Feanwâlden (Veenwouden) (1863), Buitenpost (1864), Helmond (1864), Dedemsvaart (1865), Goes (1868).

Type SS "vijfde klasse"[bewerken | brontekst bewerken]

Het standaardstation SS vijfde klasse bestond uit een middendeel met twee korte vleugels. Zowel het middendeel als de vleugels hadden een puntgevel. De beide vleugels sprongen aan de straatzijde enigszins en aan de perronzijde sterk terug. De meeste van deze stations zijn rond 1914-1915 vergroot door het middendeel te verhogen en lage zijvleugels aan te bouwen.

Er zijn 38 van deze stations gebouwd; hiervan zijn nog negen aanwezig: Echt (1862), Kapelle-Biezelinge (1863), Krabbendijke (1863), Kruiningen-Yerseke (1863), Laren-Almen (1863), Markelo (1863), Reuver (1863), Swalmen (1863) en Horst-Sevenum (1864).

Afgebroken zijn 29 stations: Maasbracht (1862), Wouw (1862), Anna Paulowna (1862), Noord Scharwoude (1862), Heerhugowaard (1862), Schagen (1862), Bunde (1862), Susteren (1862), Velp (1862), De Steeg (1864), Dieren (1862), Brummen (1862), Beek-Elsloo (1862), Gilze-Rijen (1862), Grijpskerk (1863), Gorssel (1863), Dronryp (1863), Hardegarijp (1863), Zuidhorn (1863), Tegelen (1863), Woensdrecht (1863), Langeweg (1863), Deurne (1864), Nuenen-Tongelre (1864), Best (1864), Staphorst (1865), Castricum (1866).

Vernieuwde uitvoering "derde klasse"[bewerken | brontekst bewerken]

Hiervan zijn er twaalf gebouwd, twee zijn er nog aanwezig: Zuidbroek (1865) en Meppel (1865).

Afgebroken zijn tien stations: Hoogezand-Sappemeer (1865), Enschede (1865), Hengelo (1866), Bad Nieuweschans (1867), Krommenie-Assendelft (1867), Wormerveer (1867), Zaandijk-Zaanse Schans (1867), Zaandam (1867), Assen (1868), Heerenveen (1868), Hoogeveen (1868).

Gewijzigde uitvoering "vijfde klasse" (type Houten)[bewerken | brontekst bewerken]

Hiervan zijn er zes gebouwd, één is er nog aanwezig, maar niet meer in gebruik: Houten (1866).

Afgebroken zijn vijf stations: Schalkwijk (1867), Culemborg (1867), Geldermalsen (1867), Waardenburg (1866), en 's-Heer Arendskerke (1866).

Gewijzigde uitvoering "vijfde klasse" (type Zaltbommel)[bewerken | brontekst bewerken]

Hiervan werden er acht gebouwd, twee zijn er nog aanwezig: Vught (1866), Arnemuiden (1871).

Afgebroken zijn zes stations: Zaltbommel (1868), Hedel (1868), Zwijndrecht (1870), Barendrecht (1870), IJsselmonde (1870), Staphorst (1867).

Station Enschede (derde klasse, vernieuwd)
Station Houten (vijfde klasse, gewijzigd; type Houten)
Station Vught (vijfde klasse, gewijzigd; type Zaltbommel)

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]