Stichting Lezen & Schrijven

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De opmaak van dit artikel is nog niet in overeenstemming met de conventies van Wikipedia. Mogelijk is ook de spelling of het taalgebruik niet in orde. Men wordt uitgenodigd deze pagina aan te passen.

Stichting Lezen en Schrijven
Opgericht 27 mei 2004
Zetel Den Haag, Zuid-Holland,
Nederland
Personen
Voorzitter Jacco Vonhof
Directeur Hanneke Propitius
Website

Stichting Lezen en Schrijven is in 2004 opgericht door H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden. De stichting zet zich ervoor in dat iedereen in Nederland kan lezen, schrijven, rekenen en omgaan met een computer of smartphone. Stichting Lezen en Schrijven vindt het belangrijk dat volwassenen op hun eigen niveau en in hun eigen buurt kunnen en mogen leren. Ook wil de stichting dat kinderen goed kunnen lezen, schrijven en rekenen als ze van school komen. En dat moeite met lezen en schrijven niet meer doorgegeven wordt van ouder op kind. De stichting helpt overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties eenvoudig te communiceren en zo toegankelijk te zijn voor iedereen. Op die manier kan de maatschappij laaggeletterdheid verminderen en voorkomen.

Laaggeletterdheid[bewerken | brontekst bewerken]

Laaggeletterdheid is een term voor mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben zij daardoor ook moeite met het gebruik van een computer of een smartphone. In Nederland leven ongeveer 2,5 miljoen laaggeletterden (Algemene Rekenkamer, 2016). Dat is 18 procent van alle mensen in Nederland. Ofwel, ongeveer 1 op de 6 mensen. Laaggeletterdheid heeft grote impact op hun persoonlijke leven. Als iemand niet goed kan lezen, schrijven en/of rekenen, vindt hij minder snel een baan, kan hij minder gezond leven en heeft hij minder grip op zijn geldzaken. Onder de 2,5 miljoen laaggeletterden zijn 1,8 miljoen 16- tot 65-jarigen die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Stichting Lezen en Schrijven heeft het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid op zowel de korte als de lange termijn als doel. De stichting doet dit door met maatschappelijke organisaties, scholen, bedrijven en overheden samen te werken om zo gezamenlijk laaggeletterdheid aan te pakken. Het merendeel van de activiteiten van de stichting speelt zich af in Nederland. Andere landen, met name lidstaten van de Europese Unie, weten de stichting steeds vaker te vinden om ervaringen uit te wisselen en gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen.

Bewustwording[bewerken | brontekst bewerken]

Veel laaggeletterden schamen zich en houden jarenlang verborgen dat ze moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Velen durven het zelfs niet tegen hun partner, familie en vrienden te vertellen. Ze verzinnen gedurende hun leven smoesjes en trucjes om het te verbergen. Daardoor is laaggeletterdheid een verborgen maatschappelijk probleem. Stichting Lezen en Schrijven agendeert sinds 2004 het onderwerp laaggeletterdheid bij landelijke, regionale en lokale politiek. Ook maakt de stichting laaggeletterdheid en de aanpak ervan bekender bij het Nederlandse publiek. Zo organiseert de stichting jaarlijks in september de Week van Lezen en Schrijven (voorheen Week van de Alfabetisering). Op 8 september is namelijk Wereldalfabetiseringsdag. Tijdens deze themaweek organiseren honderden gemeenten, scholen, bedrijven, bibliotheken, ziekenhuizen, woningcorporaties, enzovoorts (online) activiteiten rondom taal, lezen, schrijven en digitale vaardigheden voor mensen in de eigen wijk, dorp en/of stad. In 2019 startte Stichting Lezen en Schrijven de doorlopende campagne 'Eén van deze mensen...'. Daarmee wil de stichting het Nederlandse publiek bewuster maken van de signalen om laaggeletterdheid bij familie, vrienden en collega's te herkennen.

Stijging[bewerken | brontekst bewerken]

Het aantal laaggeletterden in Nederland stijgt elk jaar. Daarvoor zijn 3 oorzaken: jongeren die met taalachterstand school verlaten, migratie en vergrijzing. Uit internationaal onderzoek (PISA, 2022) blijkt dat in Nederland 1 op de 3 15-jarigen met een taalachterstand van school gaat. Een paar jaar geleden was dit 1 op de 4 15-jarigen. Door deze taalachterstand kunnen deze jongeren onvoldoende deelnemen aan de maatschappij. Daarnaast speelt de vergrijzing een grote rol. Naarmate mensen ouder worden, verliezen zij de zogeheten cognitieve vaardigheden. De basisvaardigheden (lezen, schrijven en rekenen) vallen daar onder. In tegenstelling tot de publieke opinie draagt migratie maar voor een klein deel bij aan de stijging van het aantal laaggeletterden. Deze groep mensen heeft weliswaar een andere moedertaal. Maar zij leren lezen en schrijven in de Nederlandse taal via inburgeringstrajecten.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]