Verschoningsgrond

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De verschoningsgrond in het Belgisch strafrecht is een wettelijk voorziene reden waardoor een misdrijf minder of helemaal niet wordt bestraft. Het Strafwetboek onderscheidt strafverminderende en strafuitsluitende gronden.

Toepasbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

De verschoningsgronden zijn enkel toepasbaar voor zover zij uitdrukkelijk door de wet zijn voorzien (artikel 78 Strafwetboek). Het misdrijf en de schuld blijven bestaan, enkel de straf wordt beïnvloed. De burgerlijke gevolgen van het misdrijf blijven dus bestaan (bijvoorbeeld: schadevergoeding).

De verschoningsgronden moeten duidelijk onderscheiden worden van de verzachtende omstandigheden. Deze laatsten zijn namelijk niet wettelijk bepaald en zijn niet verplichtend.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

  • De verschoningsgrond geldt enkel voor een bepaald misdrijf (of meerdere van dezelfde aard)
  • De verschoningsgrond betreft de persoon van de dader

Soorten verschoningsgronden[bewerken | brontekst bewerken]

Strafverminderende[bewerken | brontekst bewerken]

Uitlokking[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Provocatie (België) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
  • Slechts van toepassing in welbepaalde misdrijven, namelijk doodslag en slagen en verwondingen, indien zij onmiddellijk worden uitgelokt door zware gewelddaden tegen personen.
  • Het afweren van een inbraak overdag is eveneens verschoonbaar (art. 412 Sw.), terwijl het afweren van een inbraak bij nacht een rechtvaardigingsgrond oplevert (namelijk wettige verdediging).
  • Gevolg: misdaad wordt nog maximum bestraft met 5 jaar, terwijl bij een wanbedrijf nog maximum 3 maanden kan uitgesproken worden

Aangifte aan de overheid[bewerken | brontekst bewerken]

  • Juiste en volledige informatie bij de bevoegde overheid, liefst vóór de vervolging
  • Zie ook problematiek van de "kroongetuige", dewelke in België geen wettelijke basis kent ondanks wetgevend initiatief[1]
  • Voorbeeld: artikel 6 Drugwet[2]

Mislukte aanslag op de Koning[bewerken | brontekst bewerken]

Strafuitsluitende[bewerken | brontekst bewerken]

Sommige gevallen van bloed- en aanverwantschap[bewerken | brontekst bewerken]

Diefstallen gepleegd door een gehuwde ten nadele van zijn echtgenoot, door een weduwnaar of een weduwe wat zaken betreft die aan de overleden echtgenoot hebben toebehoord, door afstammelingen ten nadele van hun bloedverwanten in de opgaande lijn ten nadele van hun afstammelingen, of door aanverwanten in dezelfde graden, geven alleen aanleiding tot burgerrechtelijke vergoeding. Strafrechtelijk is men dus niet vervolgbaar.

Aangifte aan de overheid[bewerken | brontekst bewerken]

Dit is het geval bij valsmunterij, indien de aangifte gebeurt vóór enige uitgifte van het valse geld en vóór enige vervolging door justitie.

Onderscheid[bewerken | brontekst bewerken]

De verschoningsgrond onderscheidt zich van de rechtvaardigingsgrond door het feit dat deze laatste het misdrijf zelf opheft.

Het onderscheid met schulduitsluitingsgrond ligt elders; bij deze laatste blijft het misdrijf bestaan, maar wordt de schuld van de dader uitgesloten. Een schadevergoeding vorderen in dit laatste geval is in principe niet mogelijk.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]