Alpengierzwaluw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Tachymarptis melba)
Alpengierzwaluw
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Alpengierzwaluw
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Apodiformes (Gierzwaluwachtigen)
Familie:Apodidae (Gierzwaluwen)
Geslacht:Tachymarptis
Soort
Tachymarptis melba
(Linnaeus, 1758)

Verspreidingsgebied van de alpengierzwaluw

 broedgebied (lichtgroen)
 permanent leefgebied (donkergroen)
 niet-broedgebied (donkerblauw)
 migratie (lichtblauwe pijl)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Alpengierzwaluw op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De alpengierzwaluw (Tachymarptis melba, synoniem: Apus melba) is een soort gierzwaluw. Met een spanwijdte van 50 tot 58 centimeter en een gewicht tot 120 gram is deze gierzwaluw veel groter dan de boerenzwaluw of huiszwaluw. Hij is echter niet nauw verwant aan deze zangvogelsoorten, aangezien hij bij de gierzwaluwachtigen hoort.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Alpengierzwaluw

De vogel is groter dan de bekendere gierzwaluw. Hij is donkerbruin met een witte buik en keel, een korte gevorkte staart en erg lange naar achter stekende vleugels die doen denken aan een boemerang.

De soort heeft zeer korte poten die enkel gebruikt worden om zich vast te houden aan verticale oppervlaktes of om met soortgenoten te vechten. Zoals de gierzwaluw zullen ze ook nooit vrijwillig op een draad, een dakrand of op de grond landen. De vogel brengt het grootste deel van zijn leven in de lucht door. Bij een meting had een exemplaar van de soort zo'n 200 dagen onafgebroken in de lucht doorgebracht.[2]

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Alpengierzwaluwen broeden in kolonies in de bergen van het zuiden van Europa tot aan de Himalaya. Maar tegenwoordig komen ze meer en meer in steden voor, waar ze soms belangrijke kolonies vormen in kerken en oude gebouwen zoals in Fribourg en Solothurn in Zwitserland. Ze leggen twee of drie eieren.

De soort telt tien ondersoorten:[3]

Net als de gierzwaluw brengen ze de wintermaanden door in Afrika. Ze worden ook veel gezien in Azië. De soort leek veel meer voor te komen gedurende de laatste ijstijd.

Voorkomen in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

De alpengierzwaluw is een dwaalgast in Nederland die bijna elk jaar wel wordt waargenomen.[4]

Voedsel[bewerken | brontekst bewerken]

Deze vogels zijn door hun bouw en levenswijze volledig afhankelijk van het aeroplankton. Jonge alpengierzwaluwen kunnen echter in lethargie hun lichaamstemperatuur, ademhaling en hartslag verlagen en zo lange tijd zonder voedsel overleven indien slecht weer hun ouders ervan weerhoudt insecten te vangen.