Thomas van der Bijl

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Antonie (Thomas) van der Bijl (Amsterdam, 7 april 1956 - aldaar, 20 april 2006) was een Nederlander uit het criminele milieu die slachtoffer werd van een liquidatie.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Van der Bijl groeide op in Amsterdam. Na zijn middelbare school ging hij werken als timmerman. Daar leerde hij Cor van Hout kennen met wie hij bevriend raakte.

Liquidatie[bewerken | brontekst bewerken]

Op 20 april 2006 werd hij doodgeschoten in café De Hallen in Amsterdam-West, dat eigendom was van hem en zijn echtgenote. Op 28 maart 2006 was hij nog door de politie gearresteerd in zijn woning in Zwanenburg wegens een onderzoek naar drugs maar vlak daarna weer vrijgelaten. Het Openbaar Ministerie wilde Van der Bijl daarna horen als getuige in de afpersingszaak van Kees Houtman die op 2 november 2005 was vermoord.[1] Ook zou Van der Bijl een belangrijke getuige zijn geweest in de strafzaak tegen Willem Holleeder. Van der Bijl had uit angst geweigerd een verklaring tegenover justitie af te leggen.

Op 21 februari 2007 werd bekend dat een van de zes verdachten van de moord op Van der Bijl op 26 januari 2007 bekend had. Het was de 26-jarige Dwight S. uit Zoetermeer.[2] Op 16 november 2009 kreeg S. in hoger beroep een gevangenisstraf van 13 jaar.[3] Mededader Remy H. kreeg 14 jaar celstraf opgelegd.[4] In eerste aanleg hadden twee andere mannen in deze zaak al lagere straffen gekregen: één man kreeg een celstraf van vier jaar en tien maanden wegens medeplichtigheid en voorbereiding van moord[5] en de andere man moest een celstraf van 474 dagen uitzitten wegens voorbereiding van moord.[6] Twee andere mannen moeten nog voorkomen in verband met deze liquidatie, dit zal gebeuren in het liquidatieproces passage.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]