Toerisme in Albanië

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De stad Gjirokastër
Het Romeinse theater van Butrint

Het toerisme is in Albanië in ontwikkeling. Mede door het strenge communistische regime dat het land tot 1991 kende, kwam de sector er trager op gang dan in de landen in de onmiddellijke omgeving, met name Griekenland, Italië en het toenmalige Joegoslavië. Omstreeks 2010 vormen circa driekwart van de toeristen in Albanië nog steeds de etnische Albanezen zelf, die hetzij uit de Albaneestalige gebieden (naast Albanië vooral Kosovo en West-Macedonië), hetzij uit de diaspora komen. Hoewel de meeste steden in het land inmiddels over hotels in verschillende prijsklassen beschikken, zijn westerse toeristen nog een relatieve zeldzaamheid.

Reis- en taalgidsenuitgeverij Lonely Planet plaatste Albanië begin 2011 bovenaan haar top tien van te bezoeken landen in dat jaar. De uitgeverij prees daarbij onder meer de "lage prijzen, gastvrijheid, heerlijke keuken en een uitgesproken levendig nachtleven" in Albanië.

Geschiedenis en achtergronden[bewerken | brontekst bewerken]

Het communistische regime van dictator Enver Hoxha verbood lange tijd elke vorm van toeristische activiteit in Albanië. In de late jaren 50 en vroege jaren 60 hadden enkel staatsburgers van Oost-Europese bevriende staten de mogelijkheid als toerist naar het land te reizen. Op dat ogenblik was de toeristische industrie, zoals de meeste infrastructuur in het land, nog volop in opbouw, waardoor met name het comfort van reizen in Albanië geenszins met dat in meer traditionele vakantielanden kon worden vergeleken.

Trekpleisters[bewerken | brontekst bewerken]

Stranden[bewerken | brontekst bewerken]

De Albanese Rivièra bij Dhërmi
De Albanese Alpen in Theth, gemeente Shalë
De hoofdstad Tirana

Albanië beschikt over een lange kustlijn, die zich uitstrekt tussen de Montenegrijnse grens in het noorden en de Griekse in het zuiden. Op veel plaatsen langs deze kust komt strandtoerisme voor. De Albanese kust is in twee geografische delen op te splitsen, waarvan de scheiding overeenkomt met die tussen de Adriatische en Ionische Zee (het Kanaal van Otranto) ter hoogte van de Llogarapas, iets bezuiden de grote havenstad Vlorë.

Vooral de Ionische kust, waarvan het leeuwendeel de naam Albanese Rivièra heeft gekregen, is bezaaid met populaire badplaatsen, met als hoogtepunten de plaatsen Himarë en Dhërmi. Net ten zuiden van de Rivièra ligt Sarandë, dat toeristisch nog meer is ontwikkeld.

Natuurtoerisme, rugzaktoerisme en alpinisme[bewerken | brontekst bewerken]

Zie lijst van nationale parken in Albanië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Albanië telt 14 nationale parken, waarvan sommige bij toeristen populair zijn.

Werelderfgoed[bewerken | brontekst bewerken]

Albanië telt twee onroerende UNESCO-Werelderfgoederen, te weten de archeologische site Butrint en de historische centra van de steden Gjirokastër (Argyrocastrum) en Berat (Antipatreia), die samen zijn ingeschreven. De polyfone volksmuziek uit met name Zuid-Albanië staat sinds 2008 op de lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid.

Horeca en accommodatie[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens cijfers van het nationale Albanese bureau voor statistiek Instat beschikte het land in 2009 over 369 hotels, 5888 kamers en 11.932 bedden.

Vervoer[bewerken | brontekst bewerken]

De enige internationale luchthaven van Albanië is die van Tirana, die tussen 2005 en 2008 grondig werd gerenoveerd. De lokale lagekostenmaatschappij Belle Air had er haar hoofdkwartier, en verbond Tirana rechtstreeks met 38 bestemmingen in Centraal-, West- en Zuid-Europa, waaronder de Belgische steden Brussel en Luik. Sinds 2013 is Belle Air gestopt met haar activiteiten. Afgezien van Belle Air wordt de luchthaven van Tirana nog door 12 andere maatschappijen aangevlogen, die samen 14 verbindingen naar steden in Europa en Turkije verzorgen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]