M. Vasalis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hardscarf (overleg | bijdragen) op 15 jul 2009 om 16:39. (→‎Externe link)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

M. Vasalis (Den Haag, 13 februari 1909 - Roden, 16 oktober 1998) was een Nederlandse dichteres en psychiater. Vasalis (de M. wordt meestal weggelaten) is het pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans en is haar gelatiniseerde meisjesnaam.

Vasalis studeerde geneeskunde en antropologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en vestigde zich in 1939 als arts in Amsterdam. Later werkte ze als kinderpsychiater in Assen en Groningen. Er zijn anno 2007 vergevorderde plannen om een speciale Vasalis-tuin aan te leggen in haar laatste woonplaats Roden.

In 1940 debuteerde ze met de bundel 'Parken en woestijnen'. Haar andere dichtbundels zijn 'De vogel Phoenix' uit 1947, 'Vergezichten en gezichten' uit 1954 en postuum in 2002 'De oude kustlijn'. Daarnaast schreef Vasalis ook enkele essays en een novelle. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder meer met de Constantijn Huygensprijs in 1974 en de P.C. Hooft-prijs in 1982.

Ze schreef traditionele gedichten die vaak gekenmerkt werden door het gebruik van personificatie en antropomorfisme. Vaak eindigen haar gedichten, na een reeks natuurindrukken, op een zelfbespiegeling.

Ton Anbeek beschreef haar gedichten met: "een schijnbaar banaal gegeven leidt tot een flits van inzicht".

Afsluitdijk

(uit: Parken en woestijnen (1940))

De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos,
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken,
onschuldig op elkanders schouder slapen.

Dan zie ik plots, als waar 't een droom, in 't glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken,
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.

Werk

  • 1940 - Onweer, in Drie Novellen, met J. Campert en E. Eewijck
  • 1940 - Parken en woestijnen
  • 1945 - Fragmenten uit een journaal, in Criterium
  • 1947 - De vogel Phoenix
  • 1952 - Naar aanleiding van Atonaal, in Libertinage
  • 1954 - Vergezichten en gezichten, een bloemlezing van verzen
  • 1958 - Kunstenaar en verzet
  • 1960 - De dichter en de zee, bloemlezing
  • 1964 - (S)teken aan de wand, in Raam, toespraak
  • 1977 - Dankwoord bij de uitreiking van de Constantijn Huygensprijs 1974, in Literama
  • 1982 - Het ezeltje, facsimile
  • 1983 - Pijn, waarvoor geen naam bestaat, juryrapport over enkele gedichten van de Nederlandse auteur Bunnik
  • 1984 - Dankwoord bij de aanvaarding van de P.C. Hooftprijs 1982
  • 2002 - De oude kustlijn, nagelaten gedichten, op haar verzoek uitgegeven door haar kinderen op basis van haar eigen commentaar
  • 2009 - De amanuensis

Literaire prijzen

Externe links

Biografieën, werken en teksten bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)