Equisetum pratense

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Veldpaardenstaart)
Equisetum pratense
Equisetum pratense
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Pteropsida
(Varens en paardenstaarten)
Orde:Filicales
Familie:Equisetaceae (Paardenstaartenfamilie)
Geslacht:Equisetum (Paardenstaart)
Soort
Equisetum pratense
Ehrh. (1784)
Equisetum pratense
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Equisetum pratense op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Equisetum pratense is een overblijvende plant, die behoort tot de paardenstaartfamilie (Equisetaceae). De plant komt van nature voor op het noordelijke Noordelijk halfrond. Europa: IJsland, Schotland, Scandinavië, Centraal-Europa (de westgrens loopt door Duitsland) tot de Alpen. Elders wordt hij gevonden in noordelijk Noord-Amerika en Azië. In Nederland en België komt de soort niet voor. Het aantal chromosomen is 2n = 216.

De plant wordt 10–30 cm hoog. De fertiele en steriele, 1–4 mm dikke spruiten met 10-20 ribben hebben een verschillend uiterlijk. De fertiele spruiten zijn geelachtig bruin en onvertakt. Ze krijgen na het rijpen van de sporen een groene kleur en vertakken dan ook, waardoor ze dan op de steriele spruiten lijken. De steriele spruiten zijn grasgroen. De top van de spruit is vaak naar voren gebogen. De centrale holte omvat meer dan de helft van de doorsnede van de stengel. Net als de verwante bospaardenstaart is de stengel, met name in het bovenste deel, bezet met dunne spiculae van silicium.

De blauwachtig groene stengelscheden zijn trechtervormig verbreed en hebben tien tot twintig, witgerande tanden. De vrijstaande, blijvende tanden zijn even lang als de stengelschede. De niet holle zijtakken zijn in de regel onvertakt en hebben drie (zelden vier) ribben.

Aan de top van fertiele spruiten verschijnen in mei en juni 20–25 mm lange sporenaren. De aar heeft een stompe bovenkant. E. pratense komt voor in weiland, vochtige bergheide, (beuken-)bossen en struikgewas vooral op vochtige, kalkarme, maar wel basische grond.

Determinatie[bewerken | brontekst bewerken]

Met de loep zijn de spiculae goed zichtbaar en onderscheiden de soort van de meeste andere paardenstaarten. Heermoes is grover van bouw, heeft vierkante zijtakken met trompetvormige schedes. Armetierige exemplaren van de bospaardenstaart met onvertakte zijtakken zijn herkenbaar aan de vliezig-bruine stengelschedes.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

E. pratense heeft geen officiële Nederlandse naam. De wetenschappelijke naam en de meeste namen in andere Europese talen betekenen "weidepaardestaart". De naam "veldpaardestaart" is een verouderde naam van het heermoes.


naam in andere talen
Deens Lund-Padderok
Duits Wiesen-Schachtelhalm, Hain-Schachtelhalm
Engels Meadow Horsetail, Shade Horsetail, Shady Horsetail
Frans Prêle des prés
Noors Engsnelle
Swahili Ängsfräken


Zie de categorie Equisetum pratense van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.