Volksunie van Estland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Volksunie van Estland
Eestimaa Rahvaliit
Logo
Geschiedenis
Opgericht september 1994[1]
Opheffing maart 2012
Voormalige namen Estse Boerenpartij
(Eesti Maarahva Erakond)
Algemene gegevens
Actief in Estland
Richting centrumrechts
Ideologie nationalisme, euroscepsis, etnocentrisme, populisme
Website https://erl.ee
Portaal  Portaalicoon   Politiek

De Volksunie van Estland[2] of de Estse Volksunie[3] (Estisch: Eestimaa Rahvaliit; afgekort ERL) was een politieke partij in Estland. De partij zette zich in voor de belangen van agrariërs en genoot dan ook de meeste steun op het platteland van Estland,[3] maar de ERL trok ook stemmen onder de Russische stedelingen.[4] De ideologie van de ERL werd als nationalistisch, eurosceptisch, populistisch[4] en etnocentrisch[5] gekenschetst. In het politiek spectrum stond de partij rechts van het midden.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De partij werd in september 1994 opgericht als de Estse Boerenpartij (Eesti Maarahva Erakond; EME).[4] Voor de eerstvolgende parlementsverkiezingen in 1995 vormde de EME een verbond met de Estse Centrumpartij en enkele andere partijen. Het collectief deed onder de naam Koonderakond ja Maarahva Ühendus (afgekort KMÜ) mee aan de verkiezingen en won 41 van de 101 zetels in de Riigikogu, het Estse parlement.[2]

De EME werd in oktober 1999 omgedoopt tot de Volksunie van Estland en ging in 2000 samen met de boerenpartij Eesti Maaliit en de ouderenpartij Eesti Pensionäride ja Perede Erakond.[1] Partijlid Arnold Rüütel werd in 2001 verkozen tot president. De ERL steunde het minderheidskabinet van Siim Kallas (2002-2003) en maakte na de parlementsverkiezingen in 2003 ook zelf deel uit van de regering, eerst met de Erakond Res Publica en de Estse Hervormingspartij in het kabinet van Juhan Parts (2003-2005) en vervolgens met de Hervormingspartij en de Centrumpartij in het eerste kabinet van Andrus Ansip (2005-2007).

In de verkiezingen van 2007 leed de ERL een grote nederlaag en vier jaar later, na de verkiezingen van 2011, raakte de partij ook de rest van haar zetels in het parlement kwijt. In maart 2012 ging de ERL samen met de Estse Nationale Beweging (Eesti Rahvuslik Liikumine), een ultrarechtse groepering die in 2006 in de publiciteit verscheen vanwege haar demonstraties voor de verwijdering van de Bronzen soldaat van Tallinn.[6][7] Hieruit volgde de oprichting van de Conservatieve Volkspartij van Estland (Eesti Konservatiivne Rahvaerakond).

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b Tom Lansford (2014), Political Handbook of the World 2014, p. 457. Uitg.: CQ Press, ISBN 9781483333274.
  2. a b "Estland" op de website van het Montesquieu Instituut. Geraadpleegd op 1 januari 2015.
  3. a b Peter Michielsen (9 januari 2002), "Regeringscrisis Estland op ongelukkig moment", NRC.
  4. a b c Matthias Will (2009), Estonian Parties at Present and a Generally Reflection on Their Importance to a Modern Democracy, p. 6-7. Uitg.: BoD, ISBN 9783640303793.
  5. Cas Mudde (2005), Racist Extremism in Central and Eastern Europe, p. 57. Uitg.: Routledge, ISBN 9781134252534.
  6. Jeroen Bult (2 februari 2007), "Brouille rond een bronzen beeld", De Groene Amsterdammer.
  7. Ruth Wodak e.a. (red.; 2013), Right-Wing Populism in Europe: Politics and Discourse, p. 238. Uitg.: Bloomsbury Academic, ISBN 9781780933436.