Wapen van Stompwijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het wapen van Stompwijk

Het wapen van Stompwijk werd op 14 oktober 1887 bij Koninklijk Besluit aan de Zuid-Hollandse gemeente Stompwijk toegekend. Op 1 januari 1938 is de gemeente samen met Veur opgegaan in de gemeente Leidschendam, waardoor het wapen niet langer officieel gebruikt wordt. Een hertenkop is als verwijzing naar het wapen teruggekomen op het Wapen van Leidschendam. Sinds 1 januari 2002 valt het gebied onder de gemeente Leidschendam-Voorburg. In het wapen van deze gemeente zijn geen elementen overgenomen uit het wapen van Stompwijk

Blazoenering[bewerken | brontekst bewerken]

De blazoenering van het wapen van Stompwijk luidt als volgt:

Een veld van zilver, beladen met een hert van keel, drinkende uit een ter rechterzijde geplaatst vat van sabel, waaraan een uit den rand van het schild komende kraan van sabel, met waterstraal van azuur, ter linkerzijde een boom met bladeren van sinopel, alles op een terras van sinopel.[1]

De heraldische kleuren in het wapen zijn zilver (wit), keel (rood), sabel (zwart) en sinopel (groen). In de heraldiek zijn links en rechts van achter het schild bezien, dus voor de toeschouwer zijn deze verwisseld. Niet vermeld in de beschrijving, maar wel aanwezig op de tekening is het randschrift met de tekst: "Gemeentebestuur van Stomwpijk" met zwarte letters op een wit lint.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het wapen is gelijk aan het oude heerlijkheidswapen van Stompwijk. Herkomst en betekenis van het wapen zijn onbekend. De gerechtsbode had het wapen van Leiden op de bodebus, omdat de heerlijkheid in bezit was van de stad Leiden. R. Bakker vermeldt het wapen in 1799 als heerlijkheidswapen.[2]

Verwant wapen[bewerken | brontekst bewerken]