Weerstandsonderzoek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Bij weerstandsonderzoek, een onderdeel van kinesitherapeutisch onderzoek (onderzoek naar het menselijk bewegingsapparaat), ligt het accent van uitlokking op het musculotendinogene en neurogene apparaat. Men krijgt hierbij informatie over:

  1. pijn
  2. kracht
  3. coördinatie
  4. bereidheid

Uitvoering[bewerken | brontekst bewerken]

Vanuit de ruststand wordt de test isometrisch uitgevoerd met maximale contractiekracht. De weerstandstests worden isometrisch uitgevoerd om pijn, veroorzaakt door een aandoening van niet-contractiele elementen, uit te sluiten. Steeds wordt één spiergroep getest. De weerstand wordt zes tot acht seconden aangehouden. De test wordt driemaal uitgevoerd. De maximale waarde is de testuitslag.


interpretatie van de weerstandstest:

KRACHT PIJN INTERPRETATIE
normaal geen pijn
  • geen afwijking
normaal pijn
  • kleine laesie musculotendinogene apparaat
geringe pijn
  • grote laesie musculotendinogeen apparaat
  • partiële ruptuur spier / pees
  • acute tendinitis
  • fractuur, metastase
geen / gering geen pijn
  • parese / paralyse (=neurogene laesie)
  • totale ruptuur musculotendinogene apparaat/ partieel genezen
geen / gering alle weerstandstests pijnlijk
  • ernstige aandoening:
    • fractuur, metastase
  • acute laesie:
    • bursitis
  • psychogeen
normaal pijn bij herhaling
  • arteriële stoornis
  • 1ste stadium musculotendinogene aandoening